CZW20120142

G. Voorbereiden, opstellen, uitvoeren en evalueren van een activiteitenprogramma Inventariseer de behoeften en wensen van de kinderen/jongeren van je groep en de mogelijkheden voor activiteiten binnen de organisatie. Dit doe je o.a. aan de hand van observaties, gesprekken met de kinderen/jongeren en collega’s. De gegevens verwerk je in een weekprogramma. Je zorgt ervoor dat er een goede afwisseling is van de verschillende ontwikkelingsgebieden: motorisch/sensorisch, sociaal/emotioneel, cognitief en taal. Het ontwerp van het programma stem je af met collega’s en je past de geplande activiteiten indien nodig aan. Een week lang begeleid je twee kinderen/jongeren bij de uitvoering van het weekprogramma en je informeert ouders/vervangende opvoeders over het verloop van de activiteiten. Je vraagt feedback aan collega’s, ouders en zo mogelijk ook aan de kinderen/jongeren zelf. Evalueer tussentijds en aan het einde van de week de begeleiding van beide kinderen/jongeren met je begeleider en indien mogelijk met de ouders/vervangende opvoeders. Stel aan de hand van de feedback de begeleiding eventueel bij. Schrijf een proces- en productevaluatie. Beschrijf in de procesevaluatie hoe je: • de kinderen/jongeren hebt begeleid en met welk resultaat • de kinderen/jongeren hebt gemotiveerd om hun best te doen, uitdagingen aan te gaan, doelen te bereiken. Beschrijf in de productevaluatie hoe je: • hebt gewerkt volgens de pedagogische visie van de instelling • hebt gewerkt aan de gestelde doelen en de methode(s) die je daarbij hebt gehanteerd. H. Uitvoeren van een groepsactiviteit uit het jaarprogramma Bereid een groepsactiviteit uit het jaarprogramma voor volgens een methodisch stappenplan. Begeleid en stimuleer de kinderen/jongeren bij de uitvoering van de activiteit. Let vooral op kinderen die niet zo gemotiveerd zijn en schep een sfeer waarin agressie zoveel mogelijk voorkomen wordt. Betrek zo mogelijk ook ouders/vervangende opvoeders bij de voorbereiding en uitvoering. Maak een feedbackformulier en laat dit invullen door de kinderen/jongeren, de ouders/vervangende opvoeders en je collega’s.

I. Veiligheid bieden Beschrijf hoe je bij ziekte of ongeval de procedures en richtlijnen die daarvoor zijn vastgesteld, hebt gevolgd.

Als je kiest voor een vervangende of aanvullende opdracht, let er dan op dat deze voldoet aan de beoordelingslijst van deze proeve.

11

PROEVE 1

Made with