14ZW2HPFB1

3

Uitvoeren

De opdrachten uit deze beroepsprestatie worden beoordeeld met behulp van de voortgangsbeoordelingslijst. De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en/of specifieke bewijsstukken. Maak hierover afspraken met je begeleider(s).

Opdrachten

A. Het oefenen in het omgaan met moeilijke situaties Tijdens je werk kom je weleens in moeilijke situaties terecht. Dit kunnen situaties zijn waarin de cliënt verdrietig of boos is geweest of helemaal niet door jou geholpen wilde worden. Je bent hier op jouw manier mee omgegaan. Bespreek een situatie die je begeleider heeft gezien. Bespreek wat je hebt gedaan en waarom je dat op die manier gedaan hebt. Gedragsbeoordeling: WP 1.5: J en K en WP 2.1: D en WP 2.2: R en WP 3.3: J B. Het oefenen van het schrijven van een verantwoordingsverslag Oefen het schrijven van een verantwoordingsverslag. Geef aan op welke manier jij een cliënt hebt geholpen bij een probleem van emotionele aard. Overleg met je begeleider over een geschikte situatie. Werk in het verslag de volgende punten uit: • de manier waarop je aandacht en begrip toont voor het probleem van je cliënt • op welke manier je herkent dat de cliënt het moeilijk heeft • of, en zo ja hoe, je jouw begeleiding hebt aangepast vanwege het emotionele probleem. Verantwoordingsverslag: WP 1.5: T. WP 2.1: D en WP 2.2: R

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan: • Volledig ingevulde voortgangsbeoordelingslijst • Verantwoordingsverslag over hoe jij gereageerd hebt op een emotioneel probleem

47

Fase 1

Helpende Zorg & Welzijn

Made with