Sjitze de Roos - Diagnostiek en planning

29

Beeldvormingenordening

Manon, Bruno, Helga enBert verzuimen hun indrukken, gevoelens en over tuigingen te ordenen, bijvoorbeeld door deze te toetsen aan de cliënt en de mening van collega’s. Het gevolg is dat hunbeeldenonbelemmerd voortwoe keren. Dat ze impressies opdoen en zich ‘plaatjes’ vormen van hun cliënten hoort erbij,maar ze zullendie beeldvorming steeds opnieuwmoeten contro leren.Als ervarenkracht heeftBrunodat noghet best inde gaten. De conclusie ligt voordehand:wil jeecht ietsbetekenenvoor je cliënt dan zul je allereerst ordening in je indrukkenmoeten aanbrengen. Voor hulp- en dienstverleners is ordenen een fundamentele vaardigheid. Zij wordenbetaaldomhun cliënten te helpen zichzelf te helpen. Daarom streef je alswerkernaaroverzicht.Datdoe jevooreenbelangrijkdeeldoor teblijvenon derzoeken, analyserenen structureren.Zohou jezicht opdeeffectenvan jeop treden, de reactiesvandecliënt ende steunendeof storendeeigenschappenvan diens leefomgeving.Dat stelt je in staatom jebeelden tecorrigerenen jehande lenbij testurenalsdatnodig is.Ordenen isdaaromnietzomaareenactiviteitdie aan ‘echte’ hulpverleningvoorafgaat. Integendeel: ordeningenoverzichtmaken integraaldeeluitvanalle transacties tussenhulpverlenerencliënt.Voordehulp verlening isordeningeenbelangrijkevoorwaarde, het is eengrondslagvanelke methodiek.Wienietordent, kanniethelpen (vgl.VanderPloeg, 2007). Alleordeningbegintbij aandacht voorde ‘hulpvraag’ vandecliënt en deeisen die zijn oorspronkelijke of vervangende leefomgeving stelt. Die hulpvraag en die eisenmoetendanwel eerst duidelijkworden. Daarom zul je je oriënteren opde situatie vande cliënt, en samenmet hem vaststellenwat er aandehand is enwat ermoet gebeuren. Op grond van die wetenschap onderneem je de ‘Volgensmij heeft Paulus een seksuele stoornis’, laat hij zich ineen teamver gaderingontvallen. De reactie vanhet afdelingshoofd is verrassend. ‘O, je hebt hem je zakdoeknogniet latenveroveren’, zegthij. ‘Sorry,maardathaddenwe je moetenvertellen. Dat is Paulus’welkomstgroet bij iederenieuwkomer. Een spe cialiteitvanhem. Ik raad jeaanomhemmeteennadevergadering jezakdoek te laten scoren.Danben jeervanaf.’ 1.2.3 Denoodzaakvanordening om een van zijngrotehanden inBerts broekzak te krijgen. Uiteindelijk lukt het Bert zich los tewurmen. Dewekendaarnaherhaaltdit tafereel zichmeerderemalen.HetvaltBertwel op dat hij kennelijk het enigemikpunt is. Zijn collega’s hebben helemaal geen last vanPaulus. Hij schaamt zichendurft er nietmet henover tebeginnen. ‘Wat doe ikverkeerd?’vraagthij zichaf. Het komt zelfs zoverdat Bert tegen zijnwerk begintop tezieneneenhekel aanPauluskrijgt.

Made with FlippingBook - Online catalogs