Sjitze de Roos - Diagnostiek en planning

30

1    Deplancyclus inkortbestek

gewensteactieom ten slottehet effectdaarvanmethemdoor tenemen. In ter menvanons onderwerp: jedoorlooptmet je cliënt het diagnostischproces. De praktijk leert echter dat zoietsmakkelijker gezegd is dan gedaan. Je kunt je verslikken in je eigen motieven of het spoor bijster raken door verschil lende, onderling strijdige interpretaties vandezelfde feiten engebeurtenissen. Dewerkomstandighedenzijn somsronduit slecht.Datkanvoor joualswerker heel belastend zijn. Het kost dan zoveel moeite om overeind te blijven dat er maarweinig energieoverblijftvoor ordening tenbate vande cliënt. In acute toestanden is er vaak geen tijd voor gedegenonderzoek, en soms zijn cliënten zo beschadigd of gestoord dat zij voor geen enkele hulp vatbaar lijken; of de ellende is zo groot dat zij geenhulpvraagmeer kunnen formule ren. Sommigen zijn door de rechter gestuurd en hebben helemaal geen trek in de bemoeienis van hulpverleners. Ook zijn er mensen die – op het eerste gezicht –onbegrijpelijk gedrag vertonen, gedragdat jouniet enkel angst aan jaagt,maarwaar jeookgeen touw aanvast kunt knopen. Weer anderen zwijgen als het graf, of lijken in eenwereld te levenwaar jij geen enkele toegang toe kunt vinden. Daarbij kunnen de levensomstandig heden van cliënten zo gecompliceerd en ongunstig zijn dat herstructurering onmogelijk lijkt. Niet zelden zijn cliënten verstrikt geraakt in gecompliceerde of zelfs pathologi sche communicatiepatronen.Het komt regelmatig voor dat zij zich aandie pa tronen vasthouden en jou daarin willen betrekken. Het kan zijn dat je cliënt nietuitdeput kanofwil komen.Alshulpverlenerben jedaaralertop,wanthet heeft geen enkele zinom er dan zelf ookmaar in te springen.Maar er ismeer: omdat jedeelneemt aanhet levenvande cliënt, hoegedeeltelijk en tijdelijkdan ook, ben jeophembetrokken.Tegelijkertijdzul jeookdeafstandwillennemen dienodig isomhulp tekunnenbieden.Bovendien: jehebt anderecliëntenen je wilt ruimtehoudenvoor jeeigen leven.Voordecliënt endiensomgevingben je zowel participant alsvoorbijganger.Omdiedubbelrol tekunnen spelenmoet je overeenontwikkeldpositioneel inzichtbeschikken: inzichtdat jehelpt tebepa lenwanneer jemeemoet levenof een stapjeachteruitmoetdoen. Ordenendoe jeniet in jeeentje. Jemaaktdeeluitvaneenorganisatie. Jewerkt sa menmet collega’s vandezelfdeenanderedisciplines. Inde rangordeneem jeeen plaats in tussenmeerderen, gelijken enminderen.Hoewel debevoegdhedenvan management,middenkaderenuitvoerdersverschillen,oefenenallemedewerkers invloeduitopde ‘socialeconstructie’vanhungezamenlijke ‘werkwereld’ enalwat daarinbeweegt.Datgeeftmogelijkheden,maar scheptookgevaren. Elke organisatie heeft een eigen cultuur: er heersenbepaaldeminofmeer gedeeldeopvattingenovercliënt enmaatschappij, enerzijnnormen,procedu res, routines en rituelendiehet uitvoerendwerkvaakongemerkt sturen.

Made with FlippingBook - Online catalogs