Sjitze de Roos - Diagnostiek en planning

44

1    Deplancyclus inkortbestek

De techniek vande zelfhantering is een vorm van evenwichtskunst waarbij je ‘ratio’ je gevoel corrigeert zonder dat uit te schakelen, enomgekeerd je gevoel je ratio stuurt. Dat vergt zelfonderzoek, regelmatige feedback op de effecten van je optreden, en voortdurende afstemming van je eigen gevoelshuishou dingopdie van je cliënt. Jan-Piet is jongerenwerker in een Vinexwijk en begeleidt wekelijks de ontmoe tingsactiviteiten inhet centrum. Er komendan jongerenomgezellignaarmuziek te luisteren en te praten over allerlei zaken. Het is een soort introductieactiviteit waarbij het jongerenwerk op een laagdrempeligemanier in contact wil komen met jongeren. Tijdens een vande avondenbesteedt Jan-Piet bijna twee uur aan contactmeteenmeisjeuitdewijk.DeteamleidervraagtaanJan-Pietwateraande handwasmetdatmeisje.’‘Niks,’zegt Jan-Piet, enhij krijgteenkleuropz’nwangen. Deteamleiderwijsthemophet feitdatandere jongerenookzijnaandachthebben gevraagdenniethebbengekregen. Jan-Pietdenktnaoverditgesprekjeenbesluit het in tebrengen inhetvolgende intervisiegesprekmetcollega’s. Ineens gebeurdehet. Voor ikhetwist kroopWallyopmijn knieën. Totmijnont zetting sloeghij eenarmommijnnek, stak zijnduim in zijnmondenvleide zijn hoofd tegenmijnschouder.Daar zathijdanalseenbabyopmijnschoot, tachtig kiloaanhankelijkheid, tachtigkilokinderlijkeovergave, tachtigkilo tezwaarvoor mijnbelegerdegemoed. Terwijl ik zijnhart hoorde kloppenbrak het zweetmij vanallekantenuit. Paniekerigkeek ikommijheen, bevangendooreen redeloze angstvoorontdekking. ‘Ohgod, alsermaarniemandbinnenkomt, ik lijkwel een kindermeisje’, flitstehetdoormijnhoofd. Onhandigwist ikWallynaenige tijdvanmij af teduwen. Zeer tegen zijn zin slaagde ik ermoeizaam inhemweer naastme opde bank te krijgen. Verlegen metmijn figuur frunnikte ik vergeefs aanmijn verfomfaaide spijkerhemd. Even keek hij mij aan. Zijn blik trof me als die van een geslagen hond. Met een ruk schoot hij terug in zijngespierdebonkigheid, stondop, beendehet vertrek uit, smeet de deur achter zich dicht en sloot zich op in zijn kamer, mij in opperste verwarringachterlatend. Hij heeft nooitmeer eenwoordmetmij gewisseld. Ook ik sprak ermet nie mandover, tot ikhet ruimeenmaand lateraanmijnsupervisorvertelde.‘Dat jij je eenkindermeisjevoeldekan ikmevoorstellen’, zei ze, ‘maarwat iser zoverkeerd aan kindermeisjes?Misschien kunnendiewel meer dan jij ooit zult leren.Waar was jenueigenlijkbangvoor, voorhemof voor jezelf?’ Toen pas begreep ik hoe benauwd ikwas voormijn eigen verlegenheid en misschiennogwelmeer voor de vertederingdiebijmeopkwam voor eenman dieooiteenandermens ‘opbeestachtigewijze’omhet levenhadgebracht.Mijn verwarringwas te billijken, maar als hulpverlener schoot ik te kort: ik wist me geen raad enwerd zodoor emoties overmanddat ikWally vollediguit het oog verloor enmijneigengrenzennietmeerwist te trekken. •

Made with FlippingBook - Online catalogs