Sjitze de Roos - Diagnostiek en planning

48

1    Deplancyclus inkortbestek

zijnenopwelkemomentenzijhemmet rustmoeten laten.Eenhulpverlenerdie gepokt engemazeld is, zal danookniet gauween ‘intensiefpersoonlijkgesprek’ voerenmet eencliëntdieophetpunt staat zijnbehandelingaf te ronden.

1.6

Debetekenisvandeplancyclusvoordehulpverlening

Dat de plancyclus van betekenis kan zijn voor de ordening van het diagnos tischproces is inmiddelswelduidelijk.Pedagogen,psychologenenanderemin ofmeergespecialiseerdehulpverlenersmakendanookregelmatiggebruikvan vergelijkbare concepten.Maarmeer dan zij zijn sociale hulpverleners (‘social workers’) betrokken bij het ‘gewone’ leven van hun cliënten. Sommigen van henwerken invoorzieningenwaarin ‘het scheppenvan eengoede sfeer’ of ‘de begeleidingvanhet dagelijks levenvanbewoners’ voorop staat.Daarin spelen diagnostiek enplanningnauwelijks een rol vanbetekenis.Ofwel? Diagnostisch enplanmatig verantwoordwerken is het eerste gebod voor elke hulpverlener, zelfs al zou het er ‘alleenmaar’ om gaan vast te stellenwat ‘een goede sfeer’ betekent voorde langzaamvergrijzendebewonersvanhet gezins vervangend tehuiswaar jewerkt. Enmocht je als activiteitenbegeleidermoe ten bepalenwelke spelvormen geschikt zijn, dan zul jemoetenwetenwat de deelnemers willen, kunnen en nodig hebben. Kortom: je zoekt uit wat kan helpenenwaarom, en je stemt jeverdereactiedaaropaf.Met anderewoorden: jebegeeft je inhet diagnostischproces. Stel: jebentbetrokkenbijhetproject ‘aidspreventieenseksuelevoorlichtingaan verstandelijk gehandicapten’ vande stichtingwaar jewerkt. Je zult je allereerst oriënterenop jedoelgroep.Watweet je van ze, en vooral: watweet je vanhun omgang met seksualiteit, hun eventuele schaamte, aarzelingen en weerstan den?Welke informatie hebben ze nodig?Wat kunnen ze aan?Welk tempo van voorlichtingmoet jeaanhouden?Welke tijdenenwelke ruimtenzijngeschikt? Jewint informatie in, stelt vragenaanbewoners en collega’s, kijkt de kunst af bijmensendieal langer zo’nprojectdraaien, enzovoort.Ookoriënteer je jeopde beschikbarevormenvan seksuelevoorlichting, opmiddelenenmaterialen (tools) enopdevoor jouen jedoelgroepmeestgeschikte techniekenenmethoden. Daarnamaak je een diagnose van je doelgroep, waar je demogelijkheden vanhun context inmeeneemt. Jeobserveert enpeilt hun reacties. Jekoppelt je bevindingen terugop tal vanschijnbaar simpeledetails, zoalshetgewenste taal gebruik, enbijvoorbeeldopdevraagofhetwerkenmetdildo’sniet teconfronte- 1.6.1 Decomplexiteitvandepsychosocialehulpverlening eencondoomop eenbezemsteel