Sjitze de Roos - Diagnostiek en planning

49

Debetekenisvandeplancyclusvoordehulpverlening

1.6.2 Dehulpverlener: takenencompetenties Of hetnugaat omde eigen leefomgevingvande cliënt of om eengeheel of ge deeltelijkvervangendmilieu, inallegevallenhelp jealsdienst-ofhulpverlener optimale omstandigheden te scheppen in een voor betrokkenen vaakmoei lijke situatie. Je organiseert, ondersteunt, begeleidt of behandelt. Zo draag je ook bij aan de ontwikkeling van je vak. Je legt het accent op de totaliteit van je cliënt en zijn omgeving. Je let op beperkingen, maar net zo goed op sterke kanten. Diagnostisch gesproken ben je minder dan de specialist gericht op stoornissen of ziektebeelden, maar juistmeer op het ‘gezonde deel’ en de ‘al ledaagsemogelijkheden’ vandebetrokkene. Daarommaak je ‘werk’ van de gewone, dagelijkse dingen die iedermens als vanzelfsprekend verricht, maarwaar je cliënten vaakmoeitemee hebben. Voor SPH’ers spreekt dit vanzelf,maarookMWD’ers enCMV’ers zullen ieder met geheel eigen accenten aanmoeten sluiten bij het dagelijks leven van de cliënten. Jemaakt doelbewust gebruikvandat dagelijks levenvan cliëntenom een omslagpunt te vinden voor hulp en begeleiding. Op diemanier schep je Eenweek latervertelteenopgetogenbewoonsterdatzeheeftgevreeënmet haar vriend, eenmedebewoner, nadat zehaar bezemeerst keurig vaneen con doomhadvoorzien. ‘Het gingheel goed’, zegt ze, ‘alleen,wewistenniet precies: moet jediebezemnu inbed leggenof ernaast zetten.Dathad jeniet verteld.’ Uitdezeervaringmaak jeophoe letterlijk in iedergevaldezebewoonsterhet practicumheeft genomen. Je leert jewoordenop eengoudschaaltje tewegen en je zult nooitmeer eenbezemsteel gebruiken.Met anderewoorden: jeevalu eerten jekoppelt terug.Ookbij activiteitenalsdezevolg jedeprincipesvanhet ‘diagnostischproces’. rend zou zijn. Is het voorlopigniet beter omhet aanbrengenvaneen condoom metbehulpvaneenneutraler voorwerp tedemonstreren? Ten slotte stel jedoeleneneenwerkplanopvoor een serievoorlichtingsbij eenkomsten.Uiteraarddoe jedit alles samenmet jecollega’s. Eindelijk ishetdanzover. Jegeeftvoorlichtingovercondoomgebruikaaneen groepvan tienbewoners.Tot jeopluchting looptallesvolgensplan. Jehoudthet juiste tempo aan, je verbiedt de grappenmaker van de groep resoluut om tus sendoor schuinemoppen te tappen, jeweethetkennelijkeongemakvanenkele groepsledengoedop tevangenen jeeigengevoelensvanopgelatenheidprima te hanteren. Je bent niet alleen aan het woord, maar je observeert ook hoe je verhaal op je toehoorders overkomt en jeneemt hun reactiesmee in jeverdere optreden.Zelfshet‘practicumgedeelte’gaatvaneen leiendakje. Eerstdoe jemet eenbezemsteel voor hoe ze een condoommoetenomdoen. Na veel gegiechel doenallebewonersmee. ’sAvondsfiets je tevredennaarhuis. En terecht,want je hebtgeengeringeprestatieverricht.