CZW20120188

CZW20120188

Verzorgende-IG Verdiepen in de branche: de zorg voor mensenmet een verstandelijke beperking - Niveau 3

Proeve 3

Proeve 3 (2012-vz-vgz-pr3)

Opleiding:

Verzorgende-IG

Verdiepen in de branche:

de zorg voor mensenmet een verstandelijke beperking

Niveau

3

Artikelnummer CZW20120188

Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs - Zorg & Welzijn & Assisterenden Gezondheidszorg

Directie enmanagementteam L. Fine B. Huijberts A. Pijnenburg

I. Rabelink M. Wouters

Ontwikkelteamleider S. Borkus

Ontwikkelaar van deze fase J. Cuijpers R. van der Hoek I. Kolen L. Wesseling

Redactie A. Brink M. Brok

Ontwerp H. Witjes (Studio Blanche)

DTP Stichting Consortium Beroepsonderwijs/studio Blanche Juni 2013

Foto’s Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties heeft geregeld. Degene diemeent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemenmet Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

© 2013 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbe- stand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopie, opnamen of enige anderemanier, zonder toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Inhoud

Proeve 3 .........................................................................4

Werkprocessenmet de bijbehorende competenties .................5

Typering .........................................................................6

De opdracht .....................................................................9

Het resultaat..................................................................13

Beoordelingslijst.............................................................15

Daar waar zij staat, wordt ook hij bedoeld en omgekeerd. Daar waar zorgvrager staat, kan ook worden gelezen: patiënt, cliënt, gehandicapte, kind, bewoner. Daar waar zorgplan staat, kan ook zorgleefplan, verpleegplan of begeleidingsplan gelezen worden. Daar waar EVV’er staat, kan ook contactverzorgende, zorgcoördinator of persoonlijk begeleider gelezen worden. Daar waar stagiaire staat, wordt ook stagiair bedoeld.

Proeve 3 Verdiepen in de branche: de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking

Werkprocessenmet de competenties van deze proeve

Nummer en titel van het werkproces

Competenties bij het werkproces

1.1

D H

stelt (mede) het zorgplan op

Aandacht en begrip tonen Overtuigen en beïnvloeden Formuleren en rapporteren Vakdeskundigheid toepassen

J

K

M

Analyseren

1.2

E F J R

Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden

samenwerken en overleggen Ethisch en integer handelen Formuleren en rapporteren

Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

1.5

C D R

Begeleidt een zorgvrager

Begeleiden

Aandacht en begrip tonen

Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

1.9

E T V

Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties

samenwerken en overleggen

Instructies en procedures opvolgen Met druk en tegenslag omgaan

1.10 stemt de zorgverlening af

E

samenwerken en overleggen

Q

Plannen en organiseren

1.11 Evalueert de zorgverlening

D

Aandacht en begrip tonen Formuleren en rapporteren

J

M

Analyseren

2.1

K

Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep

Vakdeskundigheid toepassen

2.2

T

Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg

Instructies en procedures opvolgen

2.3

C

Geeft werkbegeleiding

Begeleiden

5

PROEVE 3

Typering Fenne heeft avonddienst op Akkerstaat 40. Hier wonen zes dames met eenmatige tot ernstige verstandelijke beperking. Het is dinsdagmiddag. Ans en Fiona hebben vrij en de andere dames zijn naar de dagbesteding. Na de overdracht maakt Fenne tijd om haar functioneringsgesprek voor te bereiden. Ze denkt na over de afgelopen periode. “Wat een verschil met zevenmaanden geleden. Toen kwam ik hier als pas gediplomeerde binnen. Ik vond het spannend en was onder de indruk van wat ik op de leefgroep zag en hoorde. Ik had nog niet eerder met cliënten van dit niveau gewerkt. Nu ben ik persoonlijk begeleider van Cobie. Het voorzitten van het MDO over Cobie viel mee. Het gesprek met de broer van Cobie over de voorgestelde aanpassingen in het zorgplan, leverde ook weer nieuwe informatie op. Dit alles heb ik verwerkt in het zorgplan van Cobie. Dan denk je een goed beeld van de voorgeschiedenis van de cliënt te hebben, maar dan blijkt het toch weer anders te zijn. De gehandicaptenzorg: het blijft boeien.” Fenne heeft samenmet een collega een bijscholingscursus over het voorkomen van agressie gevolgd. Ze willen in het eerstvolgende teamoverleg hun collega’s hierover informeren. Vorige week is Sandra, een tweedejaars student VZ-IG, op deze groep begonnen. Fenne neemt de begeleiding op zich. Ze is van plan om Sandra te betrekken bij de planning van de zomervakantie voor drie cliënten van deze groep en drie cliënten van de andere groep. Een weekje vakantie aan zee zou prachtig voor ze zijn. Fenne staat op en schenkt een beker thee in voor Ans en Fiona. Ans is aan het puzzelen. Fiona kijkt naar een Nederlandstaligmuziekprogramma op tv. Ze wiegt mee bij alle liedjes en geniet zichtbaar. Fenne gaat bij Ans en Fiona zitten en trekt de fruitmand naar zich toe. Ze schilt appels en kiwi’s. Over een kwartier komen de andere dames thuis. Sinds kort is er de afspraak dat alle cliënten rond vier uur een portie fruit krijgen. Voorheen was hiervoor geen vast moment gepland. In eenmeting van de kwaliteit van zorg kwam naar voren dat het geven van fruit geregeld werd vergeten. Met deze nieuwe afspraak eten de dames iedere dag fruit én is er een rustmoment gecreëerd voor de groep. Alle dames gaan bij thuiskomst gezellig aan tafel zitten voor het fruit, gevolgd door een kopje thee.

“Mensenmet een verstandelijke beperking zijn altijd gelukkig.” “Mensenmet een verstandelijke beperking horen gewoon thuis in eenwoonwijk.” “Mensenmet een verstandelijke beperking hebben net zoveel rechten als ieder ander.” “Mensenmet een verstandelijke beperking kunnen niet voor zichzelf zorgen.” “Mensenmet een verstandelijke beperking blijven in feite altijd kinderen.”.

6

VERZORGENDE-IG - Fase 3

Een greep uit allerlei ideeën die er leven onder Nederlanders over mensenmet een verstandelijke beperking. We kijken op verschillendemanieren aan tegen onze verstandelijk beperktemedemens: als een mens met een handicap, met beperkingen, maar ook met mogelijkheden. Als verzorgende in de zorg voor mensenmet een verstandelijke beperking, kom je vroeg of laat voor de vraag te staan: wat is mijn visie op demanier waaropmensenmet een verstandelijke beperking in het leven staan? Hoe kan ik hen daarbij ondersteunen zodat zij tot groei en ontwikkeling komen?

De zorg voor mensenmet een verstandelijke beperking is divers. Je ondersteunt kinderen, volwassenen en ouderenmet verschillende achtergronden, verschillende ontwikkelingsmogelijkheden en beperkingen. Gedragingen van de cliënten kunnen leuk en hartverwarmend zijn. Soms kan het gedrag problematisch en oninvoelbaar zijn. Ook is er soms sprake van complexe zorgproblemen. Door het gedrag van de cliënt word je geconfronteerdmet je eigen beperkingen en grenzen. Dan is het belangrijk dat je terug kunt vallen op je collega’s en je team. Jij hebt ook ondersteuning nodig om goed te kunnen blijven functioneren. Als verzorgende in de sector voor mensenmet een verstandelijke beperking leg je de nadruk op wonen. Dit doe je in combinatiemet verzorging, behandeling, school of werkvoorziening. Naast individuele zorg opmaat, kom je in aanrakingmet leefgroepen. De interacties in de leefgroep kunnen positief, maar ook negatief zijn. Van jou wordt gevraagd om dit in goede banen te leiden. Wanneer je werkt als verzorgende in de sector voor mensenmet een verstandelijke beperking, dan zijn normalisatie en integratie belangrijke begrippen. De behoefte aan onderwijs, werk en vrijetijdsbesteding van de cliënt met een verstandelijke beperking is daarbij het uitgangspunt. Ook hierin zijn taken voor jou als verzorgende weggelegd. Je verliest de kwaliteit van zorg niet uit het oog. Je levert een actieve bijdrage aan kwaliteitszorg, zowel in de zorg voor de individuele cliënt als op afdelingsniveau. De zorg voor mensenmet een verstandelijke beperking heeft door de tijden heen niet stilgestaan en is veranderd van zorg in grote gesloten instellingen tot zorg in kleine open woonvoorzieningen. Jij hebt je eenmening gevormd over deze ontwikkelingen. Nieuwe ontwikkelingen volg je door je bij te scholen en je positie als verzorgende in de zorg voor mensenmet een verstandelijke beperking te versterken. Je speelt een actieve rol in deskundigheidsbevordering van jezelf en je collega’s.

7

PROEVE 3

Oriënteren en Plannen Overlegmet je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdracht in de proeve. Bekijk de resultaten en de beoordelingslijst. Wanneer bepaalde bewijsstukken niet haalbaar zijn, zoek dan naar vervangende bewijsstukken. soms is het nodig dat je een aanvullend bewijsstuk inlevert. Bespreek je keuze voor de bewijsstukkenmet je begeleider. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

GO / NO GO

stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

Demoeilijkheidsgraad van de opdracht staat in de tabel hieronder aangegeven.

Demate van complexiteit van de beroepssituatie

Demate van zelfsturing

Demate van verantwoordelijkheid voor

gesloten context

geleid

uitvoering van eigen takenpakket jouw samenwerkingmet collega’s de hele zorg- en begeleidingscyclus aansturing van collega’s op hetzelfde of lager niveau

open context

begeleid

complexe context

zelfstandig

8

VERZORGENDE-IG - FAsE 3

De opdracht

A. De totale opdracht Je voert de totale opdracht uit in de beroepspraktijk. Je toont aan dat je professionele zorg verleent in de gehandicaptenzorg. Je bent in staat om de individuele cliënt en groepen cliënten in de gehandicaptenzorg systematisch en planmatig te begeleiden. In onvoorziene en noodsituaties reageer je effectief en zorgvuldig. Je levert een bijdrage aan de professionalisering van het beroep. Je coördineert alle zorg rondom cliënt(en) in de gehandicaptenzorg. Goede afstemming en evaluatie van de zorg zijn cruciaal om de behoefte van cliënten aan structuur te bewaken. Het werken aan deskundigheidsbevordering, kwaliteitszorg en het begeleiden van stagiaires hoort ook tot je taken. Dit wordt beoordeeldmet behulp van de beoordelingslijst van deze proeve. Maak hierover afsprakenmet je beoordelaars.

Je werkt daarnaast aan onderstaande specifieke opdrachten.

B. Het verzamelen van gegevens bij het verlenen van de totale zorg Je bent gedurende zes weken verantwoordelijk voor de uitvoering van de totale dagelijkse zorg aan vijf cliëntenmet middencomplexe zorgbehoeften. Dit doe je vanuit de bestaande begeleidingsplannen. Je begeleidt niet alleen de cliënt, maar je stemt de zorg ook af met collega’s en andere disciplines. Je betrekt de wettelijk vertegenwoordigers, mantelzorgers of naasten bij de zorgverlening.

Om de breedte van je verdieping te garanderen kies je cliëntenmet verschillende middencomplexe zorgproblemen. Bijvoorbeeld een cliënt met een verstandelijke beperking

waarbij ook sprake is van: • gedragsproblemen

• toepassen van dwang- en drangmaatregelen • een visuele, auditieve of motorische stoornis • epilepsie • autisme of een aan autisme verwante contactstoornis • verliesverwerking • levensgewoonten uit een andere culturele of religieuze achtergrond • gedeeltelijk thuis en gedeeltelijk in een instelling wonen • palliatieve en/of terminale zorg • preventie van complicaties door vroege- en risicosignalering • opname • overplaatsing • zelfstandig gaan wonen

• acuut veranderende situatie • veranderingen in dagbesteding • veranderingen ten gevolge van het ouder worden.

9

PROEVE 3

Verzamel achtergrondgegevens van iedere cliënt. schrijf dit uit in vijf casussen. Betrek hierin: • het levensverhaal of de voorgeschiedenis • gegevens over de gezondheidsproblematiek en de wijze waarop dit zich bij iedere cliënt manifesteert, de oorzaken van de gezondheidsproblematiek, de gevolgen voor het lichamelijke en psychosociale functioneren • onderzoeken, behandelingen/medicatie • de juridische status van de cliënt inclusief de consequenties daarvan voor de cliënt zelf, voor de wettelijke vertegenwoordiger, mantelzorgers en zorgverleners • andere relevante wetgeving (bijvoorbeeld dwang en drang, recht op passend onderwijs, recht op arbeid) en demanier waarop aan deze wetgeving uitvoering gegeven wordt • een samenvatting van de geboden zorg. C. Begeleidingsplannen van vijf cliënten Op basis van de in opdracht B . verzamelde gegevens geef je verbeterpunten voor de zorg aan. Deze verwerk je in het begeleidingsplan van iedere cliënt. Bespreek de verbeterpuntenmet de persoonlijk begeleider van de cliënt. Breng jouw voorstellen voor het aanpassen van het begeleidingsplan in, in eenMDO of een ander relevant coördinerend overleg. Op basis van de gegevens uit het overleg stel je het begeleidingsplan bij. Onderbouw de wijzigingenmet duidelijke argumenten. Je legt in overlegmet de persoonlijk begeleider het begeleidingsplan voor aan de cliënt en/of zijn wettelijke vertegenwoordiger en de betrokken zorgverleners. stel het begeleidingsplan zo nodig bij op basis van de feedback. Vraag aan de betrokkenen in de zorg instemming enmedewerking voor de uitvoering. D. Rapportage van de totale zorg aan de vijf cliënten Voer de zorg uit volgens de begeleidingsplannen van opdracht C . schrijf een rapportage van de door jou gegeven zorg, inclusief de wijze waarop je in onvoorziene situaties hebt gehandeld. E. Regie voeren Je draait zeven verantwoordelijke diensten. Hierin ben je verantwoordelijk voor de continuïteit van de zorg op (een deel van) de afdeling of de leefgroep waar je werkzaam bent. Je stemt de zorg af met alle betrokkenen.

• Je plant de werkzaamheden. • Je verdeelt de werkzaamheden. • Je evalueert de geboden zorg. • Je past je plan aan bij veranderde omstandigheden. • Je neemt de juiste beslissingen.

Maak een overzicht van jouw afstemmende werkzaamheden in de rol van verantwoordelijke of oudste van dienst, gedurende de zeven diensten. Evalueer aan de hand van dit overzicht jouw functioneren in je team. Neem de feedback in je overzicht op.

10

VERZORGENDE-IG - FAsE 3

F. Begeleiden van een student Je begeleidt een student. • Je onderzoekt de wijze waarop stagebegeleiding gegeven wordt. • Jemaakt een plan voor het begeleiden van een student. Dit plan sluit aan bij de opleiding en begeleidingsbehoefte van de student. Verwerk hierin de overdracht van vakkennis, vaardigheden en houding die specifiek zijn voor de afdeling/setting waar je werkt. • Je begeleidt een student gedurende een periode waarin alle facetten van het begeleiden aan bod komen. • Je vraagt feedback aan je collega’s en aan de student over het plan en over jouwmanier van begeleiden. Dit doe je tussentijds en aan het einde van de periode. Zo nodig pas je je begeleidingsstijl aan. Je verdiept je in een onderwerp binnen de zorg dat relevant is voor jouw collega’s. Organiseer en verzorg (een gedeelte van) een bijeenkomst, waarin een door jou gekozen onderwerpmet betrekking tot deskundigheidsbevordering centraal staat. Deze bijeenkomst kan zijn: • een themabijeenkomst (met eventueel een gastspreker) • een klinische les (met eventueel een gastspreker) • een presentatie van nieuwmateriaal (met eventueel een film of foldermateriaal) • een vorm naar eigen keuze. G. Vakkennis overdragen Je bevordert de deskundigheid binnen je team. Je sluit af met een evaluatie van de inhoud en van de vormgeving. Maak een procesverslag `Overdracht van vakkennis’. Hierin neem je op: de inhoudelijke beschrijving, plan van aanpak en de evaluatie. H. Samenvatting artikel ontwikkelingen en trends Verdiep je in de ontwikkelingen en trends binnen de gehandicaptenzorg. Kies er een ontwikkeling of trend uit die raakvlakken heeft met de zorg die jij verleent. Zoek bij dit onderwerp een actueel en relevant artikel. Maak een samenvatting van dit artikel. Bespreek dit in een professioneel groepsverband. Voeg de conclusies uit de bespreking toe aan de samenvatting.

11

PROEVE 3

I. Kwaliteitsverbetering Je levert actief een bijdrage aan het verbeteren van de kwaliteit van de dagelijkse zorg in de gehandicaptenzorg. Hiervoor kies je een actueel onderwerp waarvan jij en je team vinden dat de zorg verbeterd kan worden. Voer een kwaliteitsonderzoek uit: • Verdiep je in het onderwerp. • Gebruik eenmeetinstrument dat past bij het onderwerp. • Voer een 0-meting uit. Zorg ervoor dat die betrouwbaar en valide is. • Betrek hierbij je team. • Trek conclusies uit je onderzoek en kommet een beargumenteerd verbetervoorstel. • Presenteer je kennis en expertise over het verbetervoorstel aan je collega’s. • Verwerk de feedback enmaak afspraken over de uitvoering. • Voer je verbeterplan uit. • Doe na verloop van tijd een vervolgmetingmet hetzelfde instrument (de 1-meting). • Maak een schriftelijke samenvatting waarin je de verschillen aangeeft tussen de 0-meting en de 1-meting.

Als je kiest voor een vervangende of aanvullende opdracht, let er dan op dat deze voldoet aan de beoordelingslijst van deze proeve.

12

VERZORGENDE-IG - FAsE 3

Het resultaat A.

De afgetekende beoordelingslijst van deze proeve.

Specifieke bewijsstukken B.

Geschreven casussen van de vijf cliënten. WP 1.2: E, F, J, R. WP 1.5: C, D, R. WP 1.9: E, T, V. Vijf begeleidingsplannen. WP 1.1: D, H, J, K, M enWP 1.11: D, J, M. Rapportage van de totale zorg aan de vijf cliënten. WP 1.2: J.

C.

D.

E. Overzicht van afstemmende werkzaamheden + feedback collega’s. WP 1.2: F. WP 1.10: E, Q. WP 1.11: M. F. Een bewijsstuk waaruit blijkt dat de stagiaire in een krachtige leeromgeving heeft kunnen werken. WP 2.3: C. G. Een procesverslag `Overdracht van vakkennis’. WP 2.1: K. H. Samenvatting van het artikel over ontwikkelingen/trends en conclusies uit de bespreking. WP 1.11: J enWP 2.1: K. I. Onderzoeksresultaten van de kwaliteit van zorg. Verbetervoorstel en de samenvatting van de resultaten van de kwaliteitsverbetering. WP 1.11: M enWP 2.2: T.

Vervangende of aanvullende bewijsstukken – – – –

Neem de bewijsstukken op in je portfolio.

13

PROEVE 3

14

VERZORGENDE-IG - Fase 3

Beoordelingslijst

Proeve 3 Verdiepen in de branche: de zorg voor mensenmet een verstandelijke beperking (2012-vz-vgz-pr3)

Naam student:

Opleiding: Verzorgende-IG

Fase:

Cohort:

Datum:

voldoende goed

Prestatie-indicatoren

onvoldoende

Competenties

Kwalificerend

- componenten

Werkproces 1.1 Stelt (mede) het zorgplan op D Aandacht en begrip tonen P Dit betekent dat:

• je aandachtig luistert naar de cliënt • je kijkt naar de gezondheidssituatie, de zorgbehoeften en de leefomstandigheden van de cliënt enmantelzorger en/of naasten • je je verdiept in de gevoelens van de cliënt • je bekijkt in hoeverremantelzorger en naasten kunnen participeren in de zorg zodat: • de cliënt, wettelijk vertegenwoordiger, mantelzorger en naasten betrokken worden bij het opstellen van het begeleidingsplan. P Dit betekent dat: • je het intakegesprek met de cliënt in goede banen leidt • je oog hebt voor verschillende belangen enmogelijkheden • je probeert eruit te halen wat realistisch gezienmogelijk is • je streeft naar overeenstemming zodat: • het begeleidingsplan over voldoende draagvlak beschikt en alle betrokkenen hiermee kunnen instemmen. • je de verkregen gegevens accuraat verwerkt • je op correcte wijze en kernachtig de doelen en activiteiten formuleert zodat: • het begeleidingsplan voor alle betrokkenen inzichtelijk, duidelijk en begrijpelijk is. P Dit betekent dat:

– luisteren – inleven in andermans gevoelens

H Overtuigen en beïnvloeden

– overeenstemming nastreven – gesprekken richting geven – onderhandelen

J Formuleren en rapporteren

– correct formuleren – nauwkeurig en volledig rapporteren – vlot en bondig formuleren

15

PROEVE 3

Prestatie-indicatoren

voldoende goed

Competenties

Kwalificerend

onvoldoende

- componenten

K Vakdeskundigheid toepassen

P Dit betekent dat:

• je gebruik maakt van je kennis over stoornissen, beperkingen, functioneringsproblemen en ziektebeelden van alle zorgcategorieën • je vragen beantwoordt zodat: • je in het begeleidingsplan verantwoorde en haalbare doelen stelt.

–– vakspecifiekementale vermogens aanwenden

M Analyseren

P Dit betekent dat:

• je de verzamelde gegevens analyseert • je de juiste verbanden legt • je logische conclusies trekt

–– informatie genereren uit gegevens

–– conclusies trekken –– verbanden leggen zodat: • je de zorgbehoefte goed in kaart brengt, de juiste zorgdoelen stelt en hierbij geschikte activiteiten kiest. Werkproces 1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid enwelbevinden E Samenwerken en overleggen P Dit betekent dat:

• je, indien nodig, andere zorgverleners inschakelt • jemet andere zorgverleners overlegt • je alle betrokkenen volledig informeert • je op tijd belangrijke zakenmeldt zodat: • er een professionele samenwerking bestaat rondom de persoonlijke verzorging. P Dit betekent dat: • je handelt volgens ethischemaatstaven van de beroepscode en de organisatie • je eerlijk en betrouwbaar bent • je discreet omgaat met gevoelige zaken • je de verschillen tussen cliënten accepteert en respecteert • je zowel verbaal als non-verbaal duidelijk communiceert zodat: • je de cliënt respectvol behandelt bij de persoonlijke verzorging en in voorkomende gevallen bij terminale zorg.

–– anderen raadplegen en betrekken –– afstemmen –– proactief informeren

F Ethisch en integer handelen

–– ethisch handelen –– integer handelen –– verschillen tussenmensen respecteren

J Formuleren en rapporteren

P Dit betekent dat:

• je je bevindingen rapporteert • je onderscheidmaakt tussen hoofd- en bijzaken

zodat: • betrokkenen altijd over een kernachtige en actuele rapportage over de gezondheidstoestand van de cliënt beschikken.

–– vlot en bondig formuleren

16

VERZORGENDE-IG - Fase 3

onvoldoende

Prestatie-indicatoren

voldoende goed

Competenties

Kwalificerend

- componenten

R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

P Dit betekent dat: • je de cliënt bij de persoonlijke verzorging ondersteunt • je afspraken nakomt • je regelmatig controleert of de cliënt nog tevreden is zodat: • de ondersteuning goed blijft aansluiten op de afspraken en de verwachtingen.

–– aansluiten bij

de behoeften en verwachtingen –– klanttevredenheid in de gaten houden

Werkproces 1.5 Begeleidt een zorgvrager C Begeleiden

P Dit betekent dat: • je sturende, motiverende of activerende begeleiding biedt • je de cliënt stimuleert om handelingen en activiteiten zoveel mogelijk zelf uit te voeren zodat: • de cliënt een positieve instelling en vertrouwen in zijn eigen kunnen opbouwt en hij zo veel mogelijk zelfstandig gaat en blijft functioneren. Dit betekent dat: • je demantelzorger en naasten adviseert rekening te houding met hun draagkracht • je adviezen geeft aanmantelzorger en naasten over hoe de draagkracht versterkt kan worden P Dit betekent dat: • je betrokkenheid toont bij het fysieke enmentale welzijn van de cliënt • je de cliënt met respect en geduld behandelt zodat: • er een goede relatie bestaat als basis voor de begeleiding bij de zelfredzaamheid. P Dit betekent dat: • je controleert of er aan de verwachtingen en wensen van de cliënt en naasten wordt voldaan • je de tevredenheid zo objectief mogelijk vaststelt zodat: • demantelzorger en naasten niet overbelast raken.

–– adviseren –– motiveren

D Aandacht en begrip tonen

–– interesse tonen –– verdraagzaamheid en welwillendheid tonen –– bezorgdheid tonen voor anderen R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

zodat: • de cliënt en naasten tevreden zijn en blijven over de begeleiding bij de zelfredzaamheid.

–– klanttevredenheid in de gaten houden

Werkproces 1.9Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties

P Dit betekent dat:

E Samenwerken en overleggen

• je (op tijd) hulp inschakelt van anderen

zodat: • de cliënt snel en adequaat behandeld en begeleid wordt.

–– anderen raadplegen en betrekken

17

PROEVE 3

Prestatie-indicatoren

voldoende goed

Competenties

Kwalificerend

onvoldoende

- componenten

R Dit betekent dat: • je volgens voorgeschreven procedures voor onvoorziene of crisissituaties handelt • je de wettelijke richtlijnen voor onvoorziene of crisissituaties kent en toepast

T Instructies en

procedures opvolgen

–– werken conform

voorgeschreven procedures –– werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen

zodat: • de kwaliteit van de zorgverlening gewaarborgd is.

P Dit betekent dat: • je in stressvolle situaties gericht blijft op de zaken die gedaanmoeten worden • je bij het stellen van grenzenmet alternatieven komt • je goed om kunt gaanmet je eigen gevoelens • je grenzen stelt

V Met druk en tegenslag omgaan

–– effectief blijven presteren onder druk –– gevoelens onder controle houden –– grenzen stellen

zodat: • je effectief en professioneel blijft handelen.

Werkproces 1.10 Stemt de zorgverlening af

P Dit betekent dat: • je in het kader van de afstemming van de zorgverlening de mening van alle betrokkenen vraagt • je regelmatig en tijdig overlegt met alle betrokkenen

E Samenwerken en overleggen

–– anderen raadplegen en betrekken –– afstemmen

zodat: • ieders taak en inbreng duidelijk is.

Q Plannen en organiseren

P Dit betekent dat: • je in overlegmet betrokkenen bepaalt welke werkzaamheden en activiteiten prioriteit hebben • je zorgt dat activiteiten goed op elkaar zijn afgestemd

• je regelmatig overlegt met andere disciplines • je de verschillende werkzaamheden plant

–– activiteiten plannen –– tijd indelen –– doelen en prioriteiten stellen

zodat: • de benodigde werkzaamheden binnen de beschikbare tijd worden uitgevoerd.

Werkproces 1.11 Evalueert de zorgverlening D Aandacht en begrip tonen

P Dit betekent dat: • je de cliënt en andere betrokkenen vraagt naar hun

ervaringen, ideeën en gevoelens over de geboden zorg en begeleiding

• je aandachtig luistert • je zo nodig doorvraagt

–– luisteren –– interesse tonen

zodat: • je de informatie die je hebt gekregen inbrengt bij de evaluatie.

18

VERZORGENDE-IG - Fase 3

onvoldoende

Prestatie-indicatoren

voldoende goed

Competenties

Kwalificerend

- componenten

J Formuleren en rapporteren

P Dit betekent dat: • je scherp, kernachtig en op een duidelijkemanier je bevindingen formuleert

zodat: • de evaluatie (verslaglegging) van de zorgverlening voor alle betrokkenen begrijpelijk is.

–– vlot en bondig formuleren

M Analyseren

T Dit betekent dat: • je uit de verzamelde gegevens voor de evaluatie de belangrijkste informatie haalt • je logische conclusies trekt uit de informatie • je eventuele problemen oplost

–– conclusies trekken –– oplossingen voor

problemen bedenken –– informatie uiteenrafelen

zodat: • het begeleidingsplan zo nodig kan worden bijgesteld en de zorgverlening verbeterd wordt of goed wordt afgesloten. Werkproces 2.1Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep K Vakdeskundigheid toepassen P Dit betekent dat:

• je vakkennis en vaardigheden bijhoudt • je de eigen kennis en expertise op begrijpelijke wijze overdraagt aan collega’s en andere deskundigen • je feedback gebruikt om van te leren • je deelneemt aan inhoudelijke, beroepsmatige discussies zodat: • je werkt aan je persoonlijke ontwikkeling en een bijdrage levert aan de professionalisering van het beroep verzorgende- IG in de zorg voor mensenmet een verstandelijke beperking.

–– expertise delen

Werkproces 2.2Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg

R Dit betekent dat:

T Instructies en

procedures opvolgen

• je de voorgeschreven procedures rondom kwaliteitsverbetering opvolgt

zodat: • je een effectieve bijdragen levert aan het bevorderen en bewaken van de kwaliteitszorg.

–– werken conform

voorgeschreven procedures

Werkproces 2.3 Geeft werkbegeleiding C Begeleiden

P Dit betekent dat: • je een optimale leeromgeving schept die studenten en/of stagiaires stimuleert zich te ontwikkelen zodat: • zij zich optimaal kunnen ontwikkelen als een deskundig beroepsbeoefenaar.

–– anderen ontwikkelen

19

PROEVE 3

voldoende goed

onvoldoende

Bewijsstukken Kwalificerend

A. De afgetekende beoordelingslijst van deze proeve.

Specifieke bewijsstukken:

Werkprocessen Competenties

1.2 1.5 1.9

E - F - J - R C - D - R E - T - V

B. Geschreven casussen van vijf cliënten.

1.1 1.11

D - H - J - K - M D - J - M

C. Vijf begeleidingsplannen.

1.2

J

D. Rapportage van de totale zorg aan de vijf cliënten.

1.2 1.10 1.11

F E - Q M

E. Overzicht van afstemmende werkzaamheden + feedback collega’s.

2.3

C

F. Een bewijsstuk waaruit blijkt dat de stagiaire in een krachtige leeromgeving heeft kunnen werken.

2.1

K

G. Een procesverslag ‘Overdracht van vakkennis’.

1.11 2.1 1.11 2.2

J K

H. Samenvatting van het artikel over ontwikkelingen/trends en de conclusies uit de bespreking.

M T

I. Onderzoeksresultaten van de kwaliteit van zorg.

Verbetervoorstel en de samenvatting van de resultaten van de kwaliteitsverbetering.

Aanvullende of vervangende bewijsstukken:

Werkprocessen Competenties

Cesuur In deze proeve zijn de competenties binnen de werkprocessen op het vereiste beheersingsniveau aangetoond.  ja  nee

20

VERZORGENDE-IG - Fase 3

Onderbouwing van de beoordeling met voorbeelden die in verband staanmet de prestatie-indicatoren

Indien de student competenties binnen een werkproces onvoldoende heeft aangetoond, geef dan op het niveau van de prestatie-indicator aan wat de oorzaak daarvan is.

De beoordelaars van de Proeve 3 Verdiepen in de branche: de zorg voor mensenmet een verstandelijke beperking (2012-vz-vgz-pr3) zijn:

Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)

Naam beoordelaar

Functie beoordelaar

Handtekening

Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)

Naam beoordelaar

Functie beoordelaar

Handtekening

Naam student

Handtekening

21

PROEVE 3

Verpleegkundige Kompas

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Zorghulp Niveau 1

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Helpende Zorg &Welzijn Niveau 2

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1 Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Kompas Competentiewijzer 1.1 Verzamelen van gegevens 1.2 Beginnenmet zorg 1.3 Planmatig zorgverlenen 1 1.4 Begeleiden bij het uitvoeren van huishouden en wonen 1.5 Ondersteunen bij basisbehoeften 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Omgaanmet lastige situaties 2.3 Planmatig zorgverlenen 2 2.4 Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.5 Begeleiden van een woongroep 2.6 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.7 Begeleiden bij verandering, pijn en verliesverwerking Proeve Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek Fase 3 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Professionaliseren 3.3 Participeren in kwaliteit van zorg Proeve Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Proeve Competentiewijzer Fase 2 Verpleegkundige Kompas 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Proeve Competentiewijzer Fase 2 Verpleegkundige Kompas 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Proeve Competentiewijzer Fase 2 Fase 2 Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3 Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3 Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3 Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer Proeve Fase 2 Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer

Verzorgende Niveau 3

Verpleegkundige Kompas

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Niveau 4

Verpleegkundige Kompas

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Medewerker maatschappelijke zorg Niveau 3

Verpleegkundige Kompas

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Persoonlijke begeleider gehandicaptenzorg Niveau 4

Persoonlijke begeleider specifieke doelgroepen Niveau 4

Verpleegkundige Kompas

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Pedagogischmedewerker kinderopvang Niveau 3

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Overzicht beroepsprestaties Zorg enWelzijn - 2012 Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Gespecialiseerd pedagogischmedewerker KO - Niveau 4

Pedagogisch medewerker JZ - Niveau 4

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Onderwijsassistent Niveau 4

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Sociaal cultureel werker Niveau 4

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Sociaal-maatschappelijk dienstverlener Niveau 4

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Eenuitgavevan:

Artikelnummer: CZW20120188

Made with