L. de Blois & R.J. van der Spek - Een kennismaking met de oude wereld

Een kennismaking met de oude wereld

Als alle wetenschappen is ook de geschiedwetenschap voortdurend in beweging. Het beeld dat de auteurs van dit boek hebben geschapen, is een product van twee auteurs aan het begin van de eenentwintigste eeuw en is zo veel mogelijk verantwoord naar de huidige maatstaven. Deze oudheid is dus anders dan de oudheid uit de eerste editie van dit boek. Nieuwe ontwikkelingen hebben een herziene versie van dit boek noodzakelijk gemaakt. Er zijn nieuwe documenten gevonden en nieuwe opgravingen uitgevoerd en er is heel veel wetenschappelijk onderzoek verricht. Bronnen Onze kennis van de oudheid berust voor een deel op een continue overlevering van toen tot op heden. Talrijke werken van klassieke geschiedschrijvers, dich ters, redenaars, filosofen en wetenschappers zijn door de eeuwen heen steeds overgeschreven en na de uitvinding van de boekdrukkunst overal verspreid. Uiteraard zijn ook heel wat werken uit de oudheid verloren gegaan. Eén belangrijke ‘filter’ mag hier genoemd worden. Veel antiek filosofisch en wetenschappelijk erfgoed is tot ons gekomen via de Arabieren, die in de middel eeuwen een rijke literaire en wetenschappelijke productie hadden en daarbij an tieke (met name Griekse) werken gebruikten en vertaalden. Zij hebben uiteraard eigen interpretaties toegevoegd en dus kennen wij sommige belangrijke Griekse werken in feite in een Arabische versie. Heel wat informatie is niet in continue overlevering tot ons gekomen. Dat materiaal is door opgravingen aan het licht gebracht of op andere wijze gevon den, zoals inscripties (opschriften op steen of ander bestendig materiaal), papyri (brieven, afrekeningen, gedichten en andere geschriften op papier dat gemaakt werd van Egyptisch papyrusriet), kleitabletten (beschreven met een driehoekige stift in zachte klei) en munten (met afbeeldingen en opschriften). Papyri worden bijna alleen in Egypte gevonden; ze zijn daar in het droge woestijnzand en in de graven bewaard gebleven. Ook bouwwerken (bijvoorbeeld huizen, openbare gebouwen, tempels en verdedigingswerken) en voorwerpen (zoals sieraden, wa pens en huisraad) geven informatie over de oudheid. Vooral voor de geschiedenis van het oude Nabije Oosten zijn we aangewe zen op vondsten. Hetzelfde geldt overigens voor de historie van de Kelten en de Germanen. De continue stroom van de overlevering is voor verscheidene beschavingen van het oude Nabije Oosten grotendeels opgedroogd doordat de betreffende talen en schriftsoorten in de eerste eeuwen van onze jaartelling ver loren raakten. Tot in de negentiende eeuw – toen onze kennis verrijkt werd door grote opgravingen en door de ontcijfering van enkele oude geschreven talen – wisten wij alleen iets van het oude Nabije Oosten uit de werken van Griekse en Romeinse auteurs en uit de Bijbel. Ook de kennis van de Griekse en Romeinse geschiedenis is vergroot door vondsten. Hiermee houden verschillende specialistische wetenschappen zich bezig, zoals de epigrafie (de bestudering van inscripties), de numismatiek (mun-

12

Made with FlippingBook - Online magazine maker