L. de Blois & R.J. van der Spek - Een kennismaking met de oude wereld

1  •  Het ontstaan van de beschavingen in Egypte en Mesopotamië

Aan de oevers van de rivieren Eufraat en Tigris in Mesopotamië (Irak) en de Nijl in Egypte zijn beschavingen ontstaan die hun stempel op de geschiedenis van de oostelijke helft van het Middellandse Zeegebied gedrukt hebben. De opkomst van deze culturen even voor 3000 v.Chr. kenmerkte zich door een toenemende verstedelijking, staatsvorming en de uitvinding van het schrift. Voor het zover was, had de mens al een ontwikkeling van vele honderdduizen den jaren achter de rug. Dat was de periode van de zogenoemde steentijd (naar de ontwikkeling van de stenen werktuigen), onderverdeeld in oude, midden- en nieuwe steentijd. In de oude en middensteentijd leefden de mensen van wat zij vonden, van de jacht en van het verzamelen van plantaardig voedsel. Daarbij was het noodzakelijk steeds nieuwe jachtterreinen op te zoeken, zodat men niet lang op dezelfde plaats bleef wonen. Aan het eind van de middensteentijd (ca. 10.000 v.Chr.) had de mens zijn werktuigen inmiddels zo verbeterd dat hij effectiever van de natuurlijke omstandigheden kon profiteren. Daardoor bleven sommige groepen langer op dezelfde plaats wonen in primitieve hutten en holen. Hierna werd op verschillende plaatsen in de wereld, maar naar het schijnt het eerst in het Nabije Oosten, de stap gezet naar een grotere beheersing van de natuur door het zelf kweken van de graansoorten die tot dan in het wild opge spoord werden, en door het temmen en fokken van de dieren waarop vroeger gejaagd werd. Deze ontwikkeling komt goed op gang in het begin van de nieuwe steentijd (het neolithicum, gekenmerkt door het gebruik van gepolijste stenen werktuigen). Vanwege haar grote betekenis voor de voortgang van de menselijke beschaving wordt zij wel aangeduid met de term ‘ neolithische revolutie ’, oo k al duurde dit proces duizenden jaren en zijn de eerste sporen ervan al voor het neolithicum waargenomen. Bij de landbouw onderscheiden we twee typen, namelijk regenlandbouw en ir rigatielandbouw . Regenlandbouw is mogelijk in gebieden waar ten minste 250 millimeter regen per jaar valt. Deze vorm van landbouw was mogelijk in Iran, Noord-Irak, Noord-Syrië en het kustgebied van de Middellandse Zee. Egypte en zuidelijk Mesopotamië waren aangewezen op irrigatielandbouw. De van regen landbouw afhankelijke gebieden in het Nabije Oosten met een regenval van 250 tot 400 millimeter per jaar waren bijzonder kwetsbaar. Een geringe terugval in de regenval bracht meteen een voedselcrisis met zich mee en langduriger klimaat veranderingen hadden grote sociale en politieke consequenties.

1.1 Landbouw

19

Made with FlippingBook - Online magazine maker