L. de Blois & R.J. van der Spek - Een kennismaking met de oude wereld

1  •  Het ontstaan van de beschavingen in Egypte en Mesopotamië

omdat de sedentairen bang waren voor plunderingen door de (semi)nomaden, en liefde omdat beide groepen elkaars producten nodig hadden. Deze tegenstel ling was een geliefd thema in de literatuur en speelt onder andere een rol in het Bijbelverhaal van de moord van landbouwer Kaïn op schaapherder Abel.

1.3 Geografische gesteldheid: overeenkomsten en verschillen

De geografische gesteldheid van Egypte en Mesopotamië vertoont belangrijke overeenkomsten (beide zijn afhankelijk van rivierwater, er valt nauwelijks re gen en er is gebrek aan grondstoffen, zoals metalen en timmerhout), maar ook belangrijke verschillen. In Egypte zijn de voorwaarden voor landbouw gunsti ger dan in Mesopotamië. Zoals we al zeiden, stroomt de Nijl over voordat de zaaitijd begint en stromen de Eufraat en de Tigris juist net voor de oogst over. De Egyptenaar zaaide in op het vruchtbare slib dat de rivier had achtergelaten, terwijl de Mesopotamiër het water voorzichtig door de voren moest laten lo pen. Het water van de Nijl is bovendien beter van kwaliteit. De Eufraat en de Tigris voeren namelijk schadelijke zouten mee, die achterblijven in het grond water − dat zeer hoog staat, omdat het land laag en vlak is. Door haarvaten in de klei kruipt het zout bovendien naar boven. Door langdurige irrigatie (zonder voldoende drainage) kan de grond dan ook zodanig verzilten dat landbouw on mogelijk wordt. Dat verzilting voorkwam, kan men aflezen aan de keuze van de verbouwde gewassen. In Zuid-Mesopotamië werd steeds meer gerst en steeds minder tarwe verbouwd. Gerst is namelijk beter tegen zout bestand. In Egypte verbouwde men eerst gerst, maar vanaf het Nieuwe Rijk (ca. 1500 v.Chr.) werd emmertarwe de voornaamste graansoort. In de periode na Alexander de Grote (ca. 330) maakte tarwe een opmars onder invloed van de Griekse immigranten. Een ander belangrijk verschil tussen de Egyptische en Mesopotamische geo grafische gesteldheid heeft betrekking op de omgeving. In Egypte is de overgang van cultuurland naar woestijn zo abrupt dat men letterlijk met één been op een groen veld en met het andere in de woestijn kan staan. Omdat het door onbe woonbare woestijn werd omringd, was Egypte veel moeilijker bereikbaar dan Mesopotamië, waar de overgang naar minder vruchtbare streken veel vloeiender verliep. Dankzij zijn geïsoleerde ligging kreeg Egypte pas in het midden van het tweede millennium te maken met invasies van buitenlanders, vooral in de delta. Dit verschil heeft grote politieke consequenties gehad. Egypte heeft lang een vrij stabiel en statisch geschiedverloop gehad zonder veel inmenging van buiten, terwijl Mesopotamië voortdurend te maken heeft gehad met binnendringers die er dikwijls de macht overnamen, waardoor voortdurend nieuwe rijken ontston den. Doordat de nieuwe machthebbers zich in sterke mate aanpasten aan de be staande culturele traditie, was echter ook in Mesopotamië sprake van een grote continuïteit.

23

Made with FlippingBook - Online magazine maker