L. de Blois & R.J. van der Spek - Een kennismaking met de oude wereld

3  •  Het tweede millennium v.Chr.

Mesopotamië: de Oud-Assyrische en de Oud-Babylonische tijd In het begin van het tweede millennium kwamen in Mesopotamië twee sta ten tot ontwikkeling die de volgende vijftienhonderd jaar een hoofdrol zouden blijven spelen, namelijk Assyrië en Babylonië . Het merkwaardige is dat een vreemd volk, de Amorieten − die zich aan het einde van het derde millennium in Mesopotamië gevestigd hadden (zie p. 29) −, daaraan een grote bijdrage heeft geleverd. Het is een voorbeeld van infiltratie in een cultuurland door een half nomadische bevolkingsgroep, die ter plaatse de macht weet over te nemen. In Assur, Babylon en Mari (zie kaart 3.2) kwamen Amorieten aan de macht, zonder overigens hun nomadische levenswijze geheel op te geven. De enigszins hybride positie van een Amoriet op de koningstroon komt aardig tot uiting in de titels van sommige Amoritische koningen, die zich ‘koning van stad X, stamhoofd van stam Y’ noemden. De Amorieten beïnvloedden de Mesopotamische cultuur, maar pas ten zich daaraan ook sterk aan. Het Sumerisch en het Akkadisch bleven de (eni ge) geschreven talen – het Akkadisch nu in twee dialecten: het Assyrisch en het Babylonisch – en het spijkerschrift bleef het (enige) gebruikte schrift. Als spreek taal verdween het Amoritisch na verloop van tijd ten gunste van het Akkadisch.

Rijk van Šamši-Adad I (± 1800) Oud-Babylonische rijk (± 1750) Oud-Hethitische rijk

Kaart 3.2 Het rijk van Šamši-Adad I (Noord-Mesopotamië) en het Oud-Babylonische rijk.

33

Made with FlippingBook - Online magazine maker