L. de Blois & R.J. van der Spek - Een kennismaking met de oude wereld

Deel I  •  Het oude Nabije Oosten

te van wagenstrijders, die daarvoor grond toegewezen kregen en wier paarden door de staat bekostigd werden. Geleidelijk ontstond er een rijk van wat groter belang, met als centrum waar schijnlijk Mycene, dat vazalstaten had in Griekenland, in de Egeïsche Zee en tijdelijk ook aan de kust van Klein-Azië (Milete). De Hethieten noemden dit rijk Ahhijawa (Achijawa, ca. 1400-1200), een geografische aanduiding die wij tegenkomen als ‘Achaioi’ (Achaeërs) in het werk van Homerus (zie hoofdstuk 8). Het Kretenzische schriftsysteem werd ook in Griekenland ingevoerd. Wel werd het aangepast om het voor het Grieks geschikt te maken. Wij noemen dit type schrift het Lineair B. Toen de Grieken rond 1450 overgestoken waren naar Kreta, hebben ze ook daar het Lineair B ingevoerd. Internationale betrekkingen Over de internationale betrekkingen in deze periode zijn we tamelijk goed inge licht dankzij de vondst van een archief in Achet-aton (= El-Amarna ) in Egypte. In dit archief bevinden zich enkele brieven van de koningen van de grote mo gendheden aan Egypte, maar het grootste deel van de brieven is afkomstig van de koningen van de stadstaten in Palestina en Syrië, die onder Egyptische opper heerschappij stonden. Deze brieven zijn met Babylonisch spijkerschrift beschre ven kleitabletten. Babylonisch was in deze tijd de wereldtaal. Buiten dit archief zijn nog enkele brieven overgeleverd. Een tweede belangrijke bron zijn de Hethitische verdragen, waarvan er veel bewaard zijn gebleven. Wij onderscheiden hierin verdragen op voet van onge lijkheid, namelijk tussen de Hethitische koning en zijn vazalvorsten − de konin gen van de Hethitische satellietstaten (zie p. 39 en 82) − en verdragen op voet van gelijkheid, namelijk tussen de koningen der grote mogendheden. In deze laatste wordt er nauwkeurig op toegezien dat de bepalingen wederzijds gelden. Een derde bron zijn de annalen die koningen over hun dappere daden hebben laten aanbrengen op tempelmuren, kleitabletten en dergelijke. Uit deze bronnen krijgen we een aardig beeld van het diplomatieke verkeer van die dagen. Vriendschappelijke betrekkingen werden onderhouden door het re gelmatig uitwisselen van boden, brieven en geschenken en het sluiten van poli tieke huwelijken. Goede betrekkingen werden vaak aangeknoopt uit vrees voor een gemeenschappelijke vijand en omdat men inzag dat strijd geen voordelen zou opleveren. Zo kwam Egypte bij de uitbreiding van zijn imperium in botsing met Mitanni, maar sloot er even na 1400 vrede mee toen het Hethitische rijk in opkomst was. Dat hielp Mitanni uiteindelijk niet. Het is door Suppiluliumas (1344-1322) machteloos gemaakt. De westelijke helft werd een Hethitische va zalstaat, het oostelijk deel kwam onder de heerschappij van Assyrië. Lange tijd hebben de Egyptenaren en de Hethieten elkaar Syrië betwist. Onder hervormer-farao Achnaton verzwakte het Egyptische gezag over de Voor-

42

Made with FlippingBook - Online magazine maker