kcm2019

Kampioenschapsclubmatch 2019

VOORWAARDEN TOEKENNING VAN DE TITEL “AUSLESE “ VA NL Conform besluit Algemene Vergadering mei 2007 en besluit WUSV Bijeenkomst Ulm 2007

1. De titel wordt gegeven door het Hoofdbestuur van de VDH. 2. De hond staat ingeschreven in de gebruikshondenklasse op de KCM.

3. De hond moet minimaal in het bezit zijn van IGP/IPO/SchH I of KNPV. Indien een hond uit het buitenland komt geldt het africhtingscertificaat dat erkend wordt volgens het internationale examenreglement voor zover de hond geen certificaat heeft dat wordt erkend volgens het examenreglement van het VDH-, WUSV of in het bezit van een er- kend certificaat volgens het SV (WUSV) examenreglement. Dit moet op de dag zelf aan- toonbaar zijn. 4. Om voor de 2e keer in aanmerking te komen voor de titel dient de hond in het bezit te zijn van IGP/IPO/SchH III of KNPV. Indien een hond uit het buitenland komt geldt het hoogste africhtingscertificaat conform lid 3. Dit moet op de dag zelf aantoonbaar zijn. 5. Het pakwerk wordt uitgevoerd door een allround of wedstrijdpakwerker welke door het Hoofdbestuur, op voordracht van het CBK wordt vastgesteld.

6. Het pakwerk wordt gekeurd door een door de WUSV/SV erkende keurmeester. 7. De moedproef wordt uitgevoerd conform het fokgeschiktheidsreglement van de VDH. 8. Uitslag moedproef : Uitgesproken Lost niet, geen DZB beoordeling, (T1) DZB aanwezig (T2) DZB onvoldoende (T3) Niet in de hand van de geleider (T4) 9. Alleen honden met de uitslag “uitgesproken” komen in aanmerking voor de titel “Auslese “. 10. De moedproef wordt afgenomen voor de standkeuring. 11. De hond is in het bezit van Keurklasse Ia en na 2012 alleen in het bezit van Keurklasse. 12. De hond stamt uit keurfok (beide ouders zijn goedgekeurd voor de fokkerij). Zowel punt 11,12 moet op de dag zelf aantoon- baar zijn. 13. Regels 11 en 12 zijn niet van toepassing indien honden afkomstig zijn uit het buitenland waar men geen fokgeschiktheids- keuringen kent. Is de eigenaar c.q. houder van een in dergelijk land gefokte hond woonachtig in een land waar fokgeschik- heidskeuringen worden gehouden moet de hond aan regel 11 voldoen. 14. De hond is met goed gevolg geröntgend. De uitslag is door de FCI en de SV/WUSV erkend. Minimaal Vrij/A normal of Overgangsvorm/ Fast normal. 15. Er is een DNA profiel van de hond vastgelegd. 16. Honden geboren na 1-1-2004 moeten met goed gevolg geröntgend zijn op ellebogendysplasie ( vrij/normal of grensgeval/ fast normal. De uitslag is erkend door de FCI en de SV/WUSV. 17. De keurmeester doet aan het Hoofdbestuur van de VDH, bij monde van de Portefeuillehouder Fokkerij en Gezondheid of bij diens afwezigheid een ander Hoofdbestuurslid, een voorstel m.b.t. de honden die hij voordraagt voor de titel “Auslese”.

9

Made with FlippingBook Annual report