006WTBPT0006

006WTBPT0006

N I V E A U 3 SERV I CE APPARATUUR EN INSTALLAT I ES Hydrauliek cilinders

5

Uitstroom Service monteur werktuigbouw [Crebo 94324] B E G E L E I D E R S H A N D L E I D I N G

N I V E A U 3 SERV ICE APPARATUUR EN INSTALLAT I ES

Hydrauliek cilinders

5

Uitstroom Servicemonteur werktuigbouw [Crebo 94324]

69332210 Bestelnummer 006WTBPT0006

© 2008 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Leden werkgroep T.L. Hengelmolen, J.A. Menzen, A. Timmer Ontwikkelgroepleider Techniek en ICT

W. van Dijk Eindredactie M. Brok Omslag/ Lay-out Studio Blanche Foto’s T.L. Hengelmolen

Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties geregeld heeft. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de Stichting. © 2008 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

INTRODUCTIE OP DE PROJECTTAAK . . . . . . . .4

STAP 1 ORIËNTATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7

STAP 2 PLANNING EN VOORBEREIDING . . . . . . . . . . .11

STAP 3 UITVOERING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16

STAP 4 OPLEVERING EN EVALUATIE . . . . . . . . . . . . .20

BIJLAGE 1 BEOORDELINGSMONITOR . . . . . . . . . . . . . . .29

BIJLAGE 2 PROJECTTAAKPLANNER . . . . . . . . . . . . . . . .30

BIJLAGE 3 BESCHRIJVING VAN R, P EN T . . . . . . . . . . . .31

INTRODUCTIE OP DE PROJECTTAAK

Hydraulische installaties worden gebruikt op plaatsen waar grote krachten nodig zijn om verplaatsing te krijgen. Ze worden bijvoorbeeld gebruikt bij kranen, schepen en persen. Een hydraulische installatie bestaat uit verschillende componenten. Denk hierbij aan bijvoorbeeld de pomp, ventielen, cilinders, filters, leidingwerk en signaalgevers. In deze projecttaak Je gaat tijdens deze projecttaak een hydraulische installatie gereed maken voor gebruik. Dit houdt in dat je de verschillende onderdelen van een installatie aan de hand van een schema moet gaan koppelen. Aan het eind van de projecttaak moet er een werkende installatie opgeleverd worden. Na deze projecttaak Als je deze projecttaak goed uitvoert, kun je: • verschillende hydraulische componenten herkennen • de werking van een hydraulische installatie beschrijven aan de hand van een schema • een hydraulische installatie aanleggen aan de hand van een schema • een simpel hydraulisch schema maken • hydraulische leidingen monteren • veiligheidsmaatregelen nemen • gebruik maken van de juiste gereedschappen

4

Portfolio In deze projecttaak volg je de stappen. Er zijn in totaal vier stappen. Neem de stappen in de juiste volgorde. Van elke stap verzamel je bewijzen (in te leveren resultaten), die in je portfolio komen. Je zorgt zelf voor de samenstelling van je portfolio. In de tabel staat welke producten bij welke stap horen.

Stap

Producten portfolio

1. Oriëntatie

• Productanalyse • Producten in de projecttaak • Lijst met componenten • Begrippenlijst • Veiligheidsmaatregelen • Hydraulisch schema

2. Planning en voorbereiding

• Activiteitenplan

3. Uitvoering

• Werkende hydraulische installatie • Bijgewerkt hydraulisch schema • Vakkennistoets • Verslag van proces van installatie • Evalueren en beoordelen

4. Oplevering en evaluatie

• Beoordelingsmonitor • Bijgewerkt portfolio • Evaluatie • Criteriumgericht interview • Urenverantwoording

5

Organisatie

UITVOEREN PROJECTTAAK Deze projecttaak wordt afhankelijk van de locatie uitgevoerd. Als de mogelijkheid niet aanwezig is voor BBL-leerlingen om dit op het werk te doen, kan het op school uitgevoerd worden. Voor de BOL- leerlingen wordt het op school uitgevoerd, tenzij er een mogelijkheid is om het tijdens stage/BPV te doen. Tijdens deze projecttaak wordt er ook een stuk theoretische kennis gevraagd. Dit wordt gedaan door middel van een aantal in te leveren producten. Tevens kan er via workshops/lessen ondersteu- ning worden gegeven. Deze workshops/lessen vinden plaats op het ROC. BENODIGDE MIDDELEN IN DEZE PROJECTTAAK De benodigde middelen voor deze projecttaak zijn afhankelijk van het feit of de leerling het tijdens BPV of op school doet. De middelen die nodig zijn om deze taak te kunnen uitvoeren zijn: • De verschillende hydraulische componenten. • Speciaal gereedschap, nodig voor het bouwen van de installatie. • Veiligheid: Alle verschillende veiligheidsmiddelen en veiligheidsmaatregelen die moeten worden gebruikt of genomen. Dit om in de verschillende situaties veilig te werken. Dit wordt ook via een verslag door de leerling verwerkt. AANWIJZINGEN VOOR DE BEGELEIDER (ALGEMEEN) Tijdens deze projecttaak dient aandacht besteed te worden aan de volgende theoretische achtergron- den: • Vaktheorie • Veiligheid • Informatica • Nederlands • Bedrijfskunde • LLB De stagebegeleider, praktijkopleider en de leerling houden de beoordelingsmonitor bij. AANWIJZINGEN VOOR DE PRAKTIJKOPLEIDER (ALGEMEEN) Tijdens deze projecttaak gaat de leerling een hydraulische installatie maken en in gebruik nemen. Men kan dit laten doen onder begeleiding van een ervaren monteur. De stagebegeleider, praktijkopleider en de leerling houden de beoordelingsmonitor bij. AANWIJZINGEN VOOR DE STAGEBEGELEIDER (ALGEMEEN) De stagebegeleider stemt met de leerling en het bedrijf af wanneer deze projecttaak wordt uitgevoerd. De stagebegeleider, praktijkopleider en de leerling houden de beoordelingsmonitor bij.

6

STAP

oriëntatie

1 ORIËNTATIE

DOEL VAN DE STAP Je gaat je nu verdiepen in de achtergronden van deze projecttaak. Dit doe je door het uitvoeren van onderstaande activiteiten. Deze informatie verzamel je, zodat je een goed plan van aanpak kunt maken.

Tijdens deze projecttaak ga je een hydraulische installatie aanleggen. Dit doe je zelfstandig of met een groep, afhankelijk van de grootte van de installatie. Je zult tot de ontdekking komen dat er veel verschillende manieren zijn om een hydraulische installatie te laten werken. Hiermee wordt bedoeld dat je met verschillende componenten hetzelfde resultaat krijgt.

5

Op te leveren resultaat

• Productanalyse • Producten in de projecttaak • Lijst met componenten • Begrippenlijst • De te nemen veiligheidsmaatregelen • Hydraulisch schema

7

Bronnen • theorieboek hydrauliek • theorieboek oliën en vetten • theorieboek veiligheid • theorieboeken gereedschappen • http://home.kabelfoon.nl/~koenders/AT-blad.htm • Nederlands Competentieontwikkeling bij deze stap In de beoordelingsmonitor vind je de competenties die bij deze stap worden ontwikkeld.

KT2 Werkproces

Nr.

Competenties

2.1 Voorbereiden werkzaamheden

E

Samenwerken en overleggen

K

Vakdeskundigheid toepassen

Q Plannen en organiseren

R

Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten

& Activiteiten 1.1

Productanalyse 1 Wie is de opdrachtgever?

2 Beschrijf de werkopdracht in eigen woorden. 3 Omschrijf het probleem in eigen woorden.

1.2

Producten in de projecttaak 1 Maak een lijst met de beroepsproducten die je gaat opleveren. 2 Geef per product aan met wie je te maken hebt. 3 Geef per product aan welke werkzaamheden je gaat uitvoeren. Lijst met componenten 1 Tijdens deze projecttaak kom je veel verschillende componenten tegen, onder andere: • ventielen • terugslagklep • filters • pompen • bedieningsmechanismen • manometer

1.3

8

2 Maak een lijst of een tabel met alle voorkomende componenten binnen de hydrauliek. 3 Geef van elk component: a Naam b Symbool c Foto d Toepassing Begrippenlijst 1 Tijdens deze projecttaak kom je een aantal begrippen tegen, namelijk: • retour

1.4

• perszijde • zuigzijde • opkomvertraging • afvalvertraging • werkleidingen • stuurleidingen

• normaal geopend • normaal gesloten 2 Maak hiervan een begrippenlijst.

1.5

Veiligheid 1 Welke veiligheidsmaatregelen moet je nemen bij het aanleggen van een hydraulische installatie? a Welke PBM’s. b Welke oliën worden gebruikt en wat zijn de risico’s. 2 Maak hiervan een verslag. Hydraulisch schema 1 Maak een hydraulisch schema aan de hand van de verstrekte gegevens. 2 Verklaar de werking van het hydraulisch schema. 3 Wat is een volgordeschema? 4 Maak een volgordeschema van de installatie. Leren 1 Wat ga je hier leren? a Aanleggen van hydraulische installaties. b Welke verschillende componenten er zijn, met hun toe- passingen. c Omgaan met veiligheid. d Maken en lezen van hydraulische schema’s. 2 Welke competenties ga je hiermee ontwikkelen? Zie beoordelingsmonitor.

1.6

1.7

9

Evalueren en beoordelen • De opdrachtgever controleert of alle punten van de opdracht correct zijn weergegeven. • Houd in de beoordelingsmonitor bij wat wordt beoordeeld. • Je hebt de oriëntatie afgerond. • De informatie die je hier hebt verzameld, heb je nodig voor de volgende stap. • In stap 2 ga je een activiteitenplan maken.

WERKPROCESSEN EN COMPETENTIES De werkprocessen en competenties die aan bod komen zijn: Werkproces: Voorbereiden werkzaamheden Competenties: E Samenwerken en overleggen K Vakdeskundigheid toepassen Q Plannen en organiseren R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten

Deze competenties moeten worden beoordeeld en vastgelegd aan de hand van en op de beoordelings- monitor.

TE BEHANDELEN LESSTOF Voor deze projecttaak is er een aantal onderwerpen dat de leerling zich eigen moet maken. • Hydrauliek • De verschillende hydraulische componenten die er zijn. • De verschillende koppelingen die mogelijk zijn en de montage hiervan. • Het maken van simpele hydraulische schema’s. • Volgordeschema’s. • De verschillende soorten hydraulische oliën die er zijn. • De verschillende begrippen kennen. • Veiligheid • Het kennen van de verschillende PBM’s. • Het kennen en toepassen van de verschillende veiligheidsmaatregelen. • Het bewust worden van veiligheid voor de leerling en zijn omgeving. • Informatica • Word. • Maken van lijsten en tabellen. • Nederlands AANWIJZINGEN BEGELEIDERS • De vakdocent draagt zorg voor de ondersteunende theorielessen. • Producten die ingeleverd worden, moeten worden beoordeeld. Verwerk dit in de beoordelingsmonitor. • Een hydraulische installatie kan klein of groot zijn. • De lijst met componenten kan ook verwerkt worden zodat deze later gebruikt kan worden als handboek. • Het maken van een volgordeschema heeft alleen zin als er minimaal 2 cilinders zijn. Deze moeten afzonderlijk van elkaar een beweging maken. • De leerling verzamelt de beoordelingen en competentiescore in de beoordelingsmonitor. • Tijdens de BPV geeft de praktijkopleider aan welke installatie moet worden aangelegd. Op school is dit de taak van de docent. • De stagebegeleider stemt af wie wat beoordeelt. • De trajectbegeleider bepaalt aan het eind van deze stap een Go/No-Go. • Maken van een verslag. • Grammatica en spelling.

10

STAP

2 PLANNING EN VOORBEREIDING

DOEL VAN DE STAP Je hebt de oriëntatie afgerond. Je weet nu wat de projecttaak in grote lijnen inhoudt. De uitwerkingen van stap 1 ga je gebruiken om een plan van aanpak te maken.

De opdracht wordt omgezet in een planning. Je geeft aan welke werkzaamheden je gaat uitvoeren. Hier moet dan ook duidelijk zijn aan welke competenties je gaat werken. Welke kennis en vaardigheden heb je nodig voor deze projecttaak? Waar en wanneer ga je de kennis opdoen en vaardigheden oefenen?

ning en voorbereiding

5

Op te leveren resultaat

• Activiteitenplan

Bronnen • www.leren.nl (zoek op POP en plannen) • theorie: plannen • Nederlands

11

Competentieontwikkeling bij deze stap In de beoordelingsmonitor vind je de competenties die bij deze stap worden ontwikkeld.

KT2 Werkproces

Nr.

Competenties

1.1 LLB

Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling LLB

J

Formuleren en rapporten

M Analyseren N Onderzoeken W Gedrevenheid en ambitie tonen

& Activiteiten 2.1 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit LLB 1.4 LLB

Q Plannen en organiseren

Activiteitenplan 1 Het activiteitenplan bevat de volgende hoofdstukken: • Voorblad • Opdracht en opdrachtgever • Op te leveren resultaat • Activiteiten • Aanwezige kennis en vaardigheden • Te ontwikkelen kennis en vaardigheden • Faciliteiten • Afronding project • Afspraken en begeleiding • BIJLAGEN activiteitenplan • Planning in Excel 2 In het format wordt aangegeven wat bij de betreffen- de onderdelen moet worden ingevuld. 3 Vul de hoofdstukken zelf in met de informatie die je al hebt gevonden in stap 1. 4 Bekijk de checklist of je niet iets bent vergeten. 5 Bespreek het concept met je coach, voordat je het definitieve plan inlevert. Voorbereiding In deze activiteit voer je de voorbereiding uit. In het activi- teitenplan heb je onder andere de hoofdstukken ingevuld: • activiteiten • aanwezige kennis • te ontwikkelen kennis Ook heb je aangegeven hoe je dit gaat doen.

2.2

12

Evalueren en beoordelen • De werkgever controleert de volgende zaken: • Zijn de juiste activiteiten gepland (is er een juiste analyse van de opdracht gemaakt)? • Is de planning correct? • Zijn de juiste prioriteiten gesteld? • Is de materialenlijst correct? • Zijn de juiste materialen en middelen ingezet? • Is de bestellijst juist? • Is er creatief en innovatief met de opdracht omgegaan?

WERKPROCESSEN EN COMPETENTIES De werkprocessen en competenties die aan bod komen zijn: Werkproces: 1.2 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling LLB Competenties: J Formuleren en rapporteren M Analyseren N Onderzoeken W Gedrevenheid en ambitie tonen Werkproces: 1.4 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit LLB Competenties: Q Plannen en organiseren

Deze competenties moeten worden beoordeeld en vastgelegd aan de hand van en op de beoordelings- monitor.

TE BEHANDELEN LESSTOF • Bedrijfskunde • Plannen • LLB • Planning maken • Vastleggen van leerdoelen

AANWIJZINGEN BEGELEIDERS Projectbegeleider/praktijkopleider/vakdocent • Bespreekt het activiteitenplan met de leerling. • Vult de beoordelingmonitor in. • Bepaalt Go/No-Go.

13

ACTIVITEITENPLAN VOOR EEN PROJECTTAAK (Beschikbaar op: http://www.consortiumbo.nl/site/Techniek_en_ICT/niveau_3_cgo/downloads.html) 0. Voorblad

1. Opdracht en opdrachtgever

2. Op te leveren resultaat 3. Activiteitenplan

Activiteit

Wie

Startdatum Einddatum

4. Aanwezige kennis en vaardigheden 5. Te ontwikkelen kennis en vaardigheden

Kennis/vaardigheid Wie

Informatiebron(nen) Activiteit

Competenties

6. Faciliteiten 7. Controle en evalueren van project 8. Afspraken en begeleiding

9. BIJLAGEN activiteitenplan - Planning in Excel - Lijst met in te leveren beroepsproducten

CHECKLIST ACTIVITEITENPLAN http://www.consortiumbo.nl/site/Techniek_en_ICT/niveau_3_cgo/downloads.html Is het voorblad compleet? F Bevat het de tekst: 'Activiteitenplan'? F Bevat het de naam van de projecttaak? F Bevat het de naam van de organisatie en opdrachtgever? F Bevat het de plaats en datum? F Bevat het de namen van de auteurs?

Lay-out F

Is er een inhoudsopgave aanwezig? Zijn de hoofdstukken genummerd?

F

F Zijn de paginanummers op de bladzijden aanwezig? F Zijn de hoofdstukken goed duidelijk aangegeven?

Taalgebruik F

Is het activiteitenplan goed te begrijpen? Is de taal zakelijk? Geen ik, jij, jullie, wij! Worden er niet te lange zinnen gebruikt?

F F

De opdracht F

Heeft het project een duidelijke naam? Is de opdracht duidelijk omschreven?

F

F Is exact duidelijk wat het eindproduct van dit project zal zijn? (Inclusief de eisen die aan het product worden gesteld!) F Is het duidelijk wie de opdrachtgevende organisatie is? F Is het duidelijk wie de opdrachtgever (persoon) is? F Is het duidelijk wie de opdrachtnemende organisatie is? F Is het duidelijk wie de opdrachtnemende persoon (projectleider) is? F Is er eventueel een schriftelijke opdracht aanwezig? De activiteiten F Is er een puntsgewijze opsomming van activiteiten? F Zijn er voldoende activiteiten gedefinieerd? F Zijn er geen activiteiten vergeten? F Zijn de activiteiten gegroepeerd? F Zijn de activiteiten binnen een groep van dezelfde 'orde van grootte'? F Is het duidelijk welke procedures en voorschriften worden gehanteerd F Is het Activiteitenplan zelf ook als activiteit opgenomen? F Is de afhandeling van het project niet vergeten?

De producten F

Zijn er voldoende producten gedefinieerd?

F Is het activiteitenplan ook als product gedefinieerd? F Zijn eventuele belangrijke gebeurtenissen ook als product gedefinieerd? F Zijn ontwerpen, rapporten e.d. niet vergeten? F Is het eindproduct niet vergeten?

De planning F

Klopt de planning met de activiteiten?

Is de planning realistisch?

F

STAP

uitvoering

3 UITVOERING

DOEL VAN DE STAP In deze stap ga je het activiteitenplan uitvoeren. Hierbij gebruik je de informatie die je hiervoor hebt verzameld. Deze gebruik je als basis voor de uitvoering van je projecttaak.

Je moet je eigen producten onderwerpen aan een kritische controle. Bijvoorbeeld: • Voldoet het product aan de gestelde eisen? • Hoe controleer je dat? • Welk proces heb je doorlopen en wat voor procedures zijn er gebruikt? • Aan wie ben je verantwoording schuldig? • Is de klant tevreden? Mocht je nog vragen hebben of tegen problemen aanlopen, neem dan contact op met je coach of praktijkbegeleider.

5

Op te leveren resultaat

• Werkende hydraulische installatie • Bijgewerkt hydraulisch schema • Vakkennistoets • Verslag van proces van installatie • Evalueren en beoordelen

16

Bronnen • theorieboek hydrauliek • theorieboek koppelingen • theorieboek buigen • Nederlands • Word

Competentieontwikkeling bij deze stap In de beoordelingsmonitor vind je de competenties die bij deze stap worden ontwikkeld.

KT2 Werkproces

Nr.

Competenties

3.1 Inregelen van componenten van appara- tuur/installaties.

K

Vakdeskundigheid toepassen

L

Materialen en middelen inzetten

T

Instructies en procedures opvolgen

& Activiteiten 3.1 3.2 Controleren van de werking van appara- tuur/installaties 3.3 Vaststellen van uit te voeren werkzaam- heden J

K

Vakdeskundigheid toepassen

Formuleren en rapporteren

R

Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten

Werkende hydraulische installatie 1 Plaats de componenten volgens schema.

2 Sluit alle componenten aan. 3 Controleer alle aansluitingen. 4 Test de installatie.

17

3.2

Bijgewerkt hydraulisch schema 1 Maak een hydraulisch schema van de installatie. 2 Maak een verslag van de werking van de installatie. Verslag van proces 1 Het aanleggen van een hydraulische installatie is een praktijkopdracht. Hier moet je een aantal dingen voor uitzoeken die je gaat verwerken in een verslag. In het verslag moeten de volgende punten aan bod komen: • Inleiding (wat moet je doen). • Wat voor soort installatie is het. • Hydraulisch schema. • Buigberekeningen. • Keuzes voor koppelingen.

3.3

• Zijn de juiste componenten gekozen. • Voor welke olie is gekozen en waarom. • Uitgevoerde werkzaamheden. • Welke gereedschappen heb je nodig. • Wat zijn de gevaren. • Welke problemen ben je tegengekomen.

Evalueren en beoordelen Tijdens deze taak word je beoordeeld op de volgende aspecten: • Is het formulier urenverantwoording correct ingevuld? • Zijn alle punten van de storingen- en wensenlijst meegenomen? • Is er correct en uitgebreid getest? • Is er een juiste analyse van de resultaten gemaakt? • Is er correct geformuleerd en gerapporteerd? • Zijn de juiste prioriteiten gesteld?

18

COMPETENTIES De werkprocessen en competenties die aan bod komen zijn: Werkproces: 3.1 Inregelen van componenten van apparatuur/installaties Competenties:

K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten T Instructies en procedures opvolgen

Werkproces: 3.2 Controleren van de werking van apparatuur/installaties Competenties: K Vakdeskundigheid toepassen Werkproces: Rapportage werkzaamheden Competenties: J Formuleren en rapporteren R Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten

Deze competenties moeten worden beoordeeld en vastgelegd aan de hand van en op de beoordelings- monitor.

TE BEHANDELEN LESSTOF Tijdens deze stap is er een aantal onderwerpen dat de leerling zich eigen moet maken. • Hydrauliek: • Buigen van leidingen • Inspectie van leidingen en koppelingen • Veiligheid: • Het kennen en toepassen van de verschillende veiligheidsmaatregelen • Het bewust worden van veiligheid voor de leerling en zijn omgeving • Informatica: • Word • Nederlands: • Maken van een verslag • Overleg met ‘klant’ en collega’s • Grammatica en spelling AANWIJZINGEN BEGELEIDERS Projectbegeleider/praktijkopleider/vakdocent: • Zorgt voor de uitvoering van deze stap in de werkplaats. • Controleert op voortgang, urenverantwoording, netheid, voorschriften en procedures, toepassing PBM. • Gebruik van gereedschap. • Beoordeling installatie. • Vakkennistoets(en) over de te behandelen lesstof. • Vult de beoordelingmonitor in. • Bepaalt Go/No-Go.

19

STAP

4 OPLEVERING EN EVALUATIE

DOEL VAN DE STAP Je hebt de projecttaak uitgevoerd. Nu ga je eerst je eigen werk controleren. Eventuele fouten kun je dan zelf herstellen.

Tijdens de laatste fase, het controleren en evalueren, wordt een krachtig beroep gedaan op jouw kritische houding en reflectievaardigheden. Je producten worden beoordeeld. Je moet kritische vragen over de producten en het doorlopen proces kunnen beantwoorden. Bijvoorbeeld: • Voldoet het product aan de gestelde eisen? • Hoe controleer je dat? • Welk proces heb je doorlopen?

oplevering en evaluatie

• Wat voor procedures zijn er gebruikt? • Aan wie ben je verantwoording schuldig? • Is de klant tevreden?

Ook vragen over jouw eigen leerproces komen aan bod: • Welke competenties zijn ontwikkeld en op welke manier? • Welke werkwijze past bij jou? • Wat ging er goed of niet zo goed? • Wat zou je een volgende keer veranderen?

Tijdens een eindgesprek wordt de beoordeling vastgelegd in de beoordelingsmonitor.

20

5

Op te leveren resultaat

• Beoordelingsmonitor • Bijgewerkt portfolio • Evalueren • Criteriumgericht interview • Urenverantwoording

Bronnen • Theorieboek plannen

Competentieontwikkeling bij deze stap In de beoordelingsmonitor vind je de competenties die bij deze stap worden ontwikkeld.

KT2 Werkproces

Nr.

Competenties

3.4 Overdragen aan de klant

E

Samenwerken en overleggen

R

Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten

2.1 LLB

Reflecteert op eigen kwaliteiten en motie- ven

D Aandacht en begrip tonen

G Relaties bouwen en netwerken

M Analyseren

N Onderzoeken

& Activiteiten 4.1

Invullen beoordelingsmonitor 1 Zorg voor een correct ingevulde beoordelingsmonitor. 2 Vraag een medeleerling om jou te beoordelen op communicatieve en sociale vaardigheden.

21

4.2

Bijgewerkt portfolio 1 Na deze projecttaak heb je een aantal producten die je moet verwerken in je portfolio. 2 Hierbij horen o.a. de rapporten en verslagen die je hebt gemaakt. 3 Verder kun je denken aan foto’s die je maakt van het product. Ook moeten hier alle bewijzen van bijvoor- beeld het criteriumgericht interview ingevoegd worden. Evalueren Je hebt deze beroepstaak bijna afgerond. Het is nu tijd om terug te kijken op de uitvoering ervan. Deze laatste stap is een heel leerzame stap. Je kunt de informatie die je hier krijgt, gebruiken om je competenties te verbeteren in een volgende projecttaak.

4.3

Gebruik hiervoor onderstaand schema.

Naam: Datum: Projecttaak: Naam begeleider:

Stap

Wat ging goed?

Wat kon beter?

1 Oriëntatie

2 Planning en voorbereiding

3 Uitvoering

4 Oplevering en evaluatie

Samenvatting, beoordeling en conclusies

Wie?

Wat heb ik geleerd? Waar moet ik nog aan werken?

Begeleider

Medeleerling

Praktijkopleider

Vakdocent

Zelf

22

4.4

Het criteriumgericht interview 1 Stel de definitieve datum vast voor het beoordelingsmoment met je beoordelaars. 2 Bereid het criteriumgericht interview heel goed voor. 3 Ook ga je met je praktijkopleider/BPV-docent/ vakdocent terugkijken op: a Heb je de verschillende competenties gehaald. b Zijn alle producten ingeleverd en voldoende. c Heb ik mijn portfolio compleet. d Zijn alle beoordelingslijsten ingevuld. (Beoordelingsmonitor zie bijlage 1) e Of je volgens de juiste procedures hebt gewerkt. f Of je altijd de juiste oplossingen voor de problemen hebt gekozen. g Hoe je met de materialen bent omgegaan. h Hoe je hebt gewerkt.

4.5

Urenverantwoording Je hebt gedurende deze projecttaak een urenverantwoording bijgehouden.

1 Controleer of het formulier volledig ingevuld is. 2 Lever het formulier Urenverantwoording in.

23

FORMULIER URENVERANTWOORDING (Beschikbaar op: http://www.consortiumbo.nl/site/Techniek_en_ICT/niveau_3_cgo/downloads.html)

Plaats hier het logo

<> <>, <>, <> Tel: <>, mobiel:<>

Gegevens werknemer: Naam nr

0pdrachtgever:

Naam Adres PC Telefoon Mobiel

Wij bevestigen dat genoemde werknemer nevenstaan- de activiteiten tot tevredenheid voor ons heeft verricht.

paraaf

Omschrijving probleem / te verrichten werkzaamheden:

Lijst gebruikte onderdelen:

Urenstaat: (15 min=0,25 uur, 30 min = 0,5 uur, 45 min = 0,75 uur)

Datum Van

Tot

Gewerkte uren

Gereden km

Omschrijving verrichte werk- zaamheden

Totaal gewerkte uren

COMPETENTIES De werkprocessen en competenties die aan bod komen zijn: Werkproces: 3.4 Overdragen aan de klant Competenties: E Samenwerken en overdragen R Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten Werkproces: 2.1 Reflecteert op eigen kwaliteiten en motieven LLB Competenties: D Aandacht en begrip tonen G Relaties bouwen en netwerken M Analyseren N Onderzoeken

Deze competenties moeten worden beoordeeld en vastgelegd aan de hand van en op de beoordelings- monitor.

TE BEHANDELEN LESSTOF Tijdens deze stap komt het volgende aan bod: • Nederlands/LLB: • Voeren van een interview/functioneringsgesprek • Verantwoorden eigen werk • Verantwoorden werken met collega’s • Verantwoorden project • Invullen urenverantwoording

AANWIJZINGEN BEGELEIDERS Projectbegeleider/praktijkopleider/vakdocent: • Plannen van het criteriumgericht interview. • Voeren van een evaluatiegesprek. • Vaststellen van de leerdoelen (werkprocessen en competenties) voor de volgende projecttaak. • Vult de beoordelingmonitor in. • Bepaalt afronden van de projecttaak, voldoende/onvoldoende. • Nederlands/LLB • Proces beoordelen

Hieronder vindt u een toelichting op het beoordelen in de taken. Er wordt een korte toelichting geven op:

• Beoordelingsmonitor • Competentiescoretabel • Betekenis r-p-t • Verwachte score • Beoordelingsvormen • Complexiteit • Criteriumgericht interview • Eindpresentatie • Portfolio

25

Beoordelingsmonitor Bij elke beroepstaak is een beoordelingsmonitor. In die monitor wordt elk in te leveren beroepsproduct gekoppeld aan een werkproces. Bij een werkproces horen een aantal competenties, ook die compe- tenties staan aangegeven. De Excelversie van deze monitor is te downloaden via de site www.consor- tiumbo.nl, onderdeel bestellen, nadat u bent ingelogd. Bij elk beroepsproduct in de monitor wordt vermeld: • de werkvorm (individueel, projectgroep, groep (2)) • de beoordelingsvorm (eindpresentatie, criteriumgericht interview, functioneringsgesprek, kennistoets, vaardigheidstoets, peer- of selfassessment) • de beoordelaars (vakdocent, projectbegeleider, leden projectgroep, student, externe deskundigen en later ook de praktijkbegeleider) De monitor vormt een goede onderlegger bij de uiteindelijke beoordeling van de competentieontwik- keling. Vanuit alles wat beoordeeld en waargenomen is, zal aan het einde van dit taak de competen- tiescoretabel worden ingevuld. De totaal ingevulde monitor kan ook in een portfolio worden geplaatst als bewijs van wat je allemaal hebt gedaan.

Beoordelingsvormen oc: Ontwikkelingsgerichte controle kt: Diagnostische kennistoets vt: Diagnostische vaardigheidstoets ci: Criteriumgericht interview pr: Presentatie ep: Eindpresentatie fb: 360° feedback eg : (groeps) Evaluatiegesprek fg: Functioneringsgesprek

In de afgedrukte beoordelingsmonitor van deze taak zijn de beoordelaars opgenomen zoals de ont- wikkelaars voorstellen. Voelt u vrij deze naar eigen inzichten aan te passen.

Per beroepsproduct kunnen beoordelaars een v of een cijfer invullen als een product aan de eisen vol- doet en per fase kan de trajectbegeleider een GO of NO-GO aangeven.

Betekenis van r-p-t r staat voor reproductief gedrag Je voert onder begeleiding een taak uit. Die taak voer je uit volgens voorschrift en standaardprocedures. Hierbij heb je vaak instructie of een rolmodel nodig. Je verwerft kennis en vaardigheden. Je ontwikkelt een passende (beroeps)houding. Je bedenkt oplossingen voor nieuwe problemen. Je vraagt advies of de nieuwe oplossingen ook juiste oplossingen zijn. Dit betekent dat je minder structuur nodig hebt om zelfstandig activiteiten te onder- nemen. Je laat zien dat je inzicht hebt en kennis en vaardigheden kunt toepassen. Je bent actief. t staat voor transfer gedrag Je voert binnen zeer uiteenlopende beroepssituaties je taken zelfstandig uit. Je bent in staat kennis, houding en vaardigheden hierin toe te passen. Je ziet verbanden en kunt dit uitleggen. Je bent proactief. Je oplossingen zijn origineel en deskundig binnen de grenzen van je beroep. p staat voor productief gedrag Je voert deels op eigen initiatief een taak uit. Je lost problemen hierin creatief op.

26

Verwachte score In de kolom verwachte score van de monitor geeft u zelf aan welk gedrag u van een student verwacht. Is dit in het materiaal niet vastgesteld dan kunt u dit zelf vastleggen. Het is denkbaar dat u voor een aantal competenties aan het begin van de opleiding nog reproductief gedrag verwacht, terwijl u aan het einde van de opleiding mogelijk productief gedrag verwacht. Meer achtergrondinformatie vindt u in het visiedocument 'Evalueren, Beoordelen en Kwalificeren van Competentieontwikkeling' van Stich- ting Consortium Beroepsonderwijs waarvan de nieuwste versie is te downloaden via de site www.con- sortiumbo.nl. In de kolom 'resultaat r-p-t' kan elke beoordelaar een score aangeven. In de kolom opmerkingen kan elke beoordelaar aantekeningen maken over het gedrag van een student. Alleen heel opvallend ge- drag, zowel in positieve als in negatieve zin, wordt vastgelegd. Als de verwachte score en de score van de student worden ingevuld met kleine letters gaan we ervan uit dat het een ontwikkelscore is. Als er hoofdletters worden gebruikt gaan we ervan uit dat het om een kwalificerende score gaat. Competentiescoretabel • Aan het einde van deze leereenheid, werkperiode of dit project wordt de competentiescoretabel ingevuld. Hierop kan de leerling zien hoe gedurende de hele periode is gefunctioneerd wat betreft de ontwikkeling van je competenties. De monitor zal hiervoor een belangrijke input zijn. • Je scoort competenties altijd in relatie met werkprocessen. Het gaat erom dat een leerling een werkproces 'naar verwachting' uitvoert. Om zijn competentieontwikkeling te kunnen volgen heeft Stichting Consortium Beroepsonderwijs een scoretabel ontwikkeld waarin via prognoses op gedrag (r-p-t) gekeken wordt of een leerling zijn competenties goed ontwikkelt. Complexiteit: A-B-C-D Docenten en begeleiders zullen in overleg met de leerlinge aangeven de beroepstaak in complexiteit A, B, C of D- uitvoert. Het is duidelijk dat in het begin veel sturing, begeleiding en meegegeven wordt. Aan het einde van de opleiding moet de leerling functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar. Criteriumgericht interview Een criteriumgericht interview is een gestructureerde manier van vragen naar specifiek gedrag, dat tevoren als relevant is vastgesteld. Criteriumgericht interviewen is vragen naar gedrag dat een kandi- daat in het verleden in specifieke situaties heeft vertoond en op die manier voorspellen welk gedrag de kandidaat in soortgelijke situaties in de toekomst zal tonen. Om te bepalen welke competenties de kandidaat in welke mate beheerst is een criteriumgericht inter- view volgens het STARR-model zeer geschikt. De criteria die u met dit instrument meet, zijn de com- petenties met indicatoren die ook al bij het selfassessment en de portfolio zijn gebruikt.

STARR-model STARR = Situatie, Taak, Actie, Resultaat, Reflectie. Via het STARR-model komen de volgende aspecten aan de orde:

S Situatie U vraagt de kandidaat een bepaalde situatie te beschrijven, waarin een bepaalde competentie werd verlangd. De functie van de vraag is de context en complexiteit van de situatie in beeld te krijgen. T Taak U vraagt de kandidaat te beschrijven welke taak of rol hij hierbij had. U kunt hier achterhalen welke doelen de kandidaat zich gesteld heeft en welke verantwoordelijkheid de kandidaat had. A Actie vraagt de kandidaat welke actie hij ondernam. Dit beschrijft hij in concrete gedragingen.

Dit is de meest belangrijke vraag. Let op antwoorden in de "wij"-vorm i.p.v. de "ik"-vorm. Het gaat nl. om de actie van de kandidaat zelf. Stuur dus op de "ik"-vorm.

R Resultaat U vraagt wat het resultaat was.

Deze vraag geeft aan hoe effectief de actie van de kandidaat was. R Reflectie U vraagt hoe hij hierop terugkijkt? En eventueel of hij het gegeven voorbeeld kan verplaatsen naar een andere situatie / context: de transfer. Deze vraag geeft aan of de kandidaat kan leren van zijn handelen.

27

Eindpresentatie De leerling legt uit in een presentatie of demonstratie hoe het proces is verlopen en het product tot stand is gekomen. Hier kan gebruik gemaakt worden van allerlei hulpmiddelen. Portfolio Een portfolio is een (digitale of papieren) map met daarin een verzameling van producten, verslagen en (zelf)beoordelingen, zoals in de taak aangegeven. In het portfolio wordt een beeld gegeven van de leerling en zijn competenties. In het beoordelingsgesprek worden de resultaten, beoordelingsmonitor aan de hand van het portfolio besproken.

28

BIJLAGE 1 BEOORDELINGSMONITOR

verwachte score zelf collega leermeester instructeur vakdocent trajectbegeleider

Beoordelaars

R Op de behoeften en verwachtingen van de 'klant' richten

R Op de behoeften en verwachtingen van de 'klant' richten

R Op de behoeften en verwachtingen van de 'klant' richten

werkvorm beoordelings- vorm Stap 1 Oriëntatie E Samenwerken en overleggen Productanalyse IND F V K Vakdeskundigheid toepassen Producten in de projecttaak IND F V Q Plannen en organiseren Lijst met componenten IND K V Begrippenlijst IND K V Veiligheid IND F V Voorbereiden werkzaamheden 2.1 1.1 LLB beoordelaars BPV v op produkten GO / NO-GO

go/no-go Stap2 Planning en voorbereiding J Formuleren en rapporteren Activiteitenplan IND E pro/pra M Analyseren N Onderzoeken Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling LLB 3.2 1.4 LLB 3.1 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit LLB

W Gedrevenheid en ambitie tonen Q Plannen en organiseren

go/no-go Stap3 Uitvoering K Vakdeskundigheid toepassen Inregelen van componenten van apparatuur/installaties.

Werkende hydraulische installatie IND E V L Materialen en middelen inzetten Bijgewerkt hydraulisch schema IND E V T Instructies en procedures opvolgen Verslag van proces van installatie IND E V K Vakdeskundigheid toepassen Evalueren en beoordelen IND E V Vakkennistoets IND K V J Formuleren en rapporteren Controleren van de werking van apparatuur/installaties werkzaamheden

Kerntaak Werkproces kerntaak nr. Competenties

go/no-go Stap4 Oplevering en evaluatie E Samenwerken en overleggen Evaluatieverslag IND CI pro/n Beoordelingsmonitor IND CI pro Bijgewerkt portfolio IND F pro 2.1 LLB Overdragen aan de klant

D Aandacht en begrip tonen

G Relaties bouwen en netwerken M Analyseren N Onderzoeken

BEOORDELING

Reflecteert op eigen

kwaliteiten en motieven

3.4 3.3 Vaststellen van uit te voeren

go/no-go

LEERLING:

Hydraulisch schema IND F V Overzicht leren IND F pro

Hydrauliek cilinders

Monitor

Complexiteitsniveau

29

BIJLAGE 2 PROJECTTAAKPLANNER

Projecttaak Hydrauliek cilinders Week 1 2 3 4 5 6 7 8 Datum Stap Introductie - Oriëntatie Planning en

Oplevering en evaluatie

In de laatste week vindt het criteriumgericht interview

plaats. Je bereidt dit voor en maakt een afspraak met je

begeleider voor het interview

Wat is een projectplanning Wat is een projectplanning ICT Omgaan met Word. Omgaan met Word. Omgaan met Word. Omgaan met Word. Omgaan met Word. Omgaan met Word. Omgaan met Word. Omgaan met Word.

Voer de activiteiten uit van de stap oplevering en evaluatie.

Projectbegeleider/praktijkopleider /vakdocent.

Voeren van een

gesprek/criterium gericht interview

Het kennen van de verschillende PBM's, veiligheidsmaatregelen en hun toepassingen.

Voeren van een

gesprek/criterium gericht interview

voorbereiding Voorbereiding Uitvoering Uitvoering Uitvoering Oplevering en evaluatie

Tijdens deze week ga je de projecttaak evalueren en je portfolio aanpassen. Dit

houdt onder andere in het invullen van de beoordelingsmonitor.

Voer de activiteiten uit van de stap oplevering en evaluatie.

Projectbegeleider/praktijkopleider /vakdocent.

Uitrekenen van druk in vloeistoffen. Communiserende vaten. Voeren van een

gesprek/criterium gericht interview

Het kennen van de verschillende PBM's, veiligheidsmaatregelen en hun toepassingen.

Voeren van een

gesprek/criterium gericht interview

Je legt de laatste hand aan de hydraulische

installatie.Verder maak je een aangepast hydraulisch

schema, als dit nodig is. De berekeningen van de

buigbewerkingen zet je op papier

Voer de activiteiten uit van de stap uitvoeren.

Projectbegeleider/praktijkopleider /vakdocent.

Maken van een hydraulisch schema. Kennen van de oliën en vetten die er zijn en hun toepassingen

Uitrekenen van druk in vloeistoffen. Communiserende vaten. Voeren van een

gesprek/criterium gericht interview

Het kennen van de verschillende PBM's, veiligheidsmaatregelen en hun toepassingen.

gesprek/criterium gericht interview

Nederlands Maken van een verslag Maken van een verslag Maken van een verslag Maken van een verslag Maken van een verslag Voeren van een

Aanleggen van de

hydraulische installatie

Voer de activiteiten uit van de stap uitvoeren.

Projectbegeleider/praktijkopleider /vakdocent.

Maken van een hydraulisch schema. Kennen van de oliën en vetten die er zijn en hun toepassingen

Uitrekenen van druk in vloeistoffen. Communiserende vaten.

gesprek/criterium gericht interview

Het kennen van de verschillende PBM's, veiligheidsmaatregelen en hun toepassingen.

Je bereidt het aanleggen van hydraulische installatie voor. Je leest het schema en kijkt wat er nodig is. Ook verdiep je je in de maatvoering.

Voer de activiteiten uit van de stap uitvoeren.

Projectbegeleider/praktijkopleider /vakdocent.

Lezen van hydraulische schema's

berekenen ware lengte.

Uitrekenen van druk in vloeistoffen. Communiserende vaten.

Organiseren Verantwoorden van processen Voeren van een soorten plannigen die er zijn. Het kennen van de verschillende soorten plannigen die er zijn.

Het kennen van de verschillende PBM's, veiligheidsmaatregelen en hun toepassingen.

Deze week ga je

inventariseren wat je al weet en wat je nog moet weten

voor de projecttaak. Dit zet je op papier. Dit is het zogenaamde persoonlijk ontwikkelplan.

Voer de activiteiten uit van de stap voorbereiding.

Projectbegeleider/praktijkopleider /vakdocent.

Lezen van hydraulische schema's

berekenen ware lengte.

Rekenen en wiskunde Wet van Pascal Wet van Pascal Uitrekenen van druk in vloeistoffen. Communiserende vaten.

Het kennen van de verschillende PBM's, veiligheidsmaatregelen en hun toepassingen.

Planning maken van de beroepstaak. Hier verwerk je zowel het werk dat je moet verrichten als de

competenties die je kunt gaan behalen.

Maken van het activiteitenplan. Bespreken met projectbegeleider.

Projectbegeleider/praktijkopleider /vakdocent.

Lezen van hydraulische schema's

Maken van een planning en het maken van een persoonlijk ontwikkelplan

Het kennen van de verschillende PBM's, veiligheidsmaatregelen en hun toepassingen.

Tijdens deze projecttaak

gaan we een hydraulische installatie aanleggen. De grootte hiervan kan verschillen.

NB Voor de projecttaakplanner geldt dat door de docent aanvullende lesstof en informatie kan worden gegeven.

Projecttaak-uren Lezen van de introductie en oriëntatie. Uitvoern van de

activiteiten en op te leveren resultaten.

Begeleiding Projectbegeleider/praktijkopleider /vakdocent. Op te leveren resultaat

Vakleer Alle componenten binnen de hydrauliek en alle bijbehorende begrippen.

LLB Maken van een planning en het maken van een persoonlijk ontwikkelplan

Bedrijfskunde Maken van een planning. Maken van een planning. Het kennen van de verschillende Veiligheid/VCA Het kennen van de verschillende PBM's, veiligheidsmaatregelen en hun toepassingen. Studieloop- begeleiding

Korte inhoud uren

30

BIJLAGE 3 BESCHRIJVING VAN R, P EN T

Aan welk niveau moet je gedrag/beroepshouding voldoen? Ook dit niveau staat aangegeven in de beoordelingsmonitor. In de gesprekken met je docenten en begeleiders zal duidelijk naar voren komen welk niveau ze van je verwachten en of je dat echt bereikt hebt. De R, P en T niveaus hebben deze kenmerken: Reproductief (R) gedrag Als je gedrag en houding op R-niveau is bij het uitvoeren van de projecttaak, heeft het deze kenmerken: • Je voert onder begeleiding een taak uit. • De taak voer je uit volgens voorschrift en standaardprocedures. • Hierdoor krijg je kennis en vaardigheid. • Je ontwikkelt een (passende) beroepshouding. Productief (P) gedrag Je gedrag en houding liggen bij P op een hoger niveau: • Je voert op eigen initiatief een taak uit. • Je lost problemen van je projecttaak creatief op. • Je bedenkt oplossingen voor nieuwe problemen. • Je vraagt advies of de nieuwe oplossingen ook juiste oplossingen zijn. • Je laat zien dat je inzicht hebt. • Je laat zien dat je kennis en vaardigheden kunt toepassen. • Je bent actief. Transfer (T) gedrag Hier zijn je gedrag en houding op het hoogste niveau. Kenmerken: • Je voert de taken uit in zeer uiteenlopende situaties. • Je past kennis, houding en vaardigheden in zeer uiteenlopende situaties toe. • Je ziet verbanden en kunt ze uitleggen. • Je bent proactief: je kunt zelf aan de slag gaan zonder dat een ander je aanspoort. • Je oplossingen zijn origineel en deskundig binnen de grenzen van je beroep.

Bij transfergedrag handel je eigenlijk boven het niveau en de diepgang die de begeleiders van je verwachten.

31

PROJECTTAKEN NIVEAU 3

Voor de studierichting Service apparatuur en installaties worden projecttaken voor niveau 3 ontwikkeld. De projecttaken zijn tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Basisdocument 1 Introductietaak

2 Elektromotor vervangen 3 Reviseren van appendages 4 Reviseren van pomp 5 Hydrauliek cilinders 6 Pneumatische installatie

7 Lekkende leiding 8 Procesbesturing 9 Aandrijftechnieken 10 BPV in bedrijf 11 Bekabeling

69332209 Bestelnummer 006WTBPT0006

Made with