Arjan Dieleman en Fedor de Beer (red.) - De eigen wereld van het kind

HOOFDSTUK 1 Inleiding

Voor de basisschoolleeftijd zijn het tweede en het derde stadium van toepassing: het preoperationele (2-7 jaar) en het concreet-operationele denkstadium (7-11 jaar).Piagetheeft tussendeze twee stadiakwalitatieveverschillengevonden inden ken en specifieke cognitieve vaardigheden. Inhetpreoperationele stadiumbeschikt eenkindvan twee jaarwel over interne voorstellingen van voorwerpen enpersonen,maar omdat het dementale beweeg lijkheidmist omdeze voorstellingen te coördineren, kanhet er nog relatiefweinig mee doen. Dit wordt geïllustreerdmet het beroemde proefje van Piagetmet twee gelijkehoeveelhedenwater. Twee identieke glazen zijnmet eenzelfde hoeveelheidwater gevuld. Terwijl het kind toekijkt, giet de onderzoeker de inhoud van het ene glas over in een hoog smal glas, ende inhoud vanhet andere ineen laagbreed glas. Eenpreoperationeel kindblijft in de ban vande zichtbare veranderingen endenkt nudat inhet hoge smalle glasmeer water staat omdat het hoger komt. Het kindkannogniet in zijn geest vasthoudendat tijdens het overgieten de hoeveelheid water gelijk blijft. Oudere kinderen die in het operationele stadium verkerenkunnendatwel. Zij begrijpendat ondanks de verschil len inwaterhoogtedie ze zienontstaandehoeveelheidwater hetzelfdeblijft. Dit ver schijnsel wordt conservatie genoemd. Een ander kenmerk vanhet preoperationele kind is volgens Piaget zijn egocentris me .Dit heeftniets temakenmet zelfzuchtigheid,maarheeftbetrekkingophet on vermogen zich te verplaatsen in (letterlijk) het gezichtspunt van anderen: het kind kan dat wat het zelf ziet niet beschrijven vanuit het perspectief van een ander die vanuit eenander standpunthetzelfdewaarneemt.Eenvoorbeeld isPiagetsbekende proefjemet eenmaquette van eenberglandschap (Dieleman, 1997).

Het kind staat voor een tafel met een maquette met drie bergen die verschillen in grootte en kleur. Aan de andere kant van de maquette, tegenover het kind, zit een speel goedbeer. Het kind krijgt eerst de gelegenheid om rond de maquette te lopen en te vertellenwat het van verschillende kanten ziet. Dan gaat het terug naar de oude plek. Het kind wordt gevraagd wat de beer vanuit zijn positie ziet, waarbij het kan kiezen uit verschillende foto’s. Het preoperationele kind kiest de foto die afbeeldt wat het kind van uit de eigenpositiewaarneemt.

Figuur 1.1 w Maquetteberglandschap

16

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online