Arjan Dieleman en Fedor de Beer (red.) - De eigen wereld van het kind

1.1 Op zoeknaar het kinderperspectief: Piaget en zijnnavolgers

aftreksel is van een volwassenwereld. Dat was een belangrijke stap vooruit, en de verdienste vande stadiumdenkers is danookdat zehebben laten zienhoe volwas senenzichkunnenverplaatsen inhetkindenhoezijdewereldkunnenwaarnemen enbegrijpendoordeogenvanhet kind zelf. Maar er zijn ook kanttekeningen te plaatsen bij het stadiumdenken. Omdat de stadiumdenkers zich in hun analyses lieten leiden door volwassen eindstadia van ontwikkeling, kwamde nadruk te liggen opwat kinderennog niet konden. Piaget beschrijft het cognitief functioneren van kinderen dus als iets wat nog ver afstaat vanhetvolwassendenkenen legtdaarmeehet accentvooralopdebeperkingenvan het kinderlijk redeneren. Die beperkingen zijn door navolgers vaak aangegrepen omdemogelijkhedenvankinderen tebeknotten: kinderenzoudengezienhunnog beperkte cognitieve eigenschappen werkelijkheden niet kunnen overzien, te ont vankelijkzijnvoorslechte invloeden, engeweldservaringennietkunnenverwerken endaaromookmaar beterniet daaraanmoetenwordenblootgesteld. Bovendienwaren de stadiumdenkers gespitst opwat alle kinderen in een ont wikkelingsstadium gemeen hebben, zodat ze minder oog hadden voor individu ele verschillen. En omdat zij vooral onderzoek deden bij kinderen uit de blanke middenklasseenhunonderzoeksresultatenhieropbetrekkinghadden,werd steeds duidelijkerdat hunbevindingenmaar eenbeperkte geldigheidhadden. 1.1.2 Kinderen kunnenmeer Dekritiekophet grof generaliserende stadiumdenkennam toe inde laatstedecen niavandevorigeeeuw, toendewelvaartgroeide, ermeerkennisbeschikbaarkwam over andere culturen ende enorme diversiteit tussen kinderen zichtbaarwerd. De kritiek richtte zichopverschillendepunten. Het belangrijkste kritiekpunt was dat Piaget en andere stadiumdenkers zich in hun onderzoek bedienden van volwassen vormen van vragen stellen. Doorgaans werdhet kindgevraagd te verwoordenwat het dacht.Als kinderendaarin faalden, werd geconcludeerddat het begrip of inzicht niet aanwezigwas. Latere onderzoe kershebbenechteraangetoonddat eenniet verwoordedenkhandelingnietwil zeg gendat diedenkhandeling zelf ook afwezig is. Kinderenhebbenmogelijkde vraag niet begrepenofmissenhet verbalevermogenomhun inzichtmetwoorden tever duidelijken of uit te leggen. Een ander onderzoek wijst uit dat kinderen genegen zijndatgene tezeggenwaarvanzij vermoedendatdevragenstellerhetgraagwilho ren. Zij zijndandusmeer bezigmet het inschattenwat de onderzoekerwil weten danmet deopdracht of het probleem zelf. Eenkritiekpuntwas ookdat de situaties of opdrachtendiePiaget aandekinde ren voorlegde, te ongewoonof te vreemdwaren. Piaget deedditmet opzet, omdat hijwildevoorkomendatbijdeoplossingvandeproblemenherkenningenervaring een rol zouden spelen.Maar hij besefte onvoldoende dat kinderendoor het onge wone of vreemde karakter van de opdracht ook geïntimideerd of onzeker konden raken endaardoormaar gingen radennaar het goede antwoord. Demaquette van het berglandschapmoet voor jonge kinderen bijvoorbeeld een vreemde gewaar-

19

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online