Arjan Dieleman en Fedor de Beer (red.) - De eigen wereld van het kind

HOOFDSTUK 1 Inleiding

wording zijn geweest. Later onderzoek (bijvoorbeeldHugues&Donaldson, 1979) heeft aangetoond dat inmeer vertrouwde situaties kinderen tot veelmeer in staat zijn.Onderzoekershebbenbijvoorbeeldopeen tafel tweemuurtjeshaaksopelkaar geplaatst en twee politiepoppen elk op een andere plaats neergezet. De onderzoe kers vroegen aan kinderen tussen drie en vier jaar een jongenspop te verbergen die gezochtwerddoor de tweepolitiepoppendieop verschillendeplekkenop tafel naarde jongenspop stondenuit tekijken.Dekinderenblekende jongenspopopde ‘juiste’ plek tekunnenverbergen, datwil zeggenbuitenhet gezichtsveldvandepo litiepoppen. Ze waren dus niet alleen in staat zich de verschillende perspectieven vandepolitiepoppen in tedenken,maardezeooknog eens te combineren! Eendoorn inhetoogvandecriticivanhet stadiumdenkenwasdedaarinveron derstelde sprongsgewijze ontwikkeling van kinderen. Stadiumdenkers waren van mening dat kinderen vrij plotseling op ongeveer dezelfde leeftijd vanhet enemo ment op het andere naar het volgende stadium overgaan enna een korte tijd heel andere denkkwaliteiten aan de dag leggen. Hedendaagse ontwikkelingspsycholo gen zijn vanmening dat die ontwikkeling veel geleidelijker enmet grote indivi duele verschillen verloopt. De meesten van hen zijn bovendien van mening dat de vroegere stadiumdenkers demogelijkheden van kinderen stelselmatig hebben onderschat en dat dit deels kwam door de vreemde onderzoeksomgeving waarin de kinderenwerden getest waardoor die kinderen vaak anders reageerden dan ze in hun natuurlijke omgeving zouden doen. Latere onderzoekers hebben dan ook aangetoond dat kinderen in hun eigen omgeving tot veel meer in staat zijn. Een voorbeeld ishet concept dat bekend staat als theoryofmind , endat eenbelangrijke

20

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online