00640840006

00640840006

NIVEAU 3 METAALBEWERKEN Constructiewerker

6 Vervaardigen en samenstellen leidingen

project taak

BEGELEIDERSHANDLEIDING

NIVEAU 3 METAALBEWERKEN Constructiewerker [Crebo 94312]

6

project taak

Vervaardigen en samenstellen leidingen

Artikelnummer: 00640840006

COLOFON Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Directie en managementteam M. Wouters en L. Fine, B. Huijberts, M. Pelgrum, A. Pijnenburg

Auteur

W. Emons

Ontwikkelteamleider J. Berghs

Leden werkgroep W. Emons, T.A. Overdijk, D. Gelissen

Eindredactie M. Brok, J. Berghs, H.M.F. van den Berg

Vormgeving Henny Witjes, Studio Blanche

DTP Stichting Consortium Beroepsonderwijs/studio Blanche Juni 2013 Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties heeft geregeld. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

© 2010 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

INHOUD

Introductie ..................................................... 5

Oriëntatie .................................................... 19 Planning en Voorbereiding ......................... 29 Uitvoering en Controle ............................... 43

Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4

Oplevering en Evaluatie ............................. 55 BIJLAGE 1 Beoordelingsmonitor ................................... 64 BIJLAGE 2 Urenverantwoording .................................... 66 BIJLAGE 3 Evaluatieformulier ........................................ 67 BIJLAGE 4 Planner .......................................................... 72

4

Constructiewerker

INTRODUCT I E

Als constructiewerker voer je werkzaamheden uit in de metaalproductie-industrie. Je kunt werkzaam zijn bij grote bedrijven in uiteenlopende bedrijfstakken zoals: bedrijven die staalconstructies bouwen, de scheepsbouw, marineschepenbouw, machine- en apparatenbouw, petrochemie, offshore, transportmiddelen en voedingsmiddelenindustrie. Ook kun je werkzaam zijn bij kleinere bedrijven. Bijvoorbeeld: toeleveringsbedrijven voor de elektrotechnische industrie, de bouwsector en diverse reparatiebedrijven. Je werkt zowel binnen het bedrijf als op locatie bij opdrachtgevers. Als constructiewerker assembleer en monteer je onder andere verschillende leidingsystemen samen tot één geheel.Je werkt alleen, maar bij complexe pijp- of constructiewerken werk je samen met een collega. Je past tijdens het werk verbindende technieken toe zoals persen, lassen, flens- en klemverbindingen. Ook het zagen, boren, buigen en bewerken van metaal en leidingen zijn onmisbare vaardigheden. Je hebt als constructiewerker, naast het samenbouwen (monteren) van deelproducten, ook te maken met de montage en demontage van leidingen en constructiedelen.

In deze taak ga je leidingsystemen vervaardigen en samenstellen.

Gewenst resultaat: vervaardigen en samenstellen van leidingsystemen die voldoen aan de kwaliteitseisen van de tekeningen en de specificaties.

5

Vervaardigen en samenstellen leidingen

Aan de orde komen onder andere: • in installatietekeningen de betreffende leidingen onderscheiden • tekeningen van afzonderlijke leidingdelen lezen en de afzonderlijke onderdelen benoemen • isometrisch tekenen en schetsen voor het vervaardigen van leidingen of leidingdelen lezen • aan de hand van enkelvoudige leidingschema’s de leidingloop van een installatie schetsen • bestekken lezen • vervormende technieken uitvoeren voor het maken van pijpdelen zoals: het buigen van pijp en het maken van onderdelen zoals inzetstukken e.d. • lasnaadvoorbewerkingen uitvoeren volgens specificaties en lasverbindingen maken • een werkuitvoeringsplan maken voor montagewerkzaamheden aan: appendages en leidingwerk • montage- en demontagewerkzaamheden uitvoeren aan losneembare pijpverbindingen zoals: diverse gangbare soorten flensverbindingen, koppelingen en slangverbindingen • hulpstukken plaatsen/monteren voor ‘nood’reparaties • leidingdelen, appendages, onderdelen en apparatuur in leidingsystemen vervangen • meten en keuren • veiligheids- en milieuvoorschriften toepassen bij de werkzaamheden • het maken van een planning/activiteitenplan • het maken van verslagen • presenteren: voeren van gesprekken en een criteriumgericht interview • portfolio: producten aanleveren, evalueren, reflecteren, beoordelingsmonitor invullen

6

Constructiewerker

In deze projecttaak werk je aan kerntaak 1 ‘Vervaardigen van producten’. Daarin komen onderstaande werkprocessen aan de orde: 1.1 Voorbereiden en controleren van de aangeleverde informatie en materialen 1.2 Machines en gereedschappen in- en afstellen 1.3 Bewerken en vervormen van materiaal 1.4 Verbinden van onderdelen 1.5 Begeleiden van minder ervaren collega’s 1.6 Meten, testen en controleren van vervaardigde producten 1.7 Afronden van werkzaamheden m.b.t. productvervaardiging Ook werk je aan kerntaak 2 ‘Samenbouwen van deelproducten’. 2.1 Voorbereiden samenbouwen van deelproducten 2.2 Controleren van materialen en gereedschappen 2.3 Assembleren en monteren van deelproducten 2.4 Reparaties en modificaties uitvoeren 2.5 Begeleiden van minder ervaren collega’s 2.6 Meten, testen en controleren van uitgevoerde werkzaamheden 2.7 Afronden van werkzaamheden m.b.t.het samenbouwen van deelproducten

7

Vervaardigen en samenstellen leidingen

Portfolio en afsluiting van de projecttaak

In je portfolio zitten de bewijsstukken die aantonen dat je deze projecttaak goed hebt uitgevoerd. Deze bewijzen tonen aan dat je binnen de werkprocessen aan alle competenties hebt gewerkt en daarmee competentieontwikkeling hebt laten zien. Je bewijsstukken moeten aan de volgende eisen voldoen: • Eigen werk in de praktijk of op school • Recent gemaakt • Uitgevoerd bij deze projecttaak • Zichtbaar welk werkproces of welke competenties per bewijs worden aangetoond • Aangegeven complexiteit (A/B/ C/D), deze taak minimaal complexiteit C • In overleg met je begeleider (ondertekend voor akkoord) • Met ondertekende beoordelingen Voor het aanleveren van deze bewijsstukken in je portfolio draag je zelf de verantwoordelijkheid. Als je een stap met voldoende resultaat hebt afgesloten, geeft je begeleider een ‘GO’ waarna je aan de volgende stap kunt gaan werken. De oplevering van de gehele projecttaak vindt plaats als alle bewijsstukken uit de eerste drie stappen ingeleverd zijn en beoordeeld zijn met ‘voldoende’. Hiermee heb je aangetoond dat je aan alle competenties per werkproces gewerkt hebt. Ten slotte vindt de oplevering van het project plaats in de vorm van een gesprek, een presentatie of een combinatie daarvan. De beoordeling van de hele projecttaak wordt deels door je begeleider op school en deels door je praktijkbegeleider uitgevoerd. Zij beoordelen jou: • door observatie van je competenties als je aan het werk bent • door aanvullende gesprekken met jou te voeren • door competenties uit jouw bewijsstukken in je portfolio te waarderen

8

Constructiewerker

Deze taak moet minimaal op complexiteit C worden uitgevoerd.

C

Deels zelfstandig Voor een deel voer je zelfstandig de taak uit. Je kunt bij problemen je begeleider raadplegen.

Standaard De taak bestaat uit verschillende werkzaamheden die je in een normale werksituatie uitvoert.

In de tabel staan de bewijsstukken die bij elke stap horen.

stap

 producten portfolio

1

Oriëntatie

• Productanalyse • Overzicht materialen, gereedschappen en producten • Overzicht leeractiviteiten, POP

2

Planning en Voorbereiding

• Plan van aanpak • Ingevulde planning • Werkvoorbereiding • Vaardighedentoets

3

Uitvoering en Controle

• Producten van de projecttaak • Fotoverslag productieproces • Instructiebeschrijving • Eindcontroleformulieren • Urenverantwoording • Beoordeling door de praktijk

4

Oplevering en Evaluatie

• Mondelinge presentatie of demonstratie • Ingevulde en beoordeelde beoordelingsmonitor • Portfolio met producten (in te leveren resultaten) • Beoordelingsgesprek • Evaluatieformulier

9

Vervaardigen en samenstellen leidingen

BEGELEIDERSINFORMATIE

ORGANISATIE

Uitvoeren projecttaak De student gaat de projecttaak uitvoeren op het leerbedrijf en op de school.

De praktische oefeningen en opdrachten worden op het leerbedrijf uitgevoerd. Als dit niet mogelijk is kan, in overleg met de school (ROC), besloten worden om enkele opdrachten op de school te laten uitvoeren. De theoretische opdrachten worden op school onder begeleiding van de vakdocent gemaakt. De student gaat de projecttaak volgens de 4 stappen van projecttaakgestuurd leren uitvoeren. Inhoud van deze projecttaak In deze taak gaat de student leidingsystemen vervaardigen en samenstellen. Dat doet hij door het maken of laten maken van meerdere producten binnen een project. Vervolgens worden deze producten samengebouwd. Daarnaast leert de student om per bewerking de juiste keuze voor een techniek te maken, verantwoordelijkheid te nemen en samen te werken. De volgende onderdelen komen onder andere aan de orde: • in installatietekeningen de betreffende leidingen onderscheiden • tekeningen van afzonderlijke leidingdelen lezen en de afzonderlijke onderdelen benoemen • isometrisch tekenen en schetsen voor het vervaardigen van leidingen of leidingdelen lezen • aan de hand van enkelvoudige leidingschema’s de leidingloop van een installatie schetsen • bestekken lezen • vervormende technieken uitvoeren voor het maken van pijpdelen zoals: het buigen van pijp, het maken van onderdelen zoals inzetstukken e.d. • lasnaadvoorbewerkingen uitvoeren volgens specificaties en lasverbindingen maken • een werkuitvoeringsplan maken voor montagewerkzaamheden betrekking hebbend op: appendages en leidingwerk • montage- en demontagewerkzaamheden uitvoeren aan losneembare pijpverbindingen, zoals: diverse gangbare soorten flensverbindingen, koppelingen en slangverbindingen • hulpstukken plaatsen en monteren voor ‘nood’reparaties • leidingdelen, appendages, onderdelen en apparatuur in leidingsystemen vervangen • meten en keuren • veiligheids- en milieuvoorschriften toepassen bij de werkzaamheden • maken van een planning/activiteitenplan • maken van verslagen • presenteren: voeren van gesprekken en een criteriumgericht interview • portfolio: producten aanleveren, evalueren, reflecteren, beoordelingsmonitor invullen

10 Constructiewerker

BEGELEIDERSINFORMATIE

Praktijk en Theorie De onderwerpen theorie en praktijk zijn te vinden in de planner en het ‘Overallschema voor de Constructiewerker 94312’ op de bestelsite: • www.consortiumbo.nl > kies Bestellen > • Na login, kies voor menu ‘Downloads’ > MEI > Niveau 3 • Vervolgens zijn de documenten te vinden bij de betreffende opleiding. Nederlands De ondersteuning en beoordeling van taalactiviteiten is niet alleen een taak van de docent Nederlands, maar van het hele opleidingsteam. Door niet alleen binnen de ingeroosterde uren met taal bezig te zijn, maar consequent met het hele opleidingsteam aandacht aan taalontwikkeling te besteden, kunnen studenten ‘kilometers’ maken, waardoor ze hun taalniveau op peil brengen en houden. Dit noemen we de ‘Drieslag Taalontwikkeling’.

1e Slag De studenten moeten de kans krijgen hun Nederlands te verbeteren. Daarom moeten zij veel lezen, schrijven, luisteren en spreken. • Bij alle docenten • In alle lessen • Op de werkvloer Het is de bedoeling dat de student in deze situaties op zijn taalgebruik feedback krijgt. 2 e Slag Elke MBO’er heeft begeleiding nodig van een docent Nederlands. Zo kan hij zich voorbereiden op goed taalgebruik in allerlei beroepssituaties. In deze slag komen de specifieke taalvaardigheden aan bod.

3e Slag Een aantal studenten heeft specifieke problemen met het Nederlands van de opleiding.

Aparte lessen zijn dan nodig. In overleg met zijn begeleiders gaat de student speciale lessen volgen om zijn tekorten weg te werken. De studenten werken onder begeleiding van een taaldocent aan deze problemen.

Werken met het referentiekader Meijerink Taal en Rekenen Voor MBO-opleidingen geldt het Referentiekader Taal en Rekenen van de commissie Meijerink. Hierin staat beschreven wat studenten op verschillende momenten in hun schoolloopbaan op het gebied van taal en rekenen moeten kennen en kunnen. Daarmee wordt het referentiekader een leidraad voor docenten en onderwijsprogramma’s en vormt het de basis voor de doorlopende leerlijnen taal en rekenen. Het doel van de invoering van de referentieniveaus is het verbeteren van de taal- en rekenvaardigheden bij studenten. Voor de beroeps- en projecttaken is niveau 2F vereist.

11 Vervaardigen en samenstellen leidingen

BEGELEIDERSINFORMATIE

Taalkaarten Nederlands Voor de beroeps- en projecttaken heeft het Consortium taalkaarten ontwikkeld, die aansluiten op de vaardigheden en subvaardigheden van het referentiekader Meijerink. De taalkaarten geven de student en docent een beknopt overzicht van de eisen waaraan de talige producten van de beroeps- en projecttaken moeten voldoen. Ze bieden ook een aanknopingspunt voor het ontwikkelen van lesprogramma’s en toetsing. In de begeleidershandleiding zijn suggesties voor het gebruik van taalkaarten aangegeven.

De taalkaarten Nederlands zijn ontwikkeld voor de volgende taalvaardigheden:

Spreken/Gesprekken voeren 1. Reflectiegesprek 2. Functioneringsgesprek 3. Telefoneren 4. Werkoverleg en vergaderen 5. Discussie 6. Presenteren 7. Sollicitatiegesprek

Luisteren 8. Luisteren naar mondelinge instructies 9. Luisteren bij werkoverleg/vergadering

Lezen 10. Samenvatten (hoofd- en bijzaken) 11. Lezen van handleidingen en instructies 12. Schema’s /tabellen en grafieken

Schrijven 13. Zakelijke e-mail 14. Zakelijke brief 15. De sollicitatiebrief 16. Het CV 17. Besluitenlijst/notulen 18. Het verslag 19. Het logboek 20. Het woordenschrift

12 Constructiewerker

BEGELEIDERSINFORMATIE

Taalbeschouwing/taalverzorging Grammatica 21. Woordsoorten benoemen 22. Zinsdelen benoemen

Spelling 23. Schema werkwoordspelling 24. Leestekens

Hulpmiddelen 25. Hulpmiddelen

Moderne vreemde talen (MVT) Bij de moderne vreemde talen kan het onderwijsteam ook de drieslag taalontwikkeling toepassen. Een uitwerking daarvan moet nog ontwikkeld worden.

REKENEN EN WISKUNDE

Referentiekader Rekenen Meijerink Met het formuleren van de referentieniveaus voor het domein rekenen is helder in kaart gebracht wat studenten in het mbo moeten kennen en kunnen op het gebied van rekenen. Voor beroeps- en projecttaken is niveau 2F vereist. Werken met de drieslag rekenen/wiskunde Het leren van rekenen/wiskunde kan - in analogie met het taalonderwijs - in de vorm van een drieslag plaatsvinden: • Een deel van het leerproces vindt plaats in en nauw aansluitend op de integrale opdrachten. • Een deel van het leerproces vindt plaats in afzonderlijke reken/wiskundelessen. • Een deel van het leerproces vindt plaats in individuele remediëringstrajecten. Domeinen Binnen het gebied van rekenen zijn er vier domeinen, die samen de relevante inhouden dekken: 1. Getallen 2. Verhoudingen 3. Meten en Meetkunde 4. Verbanden

13 Vervaardigen en samenstellen leidingen

BEGELEIDERSINFORMATIE

Elk domein is bij rekenen opgebouwd uit de onderdelen: • notatie, taal en betekenis, waarbij het gaat om de uitspraak, schrijfwijze en betekenis van getallen, symbolen en relaties en om het gebruik van wiskundetaal • met elkaar in verband brengen, waarbij het gaat om het verband tussen begrippen, notaties, getallen en dagelijks spraakgebruik • gebruiken, waarbij het gaat om rekenvaardigheden in te zetten bij het oplossen van problemen. Elk van deze onderdelen is opgebouwd uit drie typen kennis en vaardigheden. Die zijn als volgt te karakteriseren: • paraat hebben: kennis van feiten en begrippen, reproduceren, routines, technieken • functioneel gebruiken: kennis van een goede probleemaanpak, het toepassen, het gebruiken binnen en buiten het schoolvak • weten waarom: begrijpen en verklaren van concepten en methoden, formaliseren, abstraheren en generaliseren, blijk geven van overzicht.

Aanvullende informatie over het referentiekader Meijerink en de toepassing ervan in de MBO-opleidingen is te vinden op de site www.steunpunttaalenrekenenmbo.nl.

LLB (LEREN, LOOPBAAN EN BURGERSCHAP)

Leren, Loopbaan en Burgerschap kan integraal aangeboden worden in de projecttaken. • De uitwerking is op basis van het Brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap. • In de stappen van de projecttaak komen de werkprocessen van de kerntaken 1, 2 en 4 van LLB als volgt aan de orde:

Oriënteren/Oriëntatie

1.1 Benoemt leerdoelen voor eigen ontwikkeling

Planning en Voorbereiding

1.4 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit

Oplevering en Evaluatie

1.5 Evalueert de gekozen manier van leren

2.3 Stuurt zijn eigen loopbaan en onderneemt acties die daarbij nodig zijn

14 Constructiewerker

BEGELEIDERSINFORMATIE

LLB kaarten Consortium heeft voor LLB kaarten ontwikkeld die een koppeling maken tussen de beroeps- en projecttaken en de kerntaken enerzijds en de toegepaste methode anderzijds.

De onderwerpen van deze LLB-kaarten geven aanknopingspunten voor de integrale toepassing van burgerschapscompetenties .De volgende onderwerpen komen aan bod:

- 01 WIE BEN IK? - 02 WAT WIL IK?

- 03 POP EN MINI-POP - 04 MIJN LEERSTIJL - 05 MIJN PLANNING - 06 IK KIJK TERUG - 07 WAAR BEN IK GOED IN? - 08 HOE BEVALT JOUW WERK? - 09 HOE ZIET MIJN BEROEP ERUIT? - 10 MIJN SOLLICITATIEBRIEF - 11 MIJN CV EN PORTFOLIO - 12 IK GA SOLLICITEREN - 13 IK ALS WERKNEMER - 14 WAT ZIJN MIJN RECHTEN? - 15 IK ALS COLLEGA

AANWIJZINGEN BEGELEIDERS Begeleider: bij BOL en BBL projecttaak- en/of studie/loopbaanbegeleider • Plannen met de student van de demonstratie en eindgesprek. • Voeren van de begeleidingsgesprekken en evaluatiegesprek. • Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • Bepaalt Go/No-Go. • Boordeling van het proces in de projecttaak. • Controleert portfolio. Praktijkopleider: de opleider in het bedrijf • Begeleiding van de student in het bedrijf. • Invullen van de beoordelingsmonitor. • Ingeleverde resultaten beoordelen. • Plannen van de demonstratie en eindgesprek met de student.

15 Vervaardigen en samenstellen leidingen

BEGELEIDERSINFORMATIE

Praktijkbegeleider: de instructeur op het ROC • Begeleiden van praktijkonderdelen. • Beoordelen ingeleverde resultaten.

Vakdocenten Voor vakdocenten geldt dat zij natuurlijk verschillende rollen kunnen vervullen. Laat de student in het activiteitenplan de rollen van de betrokkenen vastleggen. Voor vakdocenten geldt dat ze alle bovengenoemde taken kunnen uitvoeren zoals: • Geven van (vak)lessen. • Invullen van de beoordelingsmonitor en de competentiescoretabel. • Bepalen Go/No-Go. • Beoordeling van plannen van demonstratie een eindgesprek. • Voeren van evaluatiegesprek. Portfolio • In deze projecttaak volgt de student de vier stappen. Hij moet de stappen in de juiste volgorde nemen. De producten van elke stap moet hij opnemen in zijn portfolio. • Na elke stap moet de student zijn beoordelingsmonitor laten bijwerken door de begeleider of de praktijkbegeleider. • Voor de taken van de diverse begeleiders verwijzen wij u naar het Basisdocument voor docenten Constructiewerker. Een vakdocent kan de taak van begeleider op zich nemen. Gestreefd moet worden naar zoveel mogelijk diversiteit in beoordelende begeleiders.

16 Constructiewerker

17 Vervaardigen en samenstellen leidingen

STAP 1 Je competentieontwikkeling bij deze stap Werkprocessen en competenties

D A G

1.1 Voorbereiden en controleren van de aangeleverde informatie en materialen 2.1 Voorbereiden samenbouwen van deelproducten

E Samenwerken en overleggen Je werkt samen met een collega om complexe producten efficiënt en effectief te kunnen bewerken of vervormen. K Vakdeskundigheid toepassen Je toont technisch inzicht waardoor het werk efficiënt kan worden uitgevoerd. Je controleert materialen en gereedschappen.

E Samenwerken en overleggen Je stemt in overleg met de leidinggevende de uit te voeren werkzaamheden af, zodat de werkzaamheden efficiënt en effectief worden voorbereid.

18 Constructiewerker

ORIËNTATIE

In deze stap ga je eerst samen met de praktijkopleider van je leerbedrijf of met je studiebegeleider op school op zoek naar een project waarin het vervaardigen en samenstellen van leidingsystemen aan de orde komen. Dat doe je aan de hand van tekeningen. Vervolgens ga je per product de bewerkingsmethode en de werktuig- of machinekeuze bepalen. Dit doe je op basis van product, materiaalsoort en wijze van bewerking en montage. Om je keuze te verklaren moet je de toepassingsmogelijkheid van de gekozen technieken met voor- en nadelen aangeven. Ten slotte beschrijf je de werkwijze van de bewerkingen en montagetechnieken die je gaat uitvoeren. Ga tijdens het maken van de projecttaak regelmatig in een groepje bij elkaar zitten om je vorderingen en ervaringen te delen met andere studenten. Bespreek met hen je successen en de problemen die je tijdens de uitvoering tegenkomt. Ook deze collegiale samenwerking vormt een bewijsstuk van deze projecttaak (Samenwerken en overleggen).

19 Vervaardigen en samenstellen leidingen

In te leveren resultaten (portfolio) In te leveren resultaten Competentie

O V G

Productenanalyse

1.1 E, K 2.1 E

Overzicht van materialen, gereedschappen en producten Overzicht van leeractiviteiten, POP 1.1 E, K 2.1 E Verantwoording van de beoordeling Datum: Beoordelaar(s) Functie 2.1 E 1.1 E

Handtekening

Student

ACTIVITEITEN

1. Productanalyse Maak een lijst van een of meer producten die je gaat opleveren. Beschrijf duidelijk per product waarvoor het gebruikt wordt en hoe het werkt (tip: werk met behulp van foto’s, tekeningen, folders enz.). Raadpleeg de benodigde bronnen en vermeld deze. Beschrijf in deze lijst per product welke technische bewerkingen en montagetechnieken noodzakelijk zijn om dit product te kunnen vervaardigen en monteren. Leg uit waarom je voor deze bewerking(en) en montagetechnieken gekozen hebt. Onderzoek wat je voor deze opdracht al weet en al eens gedaan hebt. Maak hiervan een lijst. Maak daarna een lijst met alles wat jij nog moet leren en oefenen om deze opdracht vakbekwaam uit te kunnen voeren.

20 Constructiewerker

2. Overzicht van producten, materialen en gereedschappen Maak een lijst met producten die je gaat opleveren in deze projecttaak. Geef per product aan met wie je te maken hebt (school, werk, klanten, medestudenten). Geef per product aan welke werkzaamheden je gaat uitvoeren (plan van aanpak). Maak met behulp van de tekening(en) per product een lijst van gereedschappen en hulpstukken die nodig zijn om deze bewerkingen uit te kunnen voeren.

Geef aan of er nog extra hulpstukken en/of mallen gemaakt moeten worden.

3. Overzicht van je leeractiviteiten (POP) Probeer op de volgende vragen een antwoord te formuleren. Overleg met je praktijkopleider, je studieloopbaanbegeleider en met je medecursisten (deelnemers aan het project). Maak gebruik van je productenanalyse. • Welke werkprocessen (WP) ga je in deze projecttaak (kerntaak 1 en 2) toepassen?

• Welke kennis heb je per WP nodig? • Welke vaardigheden moet je oefenen? • Aan welke competenties ga je werken?

Maak hiervan een overzicht in een POP. Gebruik de volgende bronnen: het kwalificatiedossier, de beoordelingsformulieren en de beoordelingsmonitor.

21 Vervaardigen en samenstellen leidingen

Evalueren en beoordelen De praktijkopleider/begeleider van school controleert of alle punten van de opdracht correct zijn weergegeven en controleert of jouw competentieontwikkeling per werkproces daarin is aangetoond. Daarvoor wordt de competentiescoretabel ingevuld. Controleer zelf steeds de beoordelingen in je beoordelingsmonitor. Als de beoordelingen voldoende zijn, krijg je een GO . Hiermee is je oriëntatie afgerond. De informatie die je hier hebt verzameld, heb je nodig voor de volgende stap. Vakkennis en vaardigheden • Hanteren van relevante Arbo-, veiligheids-, milieu- en bedrijfsvoorschriften. • Kennis van het kwaliteitssysteem en kwaliteitseisen van het eigen bedrijf. • Kennis van materialen en middelen die bij het vervaardigen van producten worden toegepast. • Kennis van vakjargon binnen de branche • Lezen van technische tekeningen en schema’s.

22 Constructiewerker

BEGELEIDERSINFORMATIE

AANWIJZINGEN BEGELEIDERS

Tekeningen van pijpleidingen in complete installaties lezen en interpreteren

Praktijk 1. In installatietekeningen de betreffende leidingen onderscheiden en daaruit de te maken leidingdelen afleiden. 2. Tekeningen van afzonderlijke leidingdelen lezen en de afzonderlijke onderdelen benoemen. 3. Vanaf isometrische tekeningen werken. 4. Leidingschema’s lezen. 5. Aan de hand van enkelvoudige leidingschema’s de leidingloop van een installatie schetsen. 6. Procedurespecificaties interpreteren bij het maken van leidingwerk. 7. Bestekken lezen. Theorie 1. Tekenwerk uitvoeren met gebruikmaking van de geëigende normen. 2. Tekenen en/of schetsen voor het vervaardigen van leidingen of leidingdelen hiervan. 3. Voor het vervaardigen van leidingen of delen hiervan m.b.v. isometrische projectie tekenen en/of schetsen. 4. Lasmethodespecificaties lezen en interpreteren. 5. De specifieke lasnaadvoorbewerking voor de pijpverbinding tekenen en/of schetsen. Theorie 1. Voorkomende uitslagen van leidingsystemen tekenen, zoals: pijpaftakkingen, spruit- en broekstukken, rekening houdend met: • kwaliteitseisen • materiaalsoort • materiaaldikte • lasvoorbewerking Specificatie In de grondvorm van cilinders, kegels en piramides uitslaan in de gedaanten van verloopstukken (centrisch, excentrisch en vierkant naar rond). 2. Toepassingen omschrijven van speciaal aftekengereedschap voor het maken van pijpaansnijdingen. 3. Aanpassingen in pijpuitslagen berekenen t.b.v. het aftekenen, zoals: verhouding wanddikte/ doorsnede e.d. Complexe uitslagen maken Praktijk 1. Lasaansluitingen aftekenen van (voorgevormde) hulpstukken.

23 Vervaardigen en samenstellen leidingen

BEGELEIDERSINFORMATIE

Leidingdelen isometrisch schetsen

Praktijk 1. Isometrisch tekenen en schetsen voor het vervaardigen van leidingen of leidingdelen.

Theorie 1. Isometrisch tekenen en schetsen van leiding en leidingdelen.

Leidingdelen inmeten

Praktijk 1. Leidingdelen meten in bestaande situaties t.b.v. het maken van een vervangend leidingdeel.

Theorie 1. De werkwijze noemen bij het inmeten van leidingdelen. 2. Aandachtspunten noemen bij het inmeten van leidingdelen.

Vervormende bewerkingen van en aan verschillende soorten materiaal handmatig en machinaal uitvoeren

Praktijk 1. Vervormende technieken uitvoeren voor het maken van pijpdelen zoals: het buigen van pijp, het maken van onderdelen zoals inzetstukken e.d. 2. Pijpbuigbewerkingen mechanisch uitvoeren. 3. Bovengenoemde buigbewerkingen uitvoeren in roestvast staal en non-ferro metalen. 4. Uitgangsmateriaal en leidingdelen warm en koud richten. Theorie 1. Oorzaken van niet-gewenste vervormingen noemen bij het buigen van pijp zoals b.v.: plooivorming, driezijdige en ellipsvormige onrondheid. 2. Werkwijze bij het buigen van pijp omschrijven en daarin aangeven hoe ongewenste vervormingen kunnen

worden voorkomen, zoals: plooivorming, driezijdige en ellipsvormige onrondheid. 3. De mogelijkheden en beperkingen noemen van warm en koud vervormen van pijp.

L

24 Constructiewerker

BEGELEIDERSINFORMATIE

asnaden voorbewerken

Praktijk 1. Lasnaadvoorbewerkingen uitvoeren volgens specificaties.

Theorie 1. Lasvoorbewerkingen lezen aan de hand van lasnormen.

Onderdelen samenstellen en hechtlassen

Praktijk 1. Onderdelen samenstellen en volgens voorschriften hechtlassen.

Theorie 1. Werkwijze noemen t.a.v. het samenstellen en hechten van onderdelen volgens de gestelde Normen.

Nederlands Zie Introductie op de projecttaak.

Moderne vreemde talen (MVT) Zie Introductie op de projecttaak.

Rekenen en Wiskunde Zie Introductie op de projecttaak.

Leren, Loopbaan en Burgerschap (LLB) Zie Introductie op de projecttaak.

AANWIJZINGEN BEGELEIDERS Begeleider: bij BOL en BBL projecttaak en/of studie/loopbaanbegeleider • Voeren van de begeleidingsgesprekken. • Invullen van de beoordelingsformulieren en/of beoordelingsmonitor. • Bepalen Go/No-Go. • Boordeling van het proces in de projecttaak.

Praktijkopleider: de opleider in het bedrijf • Begeleiding van de student in het bedrijf. • Ingeleverde resultaten beoordelen.

25 Vervaardigen en samenstellen leidingen

BEGELEIDERSINFORMATIE

Praktijkbegeleider: de instructeur op het ROC • Begeleiden van praktijkonderdelen. • Beoordelen ingeleverde resultaten .

Vakdocenten •

Geven van (vak)lessen.

• Invullen van de beoordelingsmonitor en competentiescoretabel. • Bepalen Go/No-Go.

PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

TOPHOEK 90°

67,5°

60

60

8

7

PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

67,5°

60

67,5°

100

PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

9

10

7/10

GASBUIS 1 INCH Steel, Mild

GASBUIS 1"

STUK- NO

AAN- TAL BENAMING

MATERIAAL EN/OF HALFFABRIKAAT NORMAANDUIDING OF AFMETINGEN

ISO PASSINGSTELSEL NEN-ISO 286 - 1 EN 2 SCHAAL: MAATEENHEID: mm DATUM 1:1 8-11-2010

VORM- EN PLAATSTOLERANTIES VOLGENS NEN - ISO 1101 OPMERKING:

RUWHEID VOLGENS NEN 3634 AMERIKAANSE PROJECTIE

A.DERKS

GETEKEND:

WERKTUIGBOUWKUNDE

AFDELING: GEZIEN:

W.EMONS

FORMAAT

NUMMER:

BENAMING:

SCB

CON. WERKER 94312

7

A4

PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

26 Constructiewerker

27 Vervaardigen en samenstellen leidingen

STAP 2 Je competentieontwikkeling bij deze stap Werkprocessen en competenties

D A G

1.2 Machine en gereed- schappen in- en afstellen 2.1 Voorbereiden en samenbouwen van deelproduc- ten

K Vakdeskundigheid toepassen Je bent in staat met je kennis van machines en gereedschappen deze zodanig in- en af te stellen, dat de instellingen en parameters voldoen aan de eisen van het te vervaardigen product. L Materialen en middelen inzetten Je kiest, controleert en gebruikt materialen, middelen en gereedschappen efficiënt die nodig zijn voor het verplaatsen, bewerken en vervormen van het materiaal. Vakdeskundigheid toepassen Je neemt de verzamelde informatie voor het samenbouwen van deelproducten door en interpreteert deze, zodat je een duidelijk beeld hebt van alle relevante gegevens die betrekking hebben op het samen te bouwen product. L Materialen en middelen inzetten Je neemt de verzamelde informatie voor het samenbouwen van deelproducten door en interpreteert deze, zodat je een duidelijk beeld hebt van alle relevante gegevens die betrekking hebben op het samen te bouwen product. K

28 Constructiewerker

PLANNING EN VOORBEREIDING

In deze stap ga je met behulp van de gegevens die je hebt verzameld in de stap Oriëntatie een plan van aanpak maken met een planning in tijd en een werkvoorbereiding. Dit plan ga je de komende periode daadwerkelijk gebruiken om alle werkzaamheden uit te voeren. Daarvoor moet je goed weten wat je allemaal wil doen, oefenen en leren. Ook moet het duidelijk zijn wie je daarvoor nodig hebt, waar en wanneer. Een overzicht hiervan krijg je door steeds vooraf een plan van aanpak met een planning te maken.

In te leveren resultaten (portfolio) In te leveren resultaten Competentie

O V G

• Plan van aanpak

1.2 L 2.1 L 2.1 L

• Planning

• Werkvoorbereiding 1.2 K, L 2.1 K, L Verantwoording van de beoordeling Datum: Beoordelaar(s) Functie

Handtekening

Student

29 Vervaardigen en samenstellen leidingen

ACTIVITEITEN

Raadpleeg de benodigde bronnen en procedures. Maak gebruik van de producten die je gemaakt hebt in de Oriëntatie: • Productanalyse • Overzicht van materialen, gereedschappen en producten • Overzicht van leeractiviteiten Het plan van aanpak voor het hele project moet je indelen in hoofdstukken. Vul de onderdelen van het plan van aanpak zo volledig mogelijk in. Werk waar nodig samen met de andere deelnemers aan het project.

30 Constructiewerker

Plan van aanpak: indeling en inhoud 0. Voorblad 1. Opdracht en opdrachtgever

2. Op te leveren resultaat 3. Plan van aanpak 4. Aanwezige kennis en vaardigheden 5. Te ontwikkelen kennis en vaardigheden Kennis/vaardigheid Wie Informatiebron(nen) Activiteit Competenties 6. Faciliteiten 7. Oplevering van project 8. Afspraken en begeleiding

BIJLAGEN: a. Lijst met in te leveren beroepsproducten

b. Werktekeningen c. Planning in tijd

Als het plan van aanpak klaar is, controleer je het plan met behulp van de checklist.

31 Vervaardigen en samenstellen leidingen

Checklist Plan van Aanpak Is het voorblad compleet?  Tekst: ‘Plan van aanpak’?  Naam van de projecttaak?  Naam van de organisatie en naam van de opdrachtgever?  Plaats en einddatum van het Plan van aanpak?  Naam van de opdrachtnemer (eventueel de namen van de groepsleden)?  Je eigen naam?

Lay-out  Inhoudsopgave met paginanummers?  Hoofdstukken genummerd?  Paginanummers op bladzijden?

Taal(gebruik)  Spellingsfouten? Punten, vraagtekens, hoofdletters?

De opdracht  Is de opdracht duidelijk omschreven?  Aan welke eisen moet het product voldoen (lijst)?  Naam van de opdrachtgever (persoon)?  Naam van de projectleider?  Is er eventueel een schriftelijke opdracht aanwezig?

De activiteiten  Zijn de activiteiten benoemd in een logische volgorde?  Zijn de activiteiten binnen een groep ongeveer gelijk in moeilijkheid?  Is de oplevering van het project beschreven? De producten  Zijn voldoende producten gedefinieerd?  Is het plan van aanpak ook als product gedefinieerd?  Zijn eventuele belangrijke gebeurtenissen ook als product gedefinieerd?  Zijn ontwerpen, rapporten e.d. niet vergeten?  Is het eindproduct niet vergeten?

De planning  Klopt de planning met de activiteiten?  Is de planning realistisch?

De Checklist Plan van aanpak is beschikbaar op: www.consortiumbo.nl/site/Techniek_ICT_mediavormgeving/niveau_3/materiaal.html

32 Constructiewerker

Bespreek ten slotte je plan van aanpak en planning met je begeleiders van bedrijf en school. Controleer in dit gesprek de volgende zaken: • Zijn de juiste activiteiten gepland? • Is de planning in tijd correct? • Zijn de juiste prioriteiten gesteld? • Zijn de juiste materialen en middelen ingezet? • Welke werkprocessen en competenties ontwikkel je in deze taak? • In welke complexiteit wordt de taak uitgevoerd?(minimaal complexiteit C) Verwerk eventuele opmerkingen in het plan van aanpak en stel je planning bij. Laat je plan van aanpak en planning ondertekenen voor akkoord door je begeleider van school, je praktijkopleider en jezelf. 3. Werkvoorbereiding Om je werk in de uitvoering goed te kunnen beginnen moet je een werkvoorbereiding gemaakt hebben. Beschrijf voor elk product: • Het op te leveren resultaat. Maak daarbij duidelijk voor welke techniek je kiest en waarom.

• De werkvolgorde: met wie je werkt en wie wat doet. • Van welke tekeningen, procedures, materialen en gereedschappen je gebruik gaat maken.

Houd vanaf de voorbereiding de urenverantwoording bij tot en met de controle. Hiermee kun je controleren of je gewerkt hebt volgens planning.

33 Vervaardigen en samenstellen leidingen

Evalueren en beoordelen J e begeleider van school controleert of alle punten van de opdracht correct zijn weergegeven en controleert of jouw competentieontwikkeling per werkproces daarin is aangetoond. Controleer zelf steeds de beoordelingen in je beoordelingsmonitor. Als de beoordeling voldoende is, krijg je een GO . Hiermee is je voorbereiding voor het leren, de planning en je werkvoorbereiding voor de uitvoering afgerond. Dit plan van aanpak met de planning en de werkvoorbereiding heb je nodig voor de volgende stap. Vakkennis en vaardigheden • Hanteren van relevante Arbo-, veiligheids-, milieu en bedrijfsvoorschriften • Kennis van materialen en middelen die bij het samenbouwen van deelproducten worden toegepast • Kennis van materialen en middelen die bij het vervaardigen van producten worden toegepast • Kennis van persoonlijke beschermingsmiddelen • Kennis van vakjargon binnen de branche • Lezen van technische tekeningen en schema’s • Specialistische kennis en vaardigheden voor het beroep • Theoretische kennis van het werkveld van het beroep

34 Constructiewerker

35 Vervaardigen en samenstellen leidingen

BEGELEIDERSINFORMATIE

AANWIJZINGEN BEGELEIDERS

Warmtebehandelingen na vervormende bewerkingen en voor, tijdens en na het lassen uitvoeren

Praktijk 1. Warmtebehandelingen uitvoeren na vervormende bewerkingen. 2. Warmtebehandelingen voor, tijdens en na het lassen volgens geldende of vooraf gestelde specificaties uitvoeren. Theorie 1. Warmtebehandelingen en hun functie beschrijven en daarbij de structuur van omzettingen, tijd- en temperatuursverloop aangeven. 2. Van bovengenoemde warmtebehandelingen aangeven wanneer ze wel en niet worden toegepast.

Op basis van een werktekening en werkinstructies leidingdelen vervaardigen

Praktijk 1. Op basis van een werktekening en werkinstructies leidingdelen vervaardigen.

Theorie 1. Aan de hand van een werktekening de werkmethode beschrijven met daarbij het te gebruiken afteken-, meet- en controlegereedschap, en overige gereedschappen en hulpmiddelen.

Productiefouten signaleren en de oorzaken hiervan oplossen

Praktijk 1. Productiefouten herkennen, zoals: fouten in relatie tot afmeting, dimensionering, materiaalsoort, specificatiebewerking, lassen en verbinden e.d.

Theorie 1. Productiefouten omschrijven, zoals: dimensionering, materiaalsoort, specificatiebewerking, lassen en verbinden e.d.

Het werk uitvoeren: •

volgens juiste werkwijze volgens kwaliteitseisen

36 Constructiewerker

BEGELEIDERSINFORMATIE

MONTAGE LEIDINGSYSTEMEN

Op basis van een werktekening en werkinstructies montagewerkzaamheden aan apparaten verrichten en kan daarbij: direct met de apparaten samenhangende leidingwerk voor smering, perslucht en vloeistoffen monteren en demonteren.

Praktijk Een werkuitvoeringsplan maken voor montagewerkzaamheden betrekking hebbend op: appendages, en leidingwerk.

Theorie 1. Constructietekeningen en montagevoorschriften lezen. 2. Leidingschema’s interpreteren m.b.t. appendages, en leidingwerk. 3. Een werkmethode opstellen. 4. Montageschets(en) maken, rekening houdend met de bestaande situatie. 5. Het doel, principe, verschijningsvorm en toepassing van de in het vakgebied voorkomende elementen en componenten beschrijven, zoals: vaten, appendages, leidingwerk. 6. De hiervoor genoemde elementen omschrijven m.b.t. benaming, uitvoeringsvorm, afmeting en toegepaste materialen. 7. Aandachtspunten opsommen bij controle- en slijtage bij de hiervoor genoemde elementen en Componenten. 8. Aandachtspunten noemen bij (af)stelwerkzaamheden bij de hiervoor genoemde elementen en componenten. 9. Algemene onderhouds- en montagevoorschriften lezen en interpreteren m.b.t. de hiervoor bedoelde elementen en componenten. 10. Voorkomende beveiligingen van genoemde elementen en componenten omschrijven. Praktijk 1. Leidingschema’s lezen. 2. Aan de hand van symbolen: vaten en tanks, soorten leidingen, soorten aansluitingen en verbindingen, pompen, verdeelkasten, afsluiters, appendages, olie- en waterafscheiders e.d. herkennen. 3. Leidingtekeningen lezen en de afzonderlijke onderdelen benoemen. 4. Aan de hand van enkelvoudige leidingschema’s de leidingloop en stroomrichting van het medium in een installatie aangeven. 5. Procedurespecificaties interpreteren bij het monteren van leidingwerk. Tekeningen van pijpleidingen in complete installaties lezen en interpreteren

37 Vervaardigen en samenstellen leidingen

BEGELEIDERSINFORMATIE

Theorie 1. Complex samengestelde leidingsystemen of delen hiervan tekenen en/of schetsen. 2. Aan de hand van schema’s de leidingloop van een installatie tekenen. 3. Een leidingsysteem schematisch weergeven.

Pijpverbindingssystemen toepassen

Praktijk 1. Montage/demontage werkzaamheden uitvoeren aan losneembare pijpverbindingen, zoals: diverse gangbare soorten flensverbindingen, koppelingen en slangverbindingen. 2. Leidingen onder druk aanboren i.v.m. het plaatsen van aftakkingen. 3. Hulpstukken plaatsen/monteren voor ’nood’reparaties. Theorie 1. De verschillende losneembare pijpverbindingen met toepassingen, voor- en nadelen beschrijven, zoals: diverse gangbare soorten flensverbindingen, koppelingen en slangverbindingen. 2. Omschrijven welke maatregelen genomen moeten worden bij het aanboren van leidingen onder druk. 3. Hulpstukken voor noodreparaties en hun toepassingen en beperkingen benoemen.

Nederlands Zie Introductie op de projecttaak.

Leren, loopbaan en burgerschap (LLB) Zie Introductie op de projecttaak.

Moderne vreemde talen (MVT) Zie Introductie op de projecttaak.

Rekenen en Wiskunde Zie Introductie op de projecttaak.

38 Constructiewerker

BEGELEIDERSINFORMATIE

AANWIJZINGEN BEGELEIDERS

Begeleider: bij BOL en BBL projecttaak en/of studie/loopbaanbegeleider • Voeren van de begeleidingsgesprekken. • Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • Bepaalt GO/NO-GO. • Boordeling van het proces in de projecttaak.

Praktijkopleider: de opleider in het bedrijf • Begeleiding van student in het bedrijf. • Ingeleverde resultaten beoordelen.

Praktijkbegeleider: de instructeur op het ROC • Begeleiden van praktijkonderdelen. • Beoordelen ingeleverde resultaten.

Vakdocenten •

Geven van (vak)lessen.

• Invullen van de beoordelingsmonitor en competentiescoretabel. • Bepalen Go/No-Go.

39 Vervaardigen en samenstellen leidingen

BEGELEIDERSINFORMATIE

PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

67,5°

67,5°

858

12

300

PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

67,5°

11

146 CA.

PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

279 CA.

13

11/13

GASBUIS 1 INCH Steel, Mild

GASBUIS 1"

STUK- NO

AAN- TAL BENAMING

MATERIAAL EN/OF HALFFABRIKAAT NORMAANDUIDING OF AFMETINGEN

ISO PASSINGSTELSEL NEN-ISO 286 - 1 EN 2 SCHAAL: MAATEENHEID: mm DATUM 1:2 8-11-2010

VORM- EN PLAATSTOLERANTIES VOLGENS NEN - ISO 1101 OPMERKING:

RUWHEID VOLGENS NEN 3634 AMERIKAANSE PROJECTIE

A. DERKS

GETEKEND:

WERKTUIGBOUWKUNDE

AFDELING: GEZIEN:

W.EMONS

FORMAAT

NUMMER:

BENAMING:

SCB

CON. WERKER 94312

8

A4

PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

40 Constructiewerker

41 Vervaardigen en samenstellen leidingen

STAP 3 Je competentieontwikkeling bij deze stap Werkprocessen en competenties

D A G

1.2 Machines en gereedschappen in- en afstellen 1.3 Bewerken en vervormen van materiaal

T. Instructies en procedures opvolgen Je past de geldende bedrijfsregels en procedures toe bij het in- en afstellen van machines en gereedschappen. Het resultaat is zo geconstrueerd dat de instellingen en parameters voldoen aan de eisen van het te vervaardigen product. Vakdeskundigheid toepassen Je bewerkt en vervormt het materiaal vakkundig en accuraat volgens tekeningen, bewerkingsinstructies, bedrijfsregels en Arbo-voorschriften. L. Materialen en middelen inzetten Je draagt er zorg voor dat materialen, middelen en gereedschappen die nodig zijn voor het bewerken en vervormen van het materiaal efficiënt worden ingezet, zodat het werk veilig kan worden uitgevoerd. S. Kwaliteit leveren Je bewerkt en vervormt het materiaal efficiënt en accuraat door het toepassen van de juiste bewerkingstechnieken, zodat de vervaardigde producten voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen ten aanzien van maatvoering, levertijd en aantallen. Samenwerken en overleggen Je raadpleegt en betrekt anderen bij het verbinden van complexe onderdelen. Je zorgt ervoor dat de onderdelen correct gepositioneerd worden voordat ze aan elkaar verbonden worden. K. Vakdeskundigheid toepassen Je verbindt de onderdelen vakkundig en accuraat volgens werktekeningen. Je volgt de lasvolgorde en lasmethode beschrijving en werkt de lasverbindingen af. Je zorgt ervoor dat de vervaardigde producten voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen ten aanzien van maatvoering en vormgeving. L. Materialen en middelen inzetten Je gebruikt materialen, middelen en gereedschappen efficiënt die nodig zijn voor het bewerken en vervormen van het materiaal. Je zorgt dat er zo min mogelijk materiaal wordt verspild en het werk veilig kan worden uitgevoerd. T. Instructies en procedures opvolgen Je volgt de voorgeschreven procedures (LMB) op, zodat het werk conform veiligheids- en milieuvoorschriften wordt uitgevoerd. K. E.

1.4 Verbinden van onderdelen

1.6 Meten, testen en controleren van vervaardigde producten

J. Formuleren en rapporteren Je legt de meetresultaten vast op de juiste formulieren. L. Materialen en middelen inzetten

Je draagt er zorg voor dat meetgereedschappen, materieel en persoonlijke beschermingsmiddelen, die nodig zijn voor het meten en controleren van de vervaardigde producten, efficiënt worden ingezet. T. Instructies en procedures opvolgen Je hanteert de voorgeschreven meetmethoden en meetinstrumenten.

42 Constructiewerker

UITVOERING EN CONTROLE

1.7 Afronden van

F. Ethisch en integer handelenJe legt de meetresultaten vast op de juiste formulieren. Je houdt rekening met jouw omgeving en maakt je werkplek schoon. Je voert het afvalmateriaal gescheiden af (neemt Arbo-, veiligheids- en milieuvoorschriften in acht). L. Materialen en middelen inzetten Je draagt er zorg voor dat meetgereedschappen, materieel en persoonlijke beschermingsmiddelen, die nodig zijn voor het meten en controleren van de vervaardigde producten, efficiënt worden ingezet. T. Instructies en procedures opvolgen Je vult alle relevante formulieren in met de correcte informatie volgens voorgeschreven bedrijfsprocedures, zodat de gegevens verwerkt kunnen worden. Vakdeskundigheid toepassen Je controleert visueel te gebruiken machines, materialen en gereedschappen op bruikbaarheid, zodat het samenbouwen van deelproducten volgens bedrijfsvoorschriften veilig wordt uitgevoerd. L. Materialen en middelen inzetten Je draagt zorg voor de aangeleverde materialen, middelen en gereedschappen en kiest de correcte persoonlijke beschermingsmiddelen en hijsapparatuur. Vakdeskundigheid toepassen Je demonteert delen van deelproducten, assembleert en monteert nieuwe delen door handmatig de meest geschikte verbindende technieken toe te passen. L. Materialen en middelen inzetten Je assembleert, monteert en gebruikt deelproducten (materialen en middelen) correct door de juiste verbindingstechnieken toe te passen. S. Kwaliteit leveren Je assembleert en monteert deelproducten efficiënt en accuraat, zodat de samenbouw van het geheel voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen. Begeleiden Je geeft naar aanleiding van de uitgevoerde reparaties/modificaties bij verantwoording adviezen, op basis van je vakmanschap, hoe de werkzaamheden beter uit te voeren. K. Vakdeskundigheid toepassen Je repareert/modificeert constructiedelen door vakkundig toepassen van relevante scheidende en verbindende techniek. L. Materialen en middelen inzetten Je repareert/modificeert constructiedelen door effectief en veilig gebruik van materialen en technische middelen. S. Kwaliteit leveren Je voert de reparaties/modificaties uit aan constructies volgordelijk volgens tekeningen en kwaliteitsnormen. Begeleiden Je geeft stellige adviezen over hoe de werkzaamheden aan te pakken. Je geeft duidelijke instructies en uitleg en aan minder ervaren collega’s. K. Vakdeskundigheid toepassen Je legt het samenbouwen en reparatie van deelproducten begrijpelijk uit. Je demonstreert je eigen instructies en controleert of het begrepen is. K. K. C. C.

werkzaamheden m.b.t. productver- vaardiging

2.2 Controleren van materialen en gereedschappen

2.3 Assembleren en monteren van deelproducten

2.4 Reparaties en modificaties uit- voeren

2.5 Begeleiden van minder ervaren collega’s

43 Vervaardigen en samenstellen leidingen

Made with