CZW20120196

F. Regie voeren Je draait tien verantwoordelijke diensten. Hierin coördineer je de totale verpleegkundige zorg voor (een deel van) de afdeling of de leefgroep waar je werkzaam bent. Dit betekent dat je:

• de werkzaamheden plant • de werkzaamheden verdeelt • de geboden zorg evalueert • je plan aanpast bij veranderde omstandigheden • de juiste beslissingen neemt.

Ontwerp een evaluatielijst waarin je jouw competentieontwikkeling op het gebied van coördinatie en continuïteit in beeld brengt. Vraag aan je team om na de tien diensten het evaluatieformulier in te vullen. Maak op basis van de gegevens uit de evaluatie een sterkte/zwakte analyse van je coördinatorschap. G. Coördinerend overleg Je organiseert een coördinerend teamoverleg of multidisciplinair overleg. In deze overlegsituatie heb je een leidende rol. Tijdens dit overleg zorg je voor afstemming van de zorg. Maak na afloop een procesverslag. H. Begeleiden van een student Je begeleidt een student. Dit betekent dat je: • de wijze waarop werkbegeleiding gegeven wordt, onderzoekt. • een planmaakt voor het begeleiden van een student. Dit plan sluit aan bij de opleiding, begeleidingsbehoefte en leerstijl van de student. Verwerk hierin de overdracht van vakkennis, vaardigheden en houding die specifiek zijn voor de afdeling/setting waar je werkt. • een student begeleidt gedurende een periode waarin alle facetten van het begeleiden aan bod komen. Tijdens de periode van begeleiden pas je het plan en je stijl van begeleiden aan de leerbehoefte en leerstijl van de student aan. • feedback vraagt aan je collega’s en aan de student over het plan en over jouwmanier van begeleiden. Dit doe je tussentijds en aan het einde van de periode. Je stelt op basis daarvan je begeleidingsstijl bij.

11

PROEVE 3

Made with