2011 Verpleegkunde VVT BP 3.2 Regie voeren

aangetoond

Prestatie-indicatoren

Competenties M Analyseren

Kwalificerend

niet aangetoond

- componenten

T Dit betekent dat: • je uit de evaluatiegegevens de belangrijkste informatie haalt met betrekking tot de resultaten van de zorgverlening en de behaalde verpleegdoelen • je logische conclusies trekt • je manieren vindt om problemen op te lossen

–– informatie uiteenrafelen –– conclusies trekken –– oplossingen voor problemen bedenken

zodat: • je het zorgleefplan zo nodig op een verantwoorde manier bijstelt

• je de kwaliteit van de zorgverlening verbetert • je de zorgverlening goed afrondt of afsluit.

Werkproces 2.3 Geeft werkbegeleiding

P Dit betekent dat: • je een leer-en werkomgeving creëert die studenten en stagiairs stimuleert zich te ontwikkelen • je hen stimuleert zich te ontwikkelen • je hen stimuleert de grenzen van hun mogelijkheden te verkennen

C Begeleiden

–– anderen ontwikkelen

zodat: • zij zich optimaal kunnen ontwikkelen als een deskundig beroepsbeoefenaar.

Bewijsstukken Kwalificerend

A. De afgetekende beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Specifieke bewijsstukken:

Werkprocessen

Competenties

1.8

B - E - Q

B. Evaluatiegegevens en een sterkte/zwakte analyse van je coördinatorschap.

1.9

D - J - M

C. Agenda en procesverslag van het overleg.

2.3

C

D. Het begeleidingsplan met bijstellingen.

Aanvullende of vervangende bewijsstukken:

Werkprocessen

Competenties

Cesuur De competentieontwikkeling binnen de werkprocessen is op het vereiste beheersingsniveau aangetoond.

13

REGIE VOEREN IN HET VERPLEEGHUIS, VERZORGINGSHUIS OF DE THUISZORG

Made with