CZW3SCW0003

aangetoond

Prestatie-indicatoren

Competenties

Kwalificerend

niet aangetoond

- componenten

P Dit betekent dat: • je het beleid van de organisatie vol zelfvertrouwen uitdraagt • je gemaakte keuzes onderbouwt zodat: • betrokkenen op de hoogte zijn van hetgeen de organisatie doet of voornemens is te doen. T Dit betekent dat: • je sociale kwesties en andere ontwikkelingen signaleert, waarvan sommigen buiten de aandacht vallen van instellingen en beleid • je deze kwesties actief weet te benutten

H Overtuigen en beïnvloeden

–– ideeën en meningen naar voren brengen en onderbouwen

X Ondernemend en

commercieel handelen

–– kansen en mogelijkheden identificeren en creëren

zodat: • je een bijdrage levert aan nieuw of aangepast beleid c.q. dienstenaanbod.

Werkproces 3.6 Evalueert de dienstverlening

p Dit betekent dat: • je signaleert en informeert naar de mening van betrokkenen

D Aandacht en begrip tonen

zodat: • je gegevens verkrijgt over de effectiviteit van de gehanteerde werkwijze.

–– luisteren

p Dit betekent dat:

J Formuleren en rapporteren

• je evaluatiegegevens formuleert

zodat: • ze begrijpelijk zijn voor betrokkenen en bruikbaar zijn voor het verbeteren van de dienstverlening.

–– vlot en bondig formuleren

T Dit betekent dat: • je gevolgen trekt uit verzamelde evaluatiegegevens zodat: • je juiste oplossingen kiest voor verbetering van de dienstverlening.

M Analyseren

–– conclusies trekken –– oplossingen voor

problemen bedenken

Je controleert of de bewijsstukken voldoen aan de prestatie-indicatoren in de beoordelingslijst. Bekijk je POP en je PAP. Ga na of je volgens je leerdoelen en plan hebt kunnen werken. Controleer of je de verkregen feedback hebt verwerkt.

Je voert een voortgangsgesprek. Hierin kijk je terug op de resultaten van de beroepsprestatie en je blikt vooruit op je leerproces. Pas op basis van de verkregen informatie je POP aan.

13

HAD IK OOK NOG.....(EVALUEREN)

Made with