Dr. M.H.M. de Wolf - Psychoanalytische theorievorming en de DSM-5

DEEL II Psychopathologie

16

Descriptieve versus structurele diagnostiek

295 295 296 296 297 298 300 300 301 302 304 306 319 319 319 320 322 322 323 323 326 327 330 331 333 335 335

16.1 Inleiding

16.2 Het onderscheid tussen gementaliseerd en niet-gementaliseerd 16.2.1 De wijze waarop de persoonlijkheid is georganiseerd 16.2.2 De mate waarin het zelf en de ander van elkaar gedifferentieerd zijn 16.3 Het psychoanalytisch referentiekader en de descriptieve diagnostiek 16.4 De DSM: descriptieve versus structurele diagnostiek

16.4.1 Categoraal versus dimensionaal 16.4.2 Theoriegestuurd of empirisch gestuurd 16.4.3 Autonomie versus verbondenheid

16.5 Gehechtheidstheorieƫn

16.6 Internaliserende en externaliserende pathologie

16.7 Ontwikkelingspsychopathologie 307 16.8 DSM-5: nieuw evenwicht tussen descriptieve en structurele pathologie 309 16.9 Structurele diagnostiek 312 16.10 Conclusie 315

17

Psychopathologie: symptomen 1

17.1 Inleiding

17.2 Verschillen tussen DSM-IV en DSM-5 17.3 Autismespectrumstoornis (ASS)

17.4 Angststoornissen

17.4.1 Bowlby 17.4.2 Kohut 17.4.3 Freud 17.4.4 Klein

17.4.5 Gehechtheid

17.5 Fobieƫn

17.6 Samenvatting

17.7 Obsessieve-compulsieve en daaraan verwante stoornissen

17.7.1 Verzamelstoornis 17.7.2 Morfodysfore stoornis

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online