Van den Broeck - Prolians Catalogus 2017

Handbescherming

• NORM EN 407 : 2004 - VEILIGHEIDSHANDSCHOENEN TEGEN THERMISCHE RISICO'S Deze norm specifieert de thermische prestaties van veiligheidshandschoenen tegen warmte en/of vuur.

GOEDEREN­ BEHANDELING HYGIËNE ADEM HOOFD VOET OOR OOG HAND ANDER VEILIGHEIDS­ MATERIAAL KLEDIJ a b c

PICTOGRAM NORM

DEFINITIE EN CRITERIA

PRESTATIENIVEAU

a. Weerstand tegen ontvlambaarheid b. Weerstand tegen contacthitte

(prestatieniveau van 0 tot 4) (prestatieniveau van 0 tot 4) (prestatieniveau van 0 tot 4) (prestatieniveau van 0 tot 4) (prestatieniveau van 0 tot 4) (prestatieniveau van 0 tot 4)

c. Weerstand tegen convectiehitte (geleidingshitte)

d. Weerstand tegen stralingshitte

EN 407

e. Weerstand tegen kleine spatten vloeibaar metaal f. Weerstand tegen grote spatten gesmolten metaal

a b c d e f

De handschoenen moeten minstens prestatieniveau 1 halen inzake slijtvastheid en inzake scheurweerstand

Weerstand tegen ontvlambaarheid : gebaseerd op de tijd die het materiaal blijft branden en gloeien nadat de ontstekingsbron verwijderd is. De naden van de handschoen mogen na een ontstekingstijd van 15 seconden niet lossen.

Weerstand tegen contacthitte : gebaseerd op het temperatuurbereik (100-500 °C) waarbij de drager gedurende minstens 15 seconden geen pijn voelt. Als een EN-niveau van 3 of hoger behaald wordt, moet het product minstens een EN-niveau van 3 in de ontvlambaarheidstest halen. In het andere geval wordt het maximumniveau voor contacthitte als niveau 2 aangeduid.

Weerstand tegen convectiehitte (geleidingshitte) : gebaseerd op de tijd gedurende dewelke de handschoen de hitteoverdracht van een vlam kan vertragen. Er mag alleen een prestatieniveau worden vermeld als de handschoen een prestatieniveau van 3 of 4 in de ontvlambaarheidstest behaald heeft.

Weerstand tegen stralingshitte : gebaseerd op de tijd gedurende dewelke de handschoen de hitteoverdracht kan vertragen wanneer ze aan een bron van stralingswarmte blootgesteld is. Er mag alleen een prestatieniveau worden vermeld als de handschoen een prestatieniveau van 3 of 4 in de ontvlambaarheidstest behaald heeft. Weerstand tegen kleine spatten vloeibaar metaal : stemt overeen met de hoeveelheid gesmolten metaal die nodig is om de handschoen tot een bepaald niveau op te warmen. Er mag alleen een prestatieniveau worden vermeld als de handschoen een prestatieniveau van 3 of 4 in de ontvlambaarheidstest behaald heeft. Weerstand tegen grote spatten gesmolten metaal : stemt overeen met het gewicht van het gesmolten metaal dat nodig is om vlekjes of gaatjes te veroorzaken in een namaakhuid die direct achter het staal aangebracht is. De test faalt als de metalen druppels op het materiaal van de handschoen blijven kleven of als het staal ontbrandt.

• NORM EN 511 : 2006 - VEILIGHEIDSHANDSCHOENEN TEGEN DE KOUDE Deze norm is van toepassing op alle handschoenen die de handen moeten beschermen tegen contact- en geleidingskoude tot -50 °C.

PICTOGRAM NORM

DEFINITIE EN CRITERIA

PRESTATIENIVEAU

De bescherming tegen koude wordt aangeduid door een pictogram gevolgd door een reeks van 3 prestatieniveaus die met specifieke beschermende eigenschappen overeenstemmen.

EN 511

a. Weerstand tegen geleidingskoude b. Weerstand tegen contactkoude c. Doordringbaarheid van water

(prestatieniveau van 0 tot 4) (prestatieniveau van 0 tot 4) (prestatieniveau van 0 of 1)

EN 511

De handschoenen moeten minstens prestatieniveau 1 halen inzake slijtvastheid en inzake scheurweerstand

Weerstand tegen geleidingskoude : gebaseerd op de thermische isolatie die de handschoen biedt bij de koudeoverdracht via geleiding.

Weerstand tegen contactkoude : gebaseerd op de thermische weerstand van het handschoenmateriaal wanneer dat aan een koud voorwerp blootgesteld wordt.

Doordringbaarheid van water : 0 = penetratie van water na 30 minuten blootstelling; 1 = geen penetratie van water.

114

Made with FlippingBook flipbook maker