006PWIB0013

U kunt de student aansporen om initiatieven te nemen in het sturen van zijn eigen loopbaan door dit te bespreken tijdens functioneringsgesprekken of door zich te melden als er nieuwe ontwikkelingen zijn enzovoort, zodat hij zich verder kan ontwikkelen. Tussentijds evaluatiegesprek Het is belangrijk dat de ontwikkeling van je competenties zichtbaar worden gemaakt. Hiertoe voer je halverwege de BPV-periode een tussentijds evaluatiegesprek met je praktijkopleider. Je vraagt de praktijkopleider het Formulier Tussentijdse Evaluatie in te vullen (zie bijlage 8). Hierbij is het aan te raden om je praktijkopleider tijdig het evaluatieformulier te laten zien en het gebruik ervan uit te leggen. Hiermee maak je hem duidelijk hoe je opleiding in elkaar zit en hoe hij kan evalueren en beoordelen. Een kopie van het ondertekende evaluatieformulier stuur je naar je projectbegeleider op school. Bezoek projectbegeleider Tijdens deze periode komt vanuit je ROC je projectbegeleider op bezoek. Hij maakt hiervoor een afspraak met je praktijkopleider. Tijdens zijn bezoek:  Geef je hem een korte rondleiding door het bedrijf.  Bespreek je met hem en de praktijkopleider je voortgang. Hierbij komt o.a. het Formulier Tussentijdse Evaluatie ter sprake.  Controleer je met hem of alle in te leveren producten aanwezig zijn.  Noteer je opmerkingen, aanbevelingen en afspraken in het Formulier BPV-bezoek (bijlage 9). Het formulier wordt door alle drie betrokkenen ondertekend. Je bewaart het in je projectdossier. Terugkom-momenten Tijdens de BPV-periode kunnen er terugkom-momenten op je ROC worden georganiseerd. Je krijgt dan, onder meer, gelegenheid om met je medestudenten ervaringen uit te wisselen en ondersteuning te vragen voor de opbouw van je dossier en je eindpresentatie. Als je al het nodige hebt uitgevoerd en je projectdossier bijgewerkt is, ga je door naar de fase Oplevering.  COMMUNICATIE Wij adviseren u om studenten te ondersteunen bij: - de voorbereiding van het tussentijds evaluatiegesprek - het verslag ‘Practising the Job’ Tussentijds Evaluatiegesprek Zie ook handleiding BPV1 en de aanwijzingen bij LLB voor de onderwerpen/thema’s. Het gesprek wordt o.a. toegespitst op een competentie die de student speciaal moest ontwikkelen. De student moet daarvoor drie collega’s bevragen op zijn functioneren in deze competentie. Hiervoor gebruikt hij de prestatie-indicatoren die in het kwalificatiedossier staan bij het betreffende werkproces. De bevraging gebeurt schriftelijk of wordt schriftelijk vastgelegd. Het resultaat wordt besproken tijdens het functioneringsgesprek. De student vult de lijst communicatieproducten a t/m f in (bijlage 13). Verslag ‘Practising the Job’ Dit product leent zich bij uitstek om de taalvaardigheid van de student te beoordelen aan de hand van het communicatieschema en het Europese Raamwerk (CEF).

- 20 -