006BTMS0016

OEFENING RICHTEN EN STREKKEN

Materiaal kan vervormd raken. Zo kan het gebeuren dat een staaf of buis niet meer recht is, terwijl het wel recht moet zijn. Plaatmateriaal is niet meer vlak terwijl het wel vlak moet zijn. In beide gevallen moet hier iets aan gedaan worden. Bij het vlak maken van een plaat spreken we van strekken. Staaf- en profielmateriaal dat krom is, moet men richten. Ook kan het voorkomen dat een gelast product na het lassen krom is getrokken. De verschillende delen staan niet meer in de goede stand ten opzichte van elkaar. Door het werkstuk te richten moet er voor gezorgd worden dat dit voldoet aan de eisen die op de tekening vermeld zijn. Voorbereiding oefening 1 Welke machines zouden bij het richten kunnen worden ge- bruikt? 2 Als materiaal gericht wordt, zal de grootte van de spanning in het materiaal boven een bepaalde grens moeten uitkomen. Welke grens is dat? 3 Hoe kun je deze grens verlagen, waarboven je materiaal kunt omvormen? 4 Soms maakt men bij het richten een bepaald gedeelte van het te richten werkstuk warm en koelt het daarna vrij snel af. Omschrijf wat er dan met het materiaal gebeurt. 5 Wanneer strekken of richten gebeurt met warmte, wanneer past men dan: 6 Welke hamer gebruik je als je materiaal moet rekken? 7 Welke hamer gebruik je als je materiaal moet stuiken? 8 Maak een verslag van een gesprek dat je voert met een vakman over hoe hij te werk gaat als een werkstuk gericht moet worden. Bijvoorbeeld een hoekprofiel dat krom is en recht moet worden gemaakt. 9 Wat is de betekenis van de aanduiding a warmtepunten toe? b warmtebaan toe? c warmtewig toe?

1

10 Wat is de betekenis van de aanduiding

35

Made with