006120900001

Bijlage 14 Niveaubepaling schrijfvaardigheid

U verslag

U betogende tekst

U artikel

U samenvatting uit verschil- lende

bronnen

U ……………

U notities,

berichten

U langere

instructies

U advertentie

U aantekenin- gen

U ……………

STAP 1 Bepaal het niveau van de opdracht en kruis in de betreffende kolom één van de (beroeps)producten aan. Bij een kwalificerende beoordeling dient het niveau van de opdracht te voldoen aan het vereiste niveau van de opleiding. Niveau 1F 2F 3F Omschrijving niveau opdracht Korte en eenvoudige tekst over alledaagse onder- werpen of de directe leefwereld. Tekst met simpele, lineaire opbouw over vertrouwde onderwerpen binnen (beroeps)opleiding en/of maatschappij. Gedetailleerde tekst over onderwerpen uit (beroeps) opleiding en/of maatschappij met informatie en argumenten uit verschillende bronnen. (Beroeps) product n.a.v. opdracht U briefje U kaart U email U …………… U kort bericht U standaard- formulier U overzichte- lijke aanteke- ningen U …………… U verslag U werkstuk U …………… U informele brief U zakelijke brief U email U …………… U notities, berichten U instructies U advertentie U aantekenin- gen U …………… U verslag U werkstuk U collage U muurkrant U …………… U informele brief U zakelijke brief U email U ………… Let daarbij op of DOEL/DOELEN bereikt zijn. U Goed / Voldoende GO (ga verder met beoordeling) U Onvoldoende NO GO (= cijfer 1) GO? STAP 3 Kruis (1x per rij) het getoonde gedrag aan. Kenmerken taakuitvoering Afstemming op publiek U Je hanteert het verschil formeel- informeel. U Je past je woordgebruik en toon aan. U Je taalgebruik is consequent en past binnen de gegeven situatie qua toon, doel en genre. Samenhang U Je gedachtegang is niet altijd logisch, maar voor de lezer gemakkelijk te volgen. U Je gedachtegang is logisch en voor de lezer meestal te volgen. U Je gedachtelijn is logisch en consequent en voor de lezer goed te volgen. U De structuur van je tekst is nog weinig herkenbaar. U Je tekst is geordend in inleiding – kern – slot. Ook zijn er goede alinea’s met inhoudelijke verbanden. U Je verbindt de delen van de tekst tot een samen- hangend geheel. U Je gebruikt weinig verwijswoorden of maakt daarin nog fouten. U Je gebruikt meestal juiste verwijzingen. U Je gebruikt juiste verwijzingen. U Je gebruikt juiste verbindingswoorden. STAP 2 Stel vast of de student de opdracht inhoudelijk voldoende heeft uitgevoerd.

U Kwalificerend

U Ontwikkelingsgericht

Criteria 1F* Criteria 2F* Criteria 3F* * De drie niveaus zijn cumulatief: een student op een hoger niveau beheerst alle vaardigheden die op een lager niveau genoemd worden. U Je gebruikt de voegwoorden ‘en’, ‘maar’, ‘want’ en ‘omdat’ correct. U Je gebruikt veel voorkomende voeg- en verbindingswoorden (o.a. als, hoewel) correct.

ROC

Opdracht

Opleiding:

Crebo:

Vereist niveau:

Niveaubepaling Schrijven Nederlands 1F-2F-3F Naam student: Naam beoordelaar:

Examendossier

88

Made with