14ZWTAALEX01

First page I Next page Last page

14ZWTAALEX01

Examenarrangement schoolexamens Nederlands

Schrijven Gesprekken Spreken

*14ZWTAALEX01*

Instellingsexamens Nederlands - taalprestaties Examens Nederlands – generiek Examencodes

2014-TPN-vaardigheid-2F-n en 2014-vaardigheid-TPN-3F-n

Versie

2014

Domein/Sector

Zorg en Welzijn en AG

Informatie voor de opleiding De taalprestaties Nederlands van het Consortium Beroepsonderwijs kunnen zowel ontwikkelgericht als examinerend worden ingezet. Wanneer de opleiding ervoor kiest om taalprestaties examinerend in te zetten, legt zij dit vast in het examenplan. Wanneer de taalprestaties als examen worden in gezet, is dit document leidend. Alle betrokkenen dienen dan ook kennis te nemen van de inhoud van dit document en dienovereenkomstig te handelen. De taalprestaties bieden de kaders voor maken van instellingsexamens Nederlands per vaardigheid. Ze zijn op dezelfde wijze opgezet als de beroepsprestaties en de LB-prestaties. Zo start elke taalprestatie met een typering, gevolgd door de opdracht, het doel en het resultaat van de opdracht. De taalprestaties worden beoordeeld met de niveaubepaling door middel van de beoordelingslijst. De inhoud van de uit te voeren opdracht kan worden gekoppeld aan de opleiding binnen Zorg, Welzijn en Assisterenden in de Gezondheidszorg die door de student wordt gevolgd. De opleiding heeft één opdracht per vaardigheid als examenopdracht uitgekozen. Deze opdracht moet voorafgaand aan de uitvoering van het examen worden vastgesteld door de examencommissie. Daarbij moeten de eisen aan uitvoering en afname als volgt zijn beschreven. Deze beschrijving maakt deel uit van het examendossier.

Voorbeeld Taalvaardigheid Taalprestatie

Schrijven Nederlands 2F

De zakelijke brief

Opdracht

Opdracht C. Een brief naar je studieloopbaanbegeleider over het feit dat je nog geen resultaten hebt ontvangen van de toetsen, die je al drie weken geleden hebt gemaakt.

Eisen aan uitvoering 1 pagina A4

lettertype Arial 11

Afnamecondities

het gebruik van hulpmiddelen is niet toegestaan 10 minuten voor aanvang start de voorbereiding: - de opdrachten worden gelezen - vragen over de opdracht worden beantwoord

Plaats

Talencentrum

Tijd

uitvoering van de opdracht 30 minuten

Beoordeling en uitslag De beoordeling wordt uitgevoerd door een bevoegd assessor en vastgelegd in de beoordelingslijst van de taalprestatie. Kenmerken, beoordelingscriteria, score en cesuur staan hierop vermeld. De score levert een cijfer op volgens de aangegeven normering. De cesuur is bepaald op het cijfer 6 Een beoordeling met onvoldoende of goed moet door de beoordelaar kort en duidelijk worden toegelicht . Voor een uitgebreide onderbouwing van de beoordeling kan een extra blad worden toegevoegd. De opleiding heeft in haar examenreglement vastgelegd op welke wijze herkansing plaatsvindt.

instructie instellingsexamens Nederlands 2F 3F

2014

Instructies voor de kandidaat Nederlands is een verplicht examenonderdeel van je mbo-opleiding. Je doet hiervoor examen in vijf taalvaardigheden.  Lezen centraal examen  Luisteren centraal examen  Spreken schoolexamen  Gesprekken schoolexamen  Schrijven schoolexamen Je opleiding heeft per taalvaardigheid een taalprestatie gekozen als examenopdracht en daarbij de afnamecondities vastgesteld.

Bijvoorbeeld Taalvaardigheid Taalprestatie

Schrijven Nederlands 2F

De zakelijke brief

Opdracht

Opdracht C. Een brief naar je studieloopbaanbegeleider over het feit dat je nog geen resultaten hebt ontvangen van de toetsen, die je al drie weken geleden hebt gemaakt.

Eisen aan uitvoering 1 pagina A4

lettertype Arial 11

Afnamecondities

het gebruik van hulpmiddelen is niet toegestaan 10 minuten voor aanvang start de voorbereiding: - de opdrachten worden gelezen - vragen over de opdracht worden beantwoord

Plaats

Talencentrum

Tijd

uitvoering van de opdracht 30 minuten

Voorbereiding Lees de taalprestatie met de bijbehorende opdracht door. Bij resultaat staat welk taalproduct je voor dit examen moet inleveren. In de lijst niveaubepaling staan de criteria waaraan het product moet voldoen. Onderaan deze lijst, bij cesuur staat welk cijfer je minimaal moet behalen om voor dit taalexamen te slagen. Uitvoering In de taalprestaties staat beschreven hoe je de opdracht moet uitvoeren. Dit doe je zelfstandig en volgens de afnamecondities. Je maakt het gevraagde taalproduct. Controleer als je klaar bent of je aan alle beoordelingscriteria hebt voldaan volgens de niveaubepaling op de achterkant van de taalprestatie. Beoordeling De examinator vult de beoordeling in op de lijst niveaubepaling en telt de punten op. Wanneer je een cijfer 6 of hoger scoort, ben je voor deze taalvaardigheid geslaagd. Wanneer je het cijfer 5 of lager scoort lees je in het examenreglement van de opleiding hoe je kunt herkansen. Een beoordeling met onvoldoende of goed moet door de beoordelaar kort en duidelijk worden toegelicht.

instructie instellingsexamens Nederlands 2F 3F

2014

Taalprestatie Schrijven Nederlands 2F (2014-TPN-schrijven-2F-2) Zakelijke brief

OM ACHT UUR AL NAAR SCHOOL

DAT BREEKT TOCH JE HELE DAG

Typering Papier is geduldig.

Wat je op papier zet, kun je later niet ontkennen. Zakelijke afspraken worden in brieven bevestigd en zijn bij problemen een bewijsstuk voor de rechter. Zakelijke brieven hebben een strakke indeling van vaste onderdelen.

De opdracht Doel van de opdracht: je kunt een zakelijke brief schrijven met een simpele, logische opbouw over een vertrouwd onderwerp binnen je opleiding, beroep en/of de maatschappij. Hieronder staan onderwerpen waarover je zakelijke brief kan gaan. Maak een keuze. A. Bij de start van de volgende leerperiode ontvang je een lesrooster met zeer ongunstige lestijden. Je besluit je klacht op papier te zetten. B. Binnenkort begin je aan een nieuwe BPV-periode. Je stuurt een brief naar je praktijkbegeleider waarin je informeert naar werktijden, vakantiedagen enz. C. Je hebt drie weken geleden toetsen gemaakt, maar nog geen cijfers binnen. Je stuurt hierover een brief naar je studieloopbaanbegeleider. D. Je bent geïnteresseerd in een (andere) BPV-instelling. Vraag schriftelijk informatie bij betreffende contactpersoon. E. Een onderwerp naar keuze. Een examinerende taalprestatie voer je individueel en zelfstandig uit. Let er op dat deze opdracht voldoet aan de 2F-criteria in de beoordelingslijst van deze taalprestatie. Het resultaat De opdracht levert de taalprestatie ‘Zakelijke brief’ op, van 1 pagina tekst, A4- formaat, lettertype Arial 11. In deze zakelijke brief heb je ook aandacht besteed aan: • gerichte informatie • vaste onderdelen

Neem de bewijsstukken op in je taalportfolio: opdracht, taalprestatie en beoordelingslijst.

Op de achterkant staan alleen de criteria voor het 2F-niveau aangegeven. De gehele lijst Niveaubepaling Nederlands kun je op school opvragen. Hierin staan alle F-niveaus naast elkaar. Bij gebruik van deze lijst bij de beoordeling krijg je een volledig beeld van jouw taalniveau op dat moment.

Niveaubepaling Schrijven Nederlands 2F - Zakelijke brief (2014-TPN-schrijven-2F-2)

ROC

Naam student

Opdracht

Naam beoordelaar

Opleiding / Crebo

Examinerend

Ontwikkelgericht

Stap 1: Vul de gegevens hierboven in. Bij een examinerende beoordeling dient het niveau van de opdracht te voldoen aan het vereiste taalniveau van de opleiding. Stap 2: Stel vast of de tekst authentiek en goed te lezen is (leesbaar schrift, duidelijke print, weinig doorhalingen). Go / No Go. Ga bij Go verder met de beoordeling. Bij No Go deze opdracht niet verder beoordelen. Stap 3: Kruis bij de beoordeling hieronder per kenmerk van de taakuitvoering het getoonde niveau aan.

Onvoldoende 0 1 2

Voldoende Goed

Kenmerken van de taakuitvoering Criteria 2F*

1 Afstemming op doel

Je hebt de uitwerking van de opdracht afgestemd op het doel. Bij score 0: NO GO .

2 Afstemming op publiek Je past je woordgebruik en toon aan.

3 Samenhang

Je gedachtegang is logisch en voor de lezer meestal te volgen. Je tekst is geordend in inleiding – kern – slot. Ook zijn er goede alinea’s met inhoudelijke verbanden. Je gebruikt meestal juiste verwijzingen. Je gebruikt veel voorkomende voeg- en verbindingswoorden (als, hoewel) correct.

4 Woordgebruik en woordenschat

Je varieert het woordgebruik, maar je maakt nog fouten in minder frequent voorkomende woorden en uitdrukkingen.

5 Spelling, interpunctie en grammatica

Spelling Je schrijft de meeste onveranderlijke woorden correct, je maakt alleen nog fouten in het aaneen-/ losschrijven van woorden. Je schrijft de werkwoordsvormen correct, behalve voltooide deelwoorden. Interpunctie Je gebruikt punten en hoofdletters, ook bij eigennamen en directe rede correct. Grammatica Je schrijft korte zinnen correct, maar bij langere zinnen maak je incidenteel nog fouten.

0 5 of meer verschillende spelfouten 1 3 of 4 verschillende spelfouten 2 0, 1 of 2 verschillende spelfouten

0 5 of meer interpunctiefouten 1 3 of 4 interpunctiefouten 2 0, 1 of 2 interpunctiefouten 0 5 of meer grammaticale fouten 1 3 of 4 grammaticale fouten 2 0, 1 of 2 grammaticale fouten

Beoordeel eerst de drie categorieën Spelling,

Leestekens en Grammatica afzonderlijk en kruis dan hieronder met behulp van de omrekentabel de totale score van dit onderdeel aan

Totaal Omrekentabel van totalen

0 – 1 = 0 punten

2 – 3 – 4 = 1 punt

5 – 6 = 2 punten

6 Leesbaarheid

Je past de conventies van het (beroeps)product correct toe, o.a. titel en tekstkopjes, witregels.

* Een student op 2F-niveau beheerst alle vaardigheden op 1F-niveau Stap 4: Tel de aangekruiste kenmerken bij elkaar op. Dit is de score: Normering: Score Cijfer 12 = 10,0 11 = 9,0 10 = 8,0 Eindcijfer: 9 = 7,5 8 = 7,0 7 = 6,5 Cesuur: 6 = 6,0 = Niveau van deze opdracht is behaald 5 = 5,0 4 = 4,0 3 = 3,0 ≤ 2 = 2,0 Stap 6:

Stap 5: Onderbouwing van de beoordeling Algemeen:

Als blijkt dat de student één of meerdere criteria onvoldoende heeft aangetoond, onderbouw dit dan hier. Geef tevens de oorzaak daarvan aan.

Datum Handtekening beoordelaar:

Datum Handtekening student:

Taalprestatie Gesprekken Nederlands 2F (2014-TPN-gesprekken-2F-3) Discussie

Typering ‘Laten we de koppen bij elkaar steken’

‘Daar ben ik het mee eens!’ ‘Ik wil het graag anders regelen!’ ‘Heb jij een beter idee?’ ‘Kunnen we het even centraal houden!?’ Op de werkvloer en in je opleiding is het voeren van een goede discussie onmisbaar. Denk maar eens aan het gezamenlijk bespreken van het vakantierooster. Brainstormen, met nieuwe ideeën komen, elkaar aanvullen en informeren. Iedereen laat een eigen mening horen en er wordt een gezamenlijk besluit genomen. De opdracht Doel van de opdracht: je kunt deelnemen aan een discussie over een onderwerp uit je beroep, opleiding of maatschappij, waarbij je ook je mening geeft. Hieronder staan voorbeelden van onderwerpen voor discussie. Maak een keuze. A. Een discussie met medestudenten binnen loopbaanontwikkeling en burgerschap. B. Een inhoudelijke discussie met collega’s over een vakspecifiek onderwerp. C. Een ethische discussie met medestudenten of collega’s over een vakspecifiek onderwerp. D. Een discussie over nieuwe activiteiten. E. Een discussie met medestudenten/collega’s over een zelf gekozen onderwerp. Een examinerende taalprestatie maak je individueel en zelfstandig. Let er op dat deze opdracht voldoet aan de 2F-criteria in de beoordelingslijst van deze taalprestatie. Het resultaat De opdracht levert de taalprestatie ‘Discussie’ op. Tijdens deze discussie heb je ook aandacht besteed aan: • het verwoorden van je eigen visie en ideeën • kritisch luisteren • het voorbereiden van argumenten • luisterhouding

Neem de bewijsstukken op in je taalportfolio: opdracht, taalprestatie en beoordelingslijst.

Niveaubepaling Gesprekken Nederlands 2F - Discussie (2014-TPN-gesprekken-2F-3)

ROC

Naam student

Opdracht

Naam beoordelaar

Opleiding / Crebo

Examinerend

Ontwikkelgericht

Stap 1: Vul de gegevens hierboven in. Bij een examinerende beoordeling dient het niveau van de opdracht te voldoen aan het vereiste taalniveau van de opleiding. Stap 2: Stel vast of de student zich duidelijk genoeg kan uitdrukken (qua uitspraak en hoorbaarheid). Go / No Go. Ga bij Go verder met de beoordeling. Bij No Go deze opdracht niet verder beoordelen. Stap 3: Kruis bij de beoordeling hieronder per kenmerk van de taakuitvoering het getoonde niveau aan.

Onvoldoende 0 1 2

Voldoende Goed

Kenmerken van de taakuitvoering Criteria 2F*

1 Afstemming op doel

Je hebt de uitwerking van de opdracht afgestemd op het doel. Bij score 0: No Go.

2 Afstemming op

Je maakt de juiste keuze in het aanspreken van je gesprekspartner(s) (formeel/informeel, woordgebruik, dialect, jongerentaal etc.).

gesprekspartner(s)

Je kunt je gesprekspartner(s) goed volgen, hun spreekdoel herkennen en reacties inschatten.

Je ondersteunt je woorden met passend non-verbaal gedrag.

3 Beurten nemen en bijdrage aan samenhang

Je houdt je over het algemeen aan de regels van het gesprek.

Je gebruikt de juiste zinnen om aan het woord te komen. Je stelt een reactie uit totdat je de bijdrage van de ander geïnterpreteerd en beoordeeld hebt.

4 Woordgebruik en woordenschat

Je beschikt over voldoende woorden, al moet je soms een omschrijving geven van een voor jou onbekend woord.

Je varieert het woordgebruik.

5 Vloeiendheid,

Je uitspraak is duidelijk verstaanbaar, ondanks een eventueel accent, af en toe een verkeerd uitgesproken woord en/of haperingen.

verstaanbaarheid en grammaticale beheersing

Je (samengestelde) zinsconstructies zijn grammaticaal redelijk correct. Soms aarzel je en maak je fouten, maar je herstelt deze.

* Een student op 2F-niveau beheerst alle vaardigheden op 1F-niveau Stap 4: Tel de aangekruiste kenmerken bij elkaar op. Dit is de score: Normering: Score Cijfer 10 = 10,0 9 = 9,0 8 = 8,0 Eindcijfer: 7 = 7,0 6 = 6,5 Cesuur: 5 = 6,0 = Niveau van deze opdracht is behaald 4 = 5,0 3 = 4,0 ≤ 2 = 3,0

Stap 5: Onderbouwing van de beoordeling Algemeen:

Als blijkt dat de student één of meerdere criteria onvoldoende heeft aangetoond, onderbouw dit dan hier. Geef tevens de oorzaak daarvan aan.

Stap 6:

Datum Handtekening beoordelaar:

Datum Handtekening student:

Taalprestatie Spreken Nederlands 2F (2014-TPN-spreken-2F-2) Betoog

Typering “Dat vind ik nou eenmaal en iedereen weet toch...”

Je vindt dat je gelijk hebt en daarvan wil jij anderen overtuigen. Dit doe je door argumenten te geven voor jouw standpunt. Je denkt dat je redelijke argumenten hebt, maar dit is niet altijd het geval. Mensen gebruiken bij redeneringen vaak meer hun gevoel dan hun verstand. Meningen zijn soms emotioneel gekleurd. Gebruik feitelijke informatie, zodat anderen je argumenten kunnen controleren. Het is slim om zelf ook tegenargumenten te bedenken en jouw reactie hierop.

De opdracht Doel van de opdracht: je kunt een betoog houden over een onderwerp uit de beroepsopleiding en van maatschappelijke aard. Je beantwoordt vragen naar aanleiding van dit betoog.

Hieronder staan voorbeelden van een betoog. Maak een keuze. A. Een betoog over een actuele ontwikkeling binnen jouw werkveld. B. Een betoog binnen loopbaan- en burgerschap. C. Een betoog over een persoonlijke passie. D. Een betoog naar eigen keuze.

Een examinerende taalprestatie voer je individueel en zelfstandig uit. Let er op dat deze opdracht voldoet aan de 2F-criteria in de beoordelingslijst van deze taalprestatie. Het resultaat De opdracht levert de taalprestatie ‘Betoog’ op van 5 minuten. In dit betoog heb je ook aandacht besteed aan:

• onderbouwen van argumenten • formuleren van tegenargumenten

Neem de bewijsstukken op in je taalportfolio: opdracht, taalprestatie en beoordelingslijst.

Niveaubepaling Spreken Nederlands 2F - Betoog (2014-TPN-spreken-2F-2)

ROC

Naam student

Opdracht

Naam beoordelaar

Opleiding / Crebo

Examinerend

Ontwikkelgericht

Stap 1: Vul de gegevens hierboven in. Bij een examinerende beoordeling dient het niveau van de opdracht te voldoen aan het vereiste taalniveau van de opleiding. Stap 2: Stel vast of de student zich duidelijk genoeg kan uitdrukken (qua uitspraak en hoorbaarheid). Go / No Go. Ga bij Go verder met de beoordeling. Bij No Go deze opdracht niet verder beoordelen. Stap 3: Kruis bij de beoordeling hieronder per kenmerk van de taakuitvoering het getoonde niveau aan.

Onvoldoende 0 1 2

Voldoende Goed

Kenmerken van de taakuitvoering Criteria 2F*

1 Afstemming op doel

Je hebt de uitwerking van de opdracht afgestemd op het doel. Bij score 0: No Go.

2 Afstemming op publiek

Je maakt de juiste keuze in het aanspreken van je publiek (formeel/ informeel, woordgebruik, dialect, jongerentaal etc.).

Je maakt goed gebruik van ondersteunende materialen en boeit het publiek door middel van concrete voorbeelden en eigen ervaringen.

3 Samenhang

Je verhaal is duidelijk door een samenhangende opsomming van punten, waarbij je het belangrijkste goed naar voren brengt.

Je verbindt je verhaal, dat bestaat uit korte, eenvoudige zinnen door de juiste, eenvoudige voegwoorden en verbindingswoorden.

4 Woordgebruik en woordenschat

Je beschikt over voldoende woorden, al moet je soms een omschrijving geven van een voor jou onbekend woord.

Je varieert in het woordgebruik.

5 Vloeiendheid,

Je uitspraak is duidelijk verstaanbaar, ondanks een eventueel accent, af en toe een verkeerd uitgesproken woord en/of haperingen.

verstaanbaarheid en grammaticale beheersing

Je (samengestelde) zinsconstructies zijn grammaticaal redelijk correct. Soms aarzel je en maak je fouten, maar je herstelt deze.

Houding, mimiek en gebaren ondersteunen het gesprokene.

Stap 5: Onderbouwing van de beoordeling Algemeen:

Als blijkt dat de student één of meerdere criteria onvoldoende heeft aangetoond, onderbouw dit dan hier. Geef tevens de oorzaak daarvan aan.

Stap 6:

Datum Handtekening beoordelaar:

Datum Handtekening student:

Page 1 Page 2 Page 3 Page 4 Page 5 Page 6 Page 7 Page 8 Page 9

Made with FlippingBook