Louise Cornelis - Adviseren met perspectief

sporadisch het waar of wanneer . Aangezien al die vragen omschreven kunnen worden met wat (‘waar speelt dat?’ = ‘wat zijn de plekken?’), noem ik ze voor het gemak verder wat -vragen. Wat -vragen zijn vrijwel altijd actiegericht. Ze vragen naar de uitvoering van het advies. Je vraagt de groenteman welke groente hij vandaag speciaal aanbeveelt. Hij zegt dat op dit moment de zeekraal bijzonder goed is. Dat wil je wel eens proberen, maar je kent die groente niet. En dus vraag je: hoe moet je zeekraal klaarmaken? De groenteman vertelt je de stappen. De keuze voor onderbouwing ( waarom ) of uitwerking ( wat ) bepaalt de in valshoek voor het onderzoek en dus van de tekst of presentatie. Meestal hebben de meer controversiële adviezen onderbouwing nodig; bij makke lijk te accepteren adviezen kun je eerder tot het beschrijven van de actie overgaan. Vaak is er gaandeweg het adviestraject eerst een moment voor onderbouwing, en volgt het actieplan nadat het advies geaccepteerd is. De tussentijdse rapportage beantwoordt in zo’n geval het waarom , de slot presentatie het wat (‘wat moeten we nu gaan doen?’). Verder wordt de keuze voor het ene of andere vervolg ingegeven door de inhoud: de gegevens, resultaten en bevindingen. Bij veel praktische advies projecten, bijvoorbeeld in de IT, is de adviseur vooral ingehuurd voor het wat ; het waarom van het nieuwe computersysteem is evident, anders was de adviseur er niet eens geweest. Soms heb je geen stof voor het beant woorden van de ene vraag, en wel voor de andere. Het formuleren van de vragen doe je in overleg met de klant. De klant dic teert ze niet. De adviseur gaat na of de klant behoefte heeft aan uitleg of aan een actieplan, zonder dat de klant misschien letterlijk naar het waar om of het wat vraagt. Het zijn vragen waarvan je je voorstelt dat de klant ze zal stellen. Bespreek wel steeds je interpretatie van de vragen en ant woorden met de klant. Daarbij is het belangrijk om goed door te vragen. Zorg er dus voor dat je de technieken daarvoor beheerst en dat je je eigen gevoel van ‘het is me nog niet helemaal duidelijk’ of ‘hier klopt iets nog niet’ serieus neemt voordat je aan de slag gaat. Met andere woorden: zorg dat je een stevig startpunt hebt, met de adviesvraag, het voorlopig ant woord en de gewenste invalshoek duidelijk op een rij. Dan kun je goed van start, met het project én met de voorbereiding van de rapportage.

22

Adviseren met perspectief

Made with FlippingBook - Online Brochure Maker