14ICT2MIBT5B

3 Oriënteren

3

Informatie voor de docent

In het kort

Oriënteren

In deze stap gaat u samen met elke student te bepalen welke werkbonnen hij gaat maken. In bijlage 9 treft u een advies aan wat elke student minimaal zou kunnen maken. Dat zijn veel werkbonnen. De student hoeft namelijk nauwelijks theoretische vragen te beantwoorden. Elke bon is één compleet probleem dat opgelost moet worden. Besteed ook aandacht aan de persoonlijke leerdoelen. Houd het echter eenvoudig. De student hoeft geen uitgebreid verslag te kunnen overleggen. Een goed hulpmiddel is het reflectieverslag in bijlage 3. Per competentie kunt u vragen de student iets te be- schrijven. Vragen als: “Kun je al goed documenteren?” en “Weet je wat kwaliteit leveren is?” helpen hen vaak al een eindje op weg. Opmerking: realistisch werken U kunt ervoor kiezen om de studenten helemaal geen werkbon- nen te geven maar deze at random tijdens lesuren uit te delen. De ene student krijgt werkbon 1, de andere 4, de volgende 17 enzovoort. Alsof de calls op dat moment zijn binnengekomen. Als een student klaar is, geeft u hem een willekeurige volgende. Dit vraagt wel een zekere administratie van uw kant. U moet dan bijhouden wie welke werkbon gehad heeft. Om u te helpen kunt u daarvoor bijlage 10 gebruiken. Aan het einde van de periode zal de student minimaal 30 werkbonnen hebben gemaakt. Als u deze methode hanteert, kan de stap ‘Plannen’ worden overgeslagen. Er valt tenslotte niets te plannen, de opdrachten komen at random binnen op de helpdesk.

Afspraken maken per student

Toelichting geven op persoonlijke leerdoelen

De realiteit verhogen

8

Bronnen

Þ Þ ICT Skills

Overzicht werkbonnen

Þ Þ Downloaden werkbonnen

Bijlage 9 Informatie voor de docent

Bijlage 10 Registratieformulier werkbonnen

Tijdsduur Deze fase mag maximaal een dagdeel duren.

Zorg dat je de workflow van de helpdesk goed kent.

Made with