CZW3OA0003

Voorbeeld (S)BO Janneke is als onderwijsassistente begonnen in groep 6 bij juf Maike. Na een paar weken bespreekt ze met Maike welke leerlingen haar opvallen. Jeroen is er daar één van. Juf Maike maakt zich ook zorgen over Jeroen en geeft aan dat hij al vanaf de kleutergroep moeilijk gedrag vertoont. In groep 4 is Jeroen onderzocht en is er ADHD geconstateerd door de GZ- psycholoog. Ze pakken de zorgmap erbij en samen bekijken ze wat er allemaal al is gedaan met Jeroen. Elk jaar zijn er handelingsplannen opgesteld om Jeroen zo goed mogelijk te helpen. Er is ook een aanvraag gedaan voor een rugzakje en deze is, na een lange procedure, toegekend. De school heeft dus extra geld om Jeroen te ondersteunen. “Dat is ook de reden waarom we een onderwijsassistent aan kunnen stellen,” zegt Maike. Janneke: “Ik ben blij met mijn baan hier op school. Ik wil me graag meer verdiepen in het observeren en begeleiden. Jeroen heeft dit wel nodig, lijkt me. Zo help ik Jeroen verder en leer ik er ook weer wat bij.“ Maike vindt het een goed idee dat Jeroen extra begeleiding krijgt. Ze spreken af dat Janneke een niet-participerende, kwalitatieve en kwantitatieve observatie doet om zodoende meer inzicht te krijgen in het gedrag van Jeroen. Op school is een protocol voor het observeren van afwijkend gedrag en Janneke bekijkt dit eerst goed voordat ze met de observatie begint. Juf Maike geeft uitleg over de verhoudingstabel. De hele klas doet mee met de instructie. Jeroen wipt op en neer in zijn stoel, kijkt eens om, staat op en loopt naar de kast achter in de klas, doet hem open en weer dicht, draait zich om en loopt weer naar zijn plaats. Juf Maike kijkt hem met een schuin oog aan, maar zegt niets. Als de instructie klaar is, krijgen alle kinderen een werkblad om zelf te oefenen. “Je maakt de voorkant zelf en als je klaar bent, kijk je samen met je klasgenoot naast je of jullie dezelfde antwoorden hebben.” Jeroen wipt op zijn stoel en kijkt naar zijn blad. Dan kijkt hij weer op en kijkt de hele klas door. Jeroen ziet dat alle kinderen aan het werk zijn. Hij kucht eens, geen reactie. Dan roept hij: “WOW, ik wist niet dat dit zo makkelijk was”, en krabbelt wat op zijn blad. Andere kinderen kijken naar Jeroen. Sommige kinderen zuchten en fluisteren tegen elkaar. Jeroen roept de antwoorden hard door de klas. Marieke roept: “Jeroeeeen! Stop daar nou eens mee!” Juf Maike loopt naar Jeroen en gaat bij hem zitten. Samen maken ze de sommen en het valt Janneke op dat Jeroen door de aandacht van de juf rustiger wordt. Hij wiebelt niet meer op zijn stoel en is geconcentreerd aan het werk. Naderhand bespreekt ze haar observaties met Maike en samen stellen ze een plan op om Jeroen te begeleiden. “Ik ga bij het zelfstandig werken de eerste 10 minuten bij Jeroen zitten om met hem de opdracht door te nemen. Ik spreek met hem een tijd af dat ik weer bij hem terugkom en zet dit vast op de kleurenklok. Ik help hem op weg tot de kleurenklok aangeeft dat de tijd om is, daarna evalueer ik met hem hoe het ging. Hij kleurt dan bij de les een smilie als het goed ging. Daarvoor krijgt hij een sticker als beloning en na 10 stickers krijgt hij een plaatje,” zegt Janneke. “Belangrijk is dat we steeds proberen Jeroen positief te benaderen. Wat doet hij goed? Geef hem een compliment. Probeer negatief gedrag zo veel mogelijk te negeren,” geeft Maike als advies.

6

ONDERWIJSASSISTENT - Fase 3

Made with