Westpoort_DAV_lesboek

In zulke gevallen kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van een geheel lege, schone en inwendig gemakkelijk te ontsmetten personeelsbus. Daarbij dient de chauffeurscabine luchtdicht (met glas of folie) afgeschermd te zijn van de personeelscabine en dient de ventilatie in de chauffeurscabine te zorgen voor overdruk. Na iedere werkdag dient de personeelsbus inwendig nat te worden gereinigd. Kennis van procedures: Het is voor de veiligheid van de werknemer zelf van belang, dat hij de procedures kent en volledig volgens de hiervoor geldende regels uitvoert. Maar het is ook noodzakelijk om asbestbesmetting buiten het containment te voorkomen. Om de arbeids- en milieuhygiëne te kunnen waarborgen, is het dan ook noodzakelijk dat de werknemers de gehele procedure voor iedere aanvang en na iedere beëindiging van een werkperiode strikt opvolgen (dus ook bij eventueel tussentijds bezoek aan het toilet).

De ODM wordt meestal buiten het containment geplaatst en rechtstreeks aan het containment gekoppeld. Deze bevestiging moet goed afgedicht zijn. Waar de DAV eveneens op moet letten zijn een aantal technische factoren. Zo dient de DAV rekening te houden met een wel/niet bewoonde situatie. Het spreekt voor zich dat in de bewoonde situatie voorzichtiger wordt omgesprongen met de omgeving. Er zal geen spuitlijm op wanden worden gebruikt. Beter is het om een raamwerk van regels of panlatten te spannen met wiggen tussen wanden, vloeren en plafonds. Dit regelwerk kan al dan niet worden voorzien van dubbelzijdige tape. Hier overheen zal de DAV het PE-folie zo strak als mogelijk spannen en vastnieten met de nietjes in de dwars richting. Hierdoor zal het folie niet op de nietjes scheuren. Over de nietjes heen wordt grijze of PVC-tape geplakt. Het geheel moet aan de binnenzijde van het containment luchtdicht zijn en bij een onderdruk van tussen de 20 Pa en 40 Pa niet loslaten. Boven systeemplafonds worden na het in gebruik nemen van het containment zo snel als mogelijk en voorafgaand aan de sanering resterende gaten gedicht. Denk hierbij aan luchtgaten, ventilatie en andere openingen. Nu pas mag worden begonnen met de asbestgerelateerde werkzaamheden. Stroken stukloopfolie worden op de vloeren overlappend aangebracht. Ook hier worden de naden met grijze of PVC-tape afgeplakt. Indeling containment en decon-unit Een containment is een compartimentering waarin een onderdruk van 20 Pascal wordt gecreëerd. Het te verwijderen materiaal bevindt zich in deze ruimte. Tegen het containment wordt een toegangsluis (decontaminatie- unit) opgesteld. In uitzonderingsgevallen is de decontaminatie-unit op afstand van het containment opgesteld. Dan is er sprake van een transitroute (zie paragraaf 1.5) die afgelegd moet worden naar de decon- unit. Het containment en de decon-unit zijn bedoeld om de omgeving af te schermen van asbestvezels die bij de sanering vrijkomen. Schematisch ziet een containment en decon-unit er als volgt uit:

Tweetraps of drietraps transitsluis en transitroute: Alleen als een drietraps decontaminatie-unit niet mogelijk is, wordt een tweetraps sluis aan het containment gebouwd als minimale vereiste.

Een containment/werkgebied bouwen, inclusief de onderdrukmachine

Schematische weergave plaatsing ODM

In de toegangssluis stroomt de lucht door de luchtsluis, door het containment, naar de ODM (onderdrukmachine). De deuren in de decon-unit moeten sluiten in de richting van het containment, zodat ze altijd bij onderdruk dichtvallen. Veren of elastieken dragen ertoe bij dat de deuren ook uit zichzelf dichtvallen. Voor een doorstroom van lucht zijn de ventilatiesleuven in de deuren geopend.

Als de onderdruk wegvalt, moeten de deuren d.m.v. de veren of elastieken uit zichzelf dichtvallen. Alle deuren met

Opleidingscentrum Westpoort© | DAV, versie februari 2019 | Pagina 15 van 46

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online