Westpoort_DAV_lesboek

Als je onderdrukmachines een vermogen hebben van 500 m³/uur, betekent dat dus dat je voor bovenstaande ruimte twee machines nodig hebt. Onderdruk vaststellen Tijdens de werkzaamheden moet er in het containment een continue onderdruk heersen van minimaal 20 Pascal. Met behulp van onderdrukregistratie-apparatuur (ODR), test de DTA na de bouw van het containment de onderdruk in het containment vóór de uitvoering van de werkzaamheden. De onderdrukapparatuur wordt eveneens door de DTA gecontroleerd. Tijdens de werkzaamheden moet bij het verwijderen van niet-hechtgebonden asbest in risicoklasse 2A de onderdruk continu worden gemeten. In de overige gevallen (risicoklassen2) kan volstaan worden met een periodieke meting. Minimaal wordt dan één keer per shift de onderdruk in het logboek genoteerd.

 Een beveiliging tegen het draaien van de machine zonder HEPA filter.  Een bedrijfsurenteller die de termijn voor het onderhoud aangeeft. Middels een zgn. “manometer”, een beveiligingssysteem aan de onderdrukmachine, kunnen we bepalen hoe de filterweerstand van het HEPA- of absoluutfilter is.

Als de wijzer richting de 0 (naar een te lage filterdruk) gaat, zou dat kunnen wijzen op een lek. Gaat de wijzer richting de 1 (naar een te hoge filterdruk), betekent dit dat het filter mogelijk verzadigd begint te raken.

De onderdruk in het containment controleren

(zie paragraaf 2.10)

De juiste onderdruk en ventilatievoud tot stand brengen

De decontaminatie-unit op de juiste werking controleren

Luchtverversing en onderdruk De Arbeidsinspectie hanteert een norm voor verversing van de lucht in het containment: dit is minimaal 6 maal de inhoud van de ruimte per uur. Omdat in de praktijk regelmatig storingen voorkomen, is het noodzakelijk om een reserveapparaat gereed te hebben staan. De inhoud van de containmentruimtes wordt bij elkaar opgeteld en vermenigvuldigd met 6. De hoeveelheid daaruit voortkomende kubieke meters bepaalt welke onderdrukmachine(s) word(t)en toegepast. In verband met de verzadiging van de filters gedurende het gebruik moet bovendien een vaste veiligheidsmarge van 25% gehanteerd worden.

Aansluiting van de decontaminatie-unit op het containment De decontaminatie-unit sluit altijd direct aan op het containment. De schone ruimte bevindt zich in principe in het schone gebied buiten het containment. Het is wettelijk verplicht dat de decontaminatie-unit uit minimaal drie compartimenten bestaat.

Een schone ruimte Een doucheruimte Een vuile ruimte

  

Soms is dit door te kleine ruimtes, technische installaties en dergelijke niet haalbaar. In een dergelijke uitzonderingssituatie mag de DTA een tweetraps decontaminatie-unit bouwen. Als ook hiervoor de ruimte ontbreekt, zal hij uitwijken naar de transitprocedure.

Voorbeeld Ruimte: Hoog 2 m

Breed 5 m Lang 10 m

Formule: inhoud x 6 x 1,25

(2 x 5 x 10) x 6 x 1,25 (100) x 6 x 1,25 = 750 m³

Opleidingscentrum Westpoort© | DAV, versie februari 2019 | Pagina 17 van 46

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online