Westpoort_DAV_lesboek

Calamiteit na ontmanteling containment Wanneer een zak asbesthoudend afval buiten het

Zoals al eerder aangegeven worden de Amfibole asbestvezels als schadelijker gezien dan de Serpentijnen. De belangrijkste verschillen zitten in de vorm en de samenstelling van de vezel. De Amfibolen hebben de eigenschap dat zij kunnen splijten in de lengterichting. Zo kunnen nog dunnere en nog scherpere vezels ontstaan die veel schade aan kunnen richten. De verschillende risicoklassen Tijdens het verwijderen van asbest komen asbestvezels vrij. Nu heeft de minister bepaald dat er nieuwe blootstellingsgrenswaarden vastgesteld zijn. Met blootstellingsgrenswaarden wordt bedoeld dat, aan de hand van de vermoedelijke vezelconcentratie in de ademzone van de saneerder bij het verwijderen van het asbest, de risicoklassen bepaald wordt. De grenswaarde voor asbest amfibolen is 2.000 vezels/m3 (0,002 v/cm³). Deze lager grenswaarden bieden een bescherming van de gezondheid van mensen die in hun werk te maken hebben met blootstelling aan asbest amfibolen. Klasse 1 omvat dan werkzaamheden waarbij een vezelconcentratie onder de grenswaarde van 0,002 v/cm³ verwacht wordt. Klasse 2 zijn de werkzaamheden waarbij een vezelconcentratie boven de grenswaarden verwacht wordt. Klasse 2A gelden voor werkzaamheden met amfibool asbest waarbij een vezelconcentratie boven de 0,002 v/cm³ wordt verwacht . Daarin worden speciale eisen gesteld aan de eindmeting. Iedere saneerder is verplicht om jaarlijks een zogenaamde “facefit-test” te doen om te controleren of het volgelaatsmasker nog wel voldoet. De vrijgavenorm voor Serpentijn asbest is <0,01 vezels/cm3. De vrijgavenorm voor amfibole asbest is <0,002 vezels/cm3 De risicoklassen worden bepaald door de uitkomsten van de asbestinventarisatie en de daaruit voortvloeiende blootstellingrisico’s die kúnnen optreden bij het verwijderen van het asbesthoudend materiaal. In het rapport wordt o.a. vernoemd waar het asbest zit, de hoeveelheid, de samenstelling en de aard en staat van het asbest (bv. hechtgebonden of niet-hechtgebonden)

containment scheurt, is er sprake van een calamiteit. De DTA dient ervoor te zorgen dat middelen bij de hand zijn om de kans op vezelemissie ten gevolge van deze calamiteit zo snel mogelijk te verkleinen.  Fixeer het afval en de kapotte zak grondig, verpak alles opnieuw en zuig met een schone stofzuiger de resten op, daarna nat afnemen.  Calamiteiten moeten altijd in het logboek worden vermeld met onder andere. o hoeveel zakken kapot zijn gegaan o het soort asbest en toepassing o hechtgebonden of niet-hechtgebonden o de ondernomen acties en de oorzaak van de calamiteit Het is bij de DAV bekend dat de DTA eindverantwoordelijk is voor het werk. Daarom is het hem bekend dat hij werkzaamheden dient uit te voeren zoals de DTA dit aangeeft. Indien de DAV het aannemelijke vermoeden heeft dat het milieustrategische, arbeidsstrategische beleid of anderszins de wet niet wordt nageleefd, kan hij hierop een uitzondering maken. Hij zal eerst met de DTA bespreken of het voorgestelde juist is. Indien de DTA de DAV niet kan overtuigen en bij gerede twijfel, kan de DAV als laatste redmiddel de werklocatie verlaten. In dit geval dient de DAV de ISZW (Arbeidsinspectie) in te schakelen. 2.7. Werken conform het werkplan, onder leiding van DTA

De verschillen tussen de risico’s van amfiboolsaneringen en chrysotielsaneringen

Opleidingscentrum Westpoort© | DAV, versie februari 2019 | Pagina 24 van 46

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online