Westpoort_DAV_lesboek

Vóór de eindreiniging en vrijgavemeting wordt de grote zak als één geheel afgedicht en schoongemaakt. De zak wordt verwijderd na de vrijgave van het containment. Ook de inspectie van de onderzijde van de zak moet mogelijk worden gemaakt. Het verwerken van asbesthoudend afval is verboden. Voor de omgang met asbesthoudend afval bestaan diverse voorschriften.  Asbesthoudend afval moet direct verpakt worden en voorzien worden van duidelijke etikettering.  In het containment wordt het afval zo snel mogelijk luchtdicht (met een zwanenhals) verpakt in een afvalzak van PE-folie met een minimale dikte van 0,2 mm.  Deze afvalzak wordt in het containment, vlak voor de ingang naar de afvalsluis, nat afgenomen.  In de vuile ruimte van de afvalsluis wordt de zak opnieuw bevochtigd en in een asbestzak verpakt.  In de vuile ruimte van de afvalsluis wordt de asbestzak ook weer luchtdicht gemaakt en met een zwanenhals afgesloten. De zak wordt vervolgens goed afgespoeld.  Het afval wordt in de vuile ruimte tegen de wand geplaatst .  De DTA haalt de zak d.m.v. “reiken” uit de vuile ruimte.  Het afval kenmerken met de projectgegevens.

Nadat het afval door het afvalbedrijf is afgevoerd naar de stortplaats, wordt er een stortbewijs overhandigd. Hierop staat dat het asbest daadwerkelijk op een gereguleerde stortplaats ligt. Totdat het asbest op de stortplaats is geplaatst, is het eigendom van de opdrachtgever. Op het stortbewijs staat dat het asbestafval is geaccepteerd door de stortplaats, met exacte hoeveelheid en (eventuele) afkomst. Het stortbewijs kan door de opdrachtgever bij de saneerder opgevraagd worden en moet daarom door de DTA bij het projectdossier gevoegd worden.

Stortplaatsen kunnen specifieke eisen stellen aan het aangeboden asbesthoudende afval. Deze eisen zijn dat het afval deugdelijk verpakt is in zakken van PE-folie van minimaal 0,2 mm. Tevens mag het afval slechts op vaste tijden worden aangeleverd. In het stortbesluit is opgenomen dat asbesthoudend afval:  zodanig wordt geplaatst dat geen asbestvezels vrij komen;  zo wordt behandeld, verpakt of afgedekt, dat geen asbestvezels in het milieu kunnen komen;  niet met andere afvalstoffen vermengd kan worden.

3.3. Het asbesthoudend materiaal dusdanig verpakken dat een buitenstaander het herkent als asbest

(zie paragraaf 3.2)

3.4. Het asbesthoudend materiaal veilig uit het containment/werkgebied brengen

(zie paragraaf 3.2)

Stortplaats Voordat het asbesthoudend afval naar een stortplaats wordt gebracht moet het tussentijds worden opgeslagen in de (asbest) afvalruimte/container. Deze tussentijdse opslag moet afsluitbaar zijn met een slot.

Opleidingscentrum Westpoort© | DAV, versie februari 2019 | Pagina 26 van 46

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online