Westpoort_DAV_lesboek

Serpentijn

Amfibool

Chrysotiel (wit, 85%)

Amosiet (bruin, 10%) Crocidoliet (blauw, 5%) Tremoliet (grijs) Anthophylliet (geel) Actinoliet (groen)

Amosietvezel Amfibool asbest heeft verschillende varianten die dezelfde (amfibool)-structuur bezitten, maar zeer wisselende samenstelling hebben. Amfiboolvezels zijn massief, ruitvormig van doorsnede en minder flexibel dan de chrysotiele vezels, en ze hebben de neiging tot het afsplitsen van kleine, zeer scherpe splinters. De hoofdtypen van het amfiboolasbest zijn, amosiet (=bruine asbest), met een ideale formule, en crocidoliet (=blauwe asbest). Twee andere klassen zijn de tremolieten en de anthofyllieten, doch deze zijn van weinig economisch belang. Van deze heeft slechts anthofylliet de orthorhombische structuur.

Chrysotielvezels De chrysotiel structuur bestaat uit een dubbellaag, waardoor de structuur enigszins oprolt om lange, holle buizen te vormen. De verbindingen tussen de lagen zijn zwak, waardoor chrysotiel asbestvezels een goede flexibiliteit bezitten. De gehydrateerde magnesiumsilicaat,ook bekend als wit asbest, wordt op zeer veel plaatsen gevonden. De belangrijkste winplaatsen zijn Quebec en in de Oeral, die samen ruim driekwart van de wereldproduktie aan wit asbest voor hun rekening nemen. Chrysotiel komt overigens nooit zuiver voor, het is altijd in meer of mindere mate verontreinigd met amfibole soorten, met name tremoliet.

Crocidolietvezel Het natrium-ijzersilicaat crocidoliet (blauwe asbest) wordt evenals amosiet (bruine asbest) hoofzakelijk in Zuid Afrika gewonnen.

Opleidingscentrum Westpoort© | DAV, versie februari 2019 | Pagina 9 van 46

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online