CZW20120187

Je werkt als verzorgende in de thuiszorg. Je komt dagelijks bij de familie Van Heerlen over de vloer. De heer Van Heerlen heeft dagelijks ondersteuning nodig bij de ADL. Hij heeft in ernstigemate last van COPD en gebruikt 24 uur per dag zuurstof. Mevrouw Van Heerlen heeft het beginstadium van de ziekte van Alzheimer. Je ondersteunt haar bij het innemen van demedicijnen en bij de wekelijkse douchebeurt. Het echtpaar heeft de wens om zo lang mogelijk thuis te blijven. Ze willen beslist niet uit elkaar gehaald worden. Ze zijn helemaal op elkaar aangewezen en hebben geen kinderen. Je twijfelt over de haalbaarheid, maar vooralsnog doe je er alles aan om deze wens te respecteren. Je hebt regelmatig overleg met de COPD-verpleegkundige. Ommeneer overdag wat rust te bieden, overleg jemet de huisarts over demogelijkheid voor dagopvang voor mevrouw. Je bent veel tijd kwijt met het regelen en afstemmen van de zorg. Bovenstaande casussen zijn voorbeelden van het werk van een verzorgende in het verpleeghuis, verzorgingshuis en de thuiszorg. Als verzorgende ben je verantwoordelijk voor het totale zorgproces. Je verleent zorg van opname tot ontslag, overdracht of overlijden. Als een cliënt professionele zorg nodig heeft, is dit vaak een ingrijpende gebeurtenis. Dit betekent dat je naast kennis en inzicht in veel ziektebeelden, je goedmoet kunnen inleven in de situatie van de cliënt. Je bent gericht op het behouden van de eigen levenssfeer en levenswijze van de cliënt. De vertrouwensrelatie die jemet iedere cliënt en zijn naasten aangaat, is de basis voor goede zorg en tegelijkertijd voor het inwinnen van relevant informatie die je nodig hebt voor het zorgleefplan. Je bent in staat om het zorgleefplan op- of bij te stellen. Je werkt vraaggestuurd. Dit wil zeggen dat je uitgaat van de behoeften en zorgvragen van de cliënt en naasten en je hen nadrukkelijk betrekt het opstellen van het zorgleefplan. Je stimuleert je de cliënt om zoveel de regie over zijn leven te behouden. Je evalueert de geboden zorg regelmatigmet betrokkenen, overlegt met collega’s en andere disciplines en stelt, indien nodig, de zorg bij. Om in je vak bij te blijven en je competenties verder te ontwikkelen volg je bijscholingen, klinische lessen, woon je congressen bij en lees je de vakliteratuur. Wanneer je gediplomeerd bent, zul je regelmatig werken als verantwoordelijke of als oudste in de zorg. Je onderneemt tijdig actie bij veranderingen in de gezondheidstoestand van de zorgvragers van de werkeenheid waar jij de verantwoordelijkheid voor hebt. Je verdeelt het werk en houdt in de gaten dat het werk juist en op tijd gebeurt. Ook begeleid je regelmatig stagiaires en/of nieuwe collega’s. Je verliest de kwaliteit van zorg niet uit het oog. Je levert een actieve bijdrage aan kwaliteitszorg, zowel in de zorg voor de individuele cliënt als op afdelingsniveau. Door bezuinigingen en soms ingewikkelde regelgeving in de gezondheidszorg kan de kwaliteit in gedrang komen. Cliënten krijgen dan niet de optimale zorg waar zij recht op hebben. Dit is een dilemma waar zorgverleners dagelijks mee temaken hebben. Niet alleen de overheid is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zorg, maar ook zorgverleners in het primaire zorgproces. Ook aan jou de taak om een bijdrage aan kwaliteit te leveren.

7

PROEVE 3

Made with