006122660001

Overleg met je praktijkbegeleider of praktijkopleider hoe je de onder- staande vragen moet beantwoorden.

1 Welke lasprocessen worden toegepast in het bedrijf waar je werkt? 2 Maak een foto van een lasopstelling zoals die in jouw bedrijf voorkomt. 3 Geef een omschrijving van het principe van lassen. 4 Welke beschermgassen worden in jouw bedrijf gebruikt? 5 Waarvan is het afhankelijk welk gas er gebruikt moet worden? 6 Zoek op welke verschillende lasnaadvormen er zijn. Maak van drie vormen een tekening. 7 Bij het MIG/MAG-lassen kun je verschillende waarden instellen. Welke zijn dat? 8 Wat wordt er bedoeld met een a-hoogte van een hoeklas? Maak dit duidelijk met een tekening. 9 Waarvoor is het noodzakelijk om onderdelen eerst te hechten voordat je gaat aflassen? 10 Hoe ziet een lasaanduiding voor een hoeklas op een tekening eruit? 11 Op welke manier wordt in een lasaanduiding aangegeven hoe lang de lassen en eventuele tussenruimten moeten zijn? 12 Wat is het gevolg wanneer bij het lassen in onvoldoende beschermgas wordt gebruikt? 13 Met welke veiligheidsmaatregelen moet je rekening houden bij het uitvoeren van laswerk? Er zijn vijf oefeningen ‘Lassen’. Je vindt deze op de tekeningen 139756-01, 135998-01, 122445-01, 122481-01 en 122412-01. Je kunt ook aan de praktijkopleider een tekening vragen van een vergelijkbaar werkstuk. Als er geen werkstuk voorhanden is, kan er gebruik gemaakt worden van de hierboven genoemde tekeningen. Je gaat ook de onderdelen van het aanhangwagenslot lassen. Bekijk de tekeningen van de oefeningen die je gaat maken. Voer onderstaande activiteiten uit voordat je met de oefeningen begint. 14 Maak een materiaal- / zaaglijst aan de hand van de tekeningen van de oefeningen. 15 Maak een lijst van de lasnaadvormen en zet daar de waarden van de instellingen in, zoals spanning en draadsnelheid. 16 Controleer of de lasapparatuur is aangesloten en ingeschakeld. 17 Controleer of de gastoevoerafsluiter geopend is.

72

plaatwerker

Made with