CZW20120034

Voorbeeld van een specifiek bewijsstuk: Je voert gesprekken met twee cliënten en met twee personen uit hun sociale systeem, het team en/of andere disciplines. Verzamel in deze gesprekken gerichte informatie over de behoefte aan ondersteuning. Dit doe je door je van tevoren te oriënteren op de mogelijkheden voor gespreksvoering en relevante gespreksonderwerpen. Maak over iedere cliënt een beknopte schriftelijke rapportage. Bij deze opdracht hoort bijvoorbeeld het specifiek bewijsstuk: Rapportage van de gesprekken met twee cliënten en hun cliëntsysteem waarin je de juiste gegevens hebt verzameld over de cliënt(en) en hun behoefte aan ondersteuning. Hierin verschilt de beoordelingslijst van de beroepsprestatie of proeve met die van het verantwoordingsverslag en assessmentgesprek. Dit komt omdat je verantwoordingsverslag of je assessmentgesprek al hét resultaat en bewijsstuk is waarmee je de gevraagde competenties binnen het werkproces aantoont. Samengevat: de beoordelingslijst van een beroepsprestatie of proeve heeft betrekking op de totale uitvoering in de praktijk. Dit is altijd aangegeven met de hoofdletter A . Specifieke bewijsstukken ( B ., C . etc.) hebben betrekking op een bepaald onderdeel binnen de beroepsprestatie of proeve. Cesuur Het begrip cesuur betekent de grens tussen een voldoende en een onvoldoende. De beoordelaar gebruikt de begrippen onvoldoende - voldoende - goed. c.

In de beoordelingslijsten zie je onderaan in het kopje cesuur staan.

Cesuur In deze beroepsprestatie zijn de competenties binnen de werkprocessen op het vereiste beheersingsniveau aangetoond.  ja  nee

Dit houdt in dat je, voor prestatie-indicatoren in de betreffende beoordelingslijst, minimaal voldoende hebt gescoord.

De beoordelaars beargumenteren hun beoordeling. Dit gebeurt onder het kopje ‘Onderbouwing van de beoordeling’. Zie daarvoor een fragment uit een beoordelingslijst die hierna afgebeeld staat.

PERSOONLIJKBEGELEIDERGEHANDICAPTENZORG-PERSOONLIJKBEGELEIDERSPECIFIEKEDOELGROEPEN-Fase1,2EN3 14

Made with