CZW20120089

Situatie Ik werk op een kinderdagverblijf in een verticale groep. Er is een meisje op de groep die de laatste tijd opvallend gedrag laat zien. Haar naam is Amber. Ze is 3 jaar. Soms is Amber heel verdrietig en zit ze stil in een hoekje. Een andere keer is ze boos en pakt ze zonder dat er een aanleiding is, speelgoed af van een ander kindje uit de groep. Ik werk nu een half jaar op deze groep. In het begin heb ik haar dit nooit zien doen. Dit gedrag van Amber is echt iets van de laatste weken. Ik weet dat bij Amber thuis de laatste tijd veel is veranderd. Sinds een maand heeft ze er twee broertjes bij. De tweeling is te vroeg geboren en beide kinderen hebben samen met de moeder de eerste 2 weken na hun geboorte in het ziekenhuis gelegen. Ik weet dat haar vader een drukke baan heeft en voor zijn werk vaak laat thuis komt. Gewoonlijk wordt Amber meestal door haar moeder naar het kinderdagverblijf gebracht en opgehaald. De laatste weken wordt ze bijna altijd door haar opa en oma gehaald en gebracht. Taak Mijn taak op de groep is om de kinderen te verzorgen en activiteiten aan te bieden. Ook let ik op of het met alle kinderen goed gaat. Zowel tussen de kinderen onderling, als met ieder kind afzonderlijk. Voelen ze zich prettig, gedragen ze zich anders dan gewoonlijk, eten ze voldoende, spelen ze goed etc. Ik houd de dagindeling in de gaten. Hoe laat we gaan eten en drinken, buiten spelen en rusten. Ook schrijven we in de overdrachtschriftjes van de kinderen. In ons kinderdagverblijf houden we dagelijks een schriftje bij met informatie over het functioneren van het kind. We geven dit mee aan de ouders wanneer zij hun kind komen ophalen. De ouders schrijven er ook weer wat in en geven het weer aan ons. Zodoende blijven we op de hoogte van het functioneren van het kind op het kinderdagverblijf en thuis. De ouders krijgen ook om de zoveel tijd een nieuwsbrief. Daar staan allerlei dingen in die op dit kinderdagverblijf georganiseerd worden. Ook schrijven we over een leuk voorval wat we hebben meegemaakt met een kind. Als een van de kinderen een zusje of broertje krijgt, noteren we dat. Natuurlijk praat ik ook weleens met de ouders als ze hun kind brengen of halen. Dat zijn korte contactmomenten, maar dan kun je toch snel iets uitwisselen met elkaar. We informeren de ouders over de gang van zaken in de opvang en natuurlijk altijd als er iets aan de hand is met hun kind.

GESPECIALISEERDPEDAGOGISCHMEDEWERKER4KINDEROPVANG-PEDAGOGISCHMEDEWERKER4JEUGDZORG-Fase1,2EN3 60