Igno Pröpper - De aanpak van interactief beleid: elke situatie is anders

De aanpak van interactief beleid: elke situatie is anders

kunnen uitoefenen op het beleid. Op de bovenste trede van de participatieladder zijn de inhoudelijke openheid en daarmee ook de invloed van de participanten het grootst en bij elke lagere trede nemen deze af. Kennisnemen van de bestuursstijlen waaruit men kan kiezen, vormt de tweede stap van het afwegingskader. )PPGETUVL r )JFS XPSEU POEFS[PDIU XFMLF CFTUVVSTTUJKM IFU CFTUF QBTU CJK FFO CF paalde beleidssituatie . Voor alle zeven bestuursstijlen wordt uitgewerkt wat een bijpassende beleidssituatie is. Om de aansluiting tussen bestuursstijl en beleids situatie te kunnen maken, wordt gekeken naar de invulling van de kernvoorwaar den. Een faciliterende stijl past bij een andere invulling van de kernvoorwaarden dan een consultatieve stijl. Het is niet zo dat in iedere beleidssituatie precies één bestuursstijl past. Verschil lende bestuursstijlen kunnen tegelijkertijd worden gebruikt. Ten opzichte van be paalde actoren of voor bepaalde aspecten van het beleid kan de beleidssituatie anders zijn en kan voor een andere bestuursstijl worden gekozen. Het is in een beleidstraject ook mogelijk diverse bestuursstijlen in de loop van de tijd af te wis selen. )PPGETUVL r %F CFTUVVSTTUJKM XPSEU HFDPODSFUJTFFSE JO FFO plan van aanpak van interactief beleid dat uit verschillende onderdelen bestaat. De QPMJUJFL CFTUVVSMJKLF JOLBEFSJOH is het eerste onderdeel binnen het plan van aanpak. Het tweede onder deel omvat de TUSVDUVSFSJOH WBO EF JOIPVEFMJKLF CFMFJETPOUXJLLFMJOH : de beleids voorbereiding, -bepaling, -uitvoering en -evaluatie. Het derde onderdeel bestaat uit de TUSVDUVSFSJOH WBO EF JOUFSBDUJF , waarin het ontwerp van de communicatie strategie en de uitvoering in de operationele communicatie nader worden uit gewerkt en spelregels voor de interactie tussen het bestuur en de participanten worden opgesteld. In het plan van aanpak kunnen daarnaast het management en de organisatie van de interactieve aanpak aan de orde komen. )PPGETUVL r *O EJU IPPGETUVL XPSEU OBBS FFO BOUXPPSE HF[PDIU PQ EF DFOUSBMF vraag van dit boek: welke aanpak is in welke situatie geschikt? Het is niet moge lijk een blauwdruk te ontwikkelen die in elke situatie aangeeft welke aanpak moet worden gekozen. Wel kunnen WVJTUSFHFMT worden gegeven die helpen bij het ‘mat chen’ van de aanpak bij een situatie. Deze vuistregels ontlenen we aan de doelstel lingen van de interactieve aanpak en aan de kernvoorwaarden in de beleidssitu atie uit hoofdstuk 2. Hoofdstuk 7 r *O EJU BGTMVJUFOEF IPPGETUVL XPSEFO EF SFTVMUBUFO FO EF TVDDFT FO faalfactoren van interactief beleid onderzocht. De uiteindelijke resultaten kunnen positief zijn of negatief, ofwel: interactief beleid biedt kansen, maar er worden ook risico’s gelopen. Er is bijvoorbeeld een kans dat het beleid inhoudelijk wordt ver-

30

Made with FlippingBook Digital Publishing Software