2014-VP4-ZON-EE3

Stichting Consortium Beroepsonderwijs Zorg & Welzijn

(kwalificatiedossiers 2011, 2012, 2013, 2014 of 2015)

Opleiding MBO-Verpleegkundige niveau 4

Crebonummer ………………………

(s.v.p. invullen wat van toepassing is)

Cohort .........

(s.v.p. invullen wat van toepassing is)

Exameneenheid 3 Verpleegkundig handelen in complexe situaties

(2014-vp-4-ee3)

 Werkproces 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt verpleegplan op Onderdeel van kerntaak 1  Werkproces 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit Onderdeel van kerntaak 1

 Werkproces 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie Onderdeel van kerntaak 1  Werkproces 1.8 Coördineert de zorgverlening Onderdeel van kerntaak 1

 Werkproces 1.9 Evalueert de zorgverlening Onderdeel van kerntaak 1

Examenkandidaat

Studentnummer:

Naam:

Beoordeling

Beoordeling werkproces 1.1

Herkansing werkproces 1.1

ja nee

Beoordeling werkproces 1.3

Herkansing werkproces 1.3

ja nee

Beoordeling werkproces 1.6

Herkansing werkproces 1.6

ja nee

Beoordeling werkproces 1.8

Herkansing werkproces 1.8

ja nee

Beoordeling werkproces 1.9

Herkansing werkproces 1.9

ja nee

Examen afgerond:

ee

s.v.p. aankruisen wat van toepassing is

1

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

De beoordeling is vastgesteld door

Naam:

Handtekening:

Functie:

Instelling:

Datum:

2

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

Colofon

Dit is een uitgave van Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Manager Zorg & Welzijn

I. Rabelink

Ontwikkelteam MBO-Verpleegkundige

R. van der Hoek (ontwikkelteamleider)

F. Koster-Holtman

I. Kolen

L. Wesseling

M. Polman

P. Mertens-Debats

Eindredactie

A. Brink

M. Brok

Ontwerp

Opmaak

© 2014

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze,

namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming

van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Verantwoording

Stichting Consortium Beroepsonderwijs heeft van alle haar bekende rechthebbenden op de in deze publicatie opgenomen

teksten en afbeeldingen toestemming gekregen om deze te gebruiken.

www.consortiumbo.nl

[Artikelnummer op voorpagina binnenwerk]

3

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

Inhoudsopgave

* Daar waar zij staat, wordt ook hij bedoeld en omgekeerd.

* Waar zorgvrager staat, kan ook worden gelezen: patiënt, cliënt of bewoner.

* Waar verpleegplan staat, kan ook zorgleefplan, individueel ondersteuningsplan, zorgplan of begeleidingsplan

gelezen worden.

4

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

Exameneenheid 3 Verpleegkundig handelen in complexe situaties

Dit examen betreft de onderstaande werkprocessen uit kerntaak 1 Bieden van zorg en

begeleiding in het verpleegkundig proces.

Nummer

Nummer

Titel van het werkproces

Competenties

kerntaak

werkproces

A Beslissen en activiteiten initiëren

1

1.1

Stelt verpleegkundige diagnose

D Aandacht en begrip tonen

en stelt verpleegplan op

H Overtuigen en beïnvloeden

J Formuleren en rapporteren

K Vakdeskundigheid toepassen

M Analyseren

1

1.3

Voert verpleegtechnische

K Vakdeskundigheid toepassen

handelingen uit

L Materialen en middelen

inzetten

T Instructies en procedures

opvolgen

1

1.6

Geeft voorlichting, advies en

I Presenteren

instructie

L Materialen en middelen

inzetten

1

1.8

Coördineert de zorgverlening

B Aansturen

E Samenwerken en overleggen

Q Plannen en organiseren

1

1.9

Evalueert de zorgverlening

D Aandacht en begrip tonen

J Formuleren en rapporteren

M Analyseren

Typering van dit examen

Dit examen leg je af in een hoogcomplexe zorgsituatie.

Je verzamelt gegevens over dreigende of bestaande gezondheidsproblemen van de zorgvrager. Je

voert het anamnesegesprek met de zorgvrager, veelal in samenspraak met en gesteund door

naasten. Je analyseert de verzamelde gegevens en stelt een verpleegkundige diagnose. Vervolgens

maak je een verpleegplan, dat je bespreekt met de zorgvrager en betrokkenen en je vraagt om

instemming.

Je voert verpleegtechnische handelingen uit op een bekwame en professionele manier volgens de

geldende protocollen, wet- en regelgeving en de richtlijnen van de organisatie.

Onder deze verpleegtechnische handelingen vallen ook de voorbehouden en risicovolle

handelingen.

Bij de uitvoering van de verpleegtechnische handelingen wordt de zorgvrager met hoogcomplexe

zorgproblemen begeleid en de materialen en hulpmiddelen worden efficiënt ingezet.

Je geeft binnen de uitvoering van jouw taken aan de zorgvrager(s), naasten en/of mantelzorgers

duidelijke en begrijpelijke voorlichting, advies en instructie, rekening houdend met de

mogelijkheden van de doelgroep.

Naast de zorg voor de individuele zorgvrager heb je ook taken op mesoniveau. Om de zorg en

begeleiding goed uit te voeren verdeel je de werkzaamheden en stel je prioriteiten. Je stemt de zorg

af met collega’s, andere disciplines en deskundigen. Je zorgt ervoor dat collega’s en betrokkenen

weten wat de doelen van de zorgverlening zijn.

Je evalueert periodiek en zo mogelijk aan het einde van het zorgverleningstraject de effecten van de

zorgverlening op de gezondheidstoestand en het welbevinden van de zorgvrager.

Indien het voorkomt, schrijf je een (eind)evaluatie ten behoeve van ontslag of overdracht naar een

andere afdeling/zorgsetting. Je houdt het verpleegkundig dossier bij.

De moeilijkheidsgraad

Context

Sturing

Verantwoordelijkheid

complex

zelfstandig

uitvoeren van de zorg- en begeleidingscyclus WP 1.3,

WP 1.6 en WP 1.9

aansturen van collega’s op hetzelfde of lager niveau

WP 1.1 en WP 1.8

5

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

Werkproces 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt verpleegplan op

Opdracht 1

Stel een verpleegplan op voor een zorgvrager met hoogcomplexe problematiek. Formuleer het plan

aan de hand van de richtlijnen van de instelling, waarin je tenminste vermeldt: de doelstellingen, de

activiteiten en de evaluatievragen.

Bespreek het plan met je collega’s en de zorgvrager en zijn naasten of vertegenwoordigers en stel

eventueel op basis van deze gegevens het plan bij. Voeg een verslag van deze bespreking toe aan je

bewijsstuk.

Opdracht 2

Maak een verantwoordingsverslag. Onderbouw de keuzes die je in overleg hebt gemaakt. Maak daarbij gebruik van de theorie over mogelijkheden, stoornissen, beperkingen, ziektebeelden. Ga uit van de individuele situatie van de zorgvrager en zijn naasten. Ter ondersteuning van je verantwoording lever je een casus in van deze zorgvrager waarin je vermeldt:

de levensloop



de gezondheidstoestand



 de mogelijkheden, de stoornis, de handicap en/of beperking en – indien van toepassing – het ziektebeeld

 het sociale netwerk van de zorgvrager  de verpleegkundige diagnose. Laat deze casus voor authenticiteit ondertekenen door je werkbegeleider.

Resultaat

Je hebt als verpleegkundige op basis van anamnesegegevens en verpleegkundige diagnose het

verpleegplan opgesteld en dit besproken met de zorgvrager en betrokkenen. Je hebt instemming

gekregen.

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan:

 Volledig ingevulde beoordelingslijst met onderbouwing door de examinator  Het verpleegplan dat jij hebt opgesteld en besproken met het verslag van de bespreking.  Het verantwoordingsverslag met een casus van de zorgvrager die ondertekend is door je werkbegeleider.

6

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

Exameneenheid 3 Verpleegkundig handelen in complexe situaties (2014-vp-4-ee3)

Opleiding Verpleegkundige niveau 4

Beoordelingslijst werkproces 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt

verpleegplan op

Naam examenkandidaat:

Cohort:

Datum:

Goed (2)

Voldoende (1)

Onvoldoende (0)

Beoordelingscriteria

Bewijsstuk: Het verpleegplan dat jij hebt opgesteld en besproken met het verslag van de

bespreking

De examenkandidaat:

 formuleert de doelstellingen in het verpleegplan, correct, begrijpelijk en volgens de richtlijnen van de instelling  formuleert de activiteiten en interventies in het verpleegplan correct, begrijpelijk en volgens de richtlijnen van de instelling  formuleert de evaluatievragen in het verpleegplan correct, begrijpelijk en volgens de richtlijnen van de instelling  Maakt in het verslag duidelijk dat ze het plan op een correcte wijze met betrokkenen heeft besproken en om instemming heeft gevraagd  heeft de richtlijnen van de instelling toegepast om het verpleegplan op te stellen Bewijsstuk: Het verantwoordingsverslag met een casus die ondertekend is door de

werkbegeleider

De examenkandidaat:

 heeft in de door de werkbegeleider ondertekende casus de levensloop, de gezondheidstoestand, de mogelijkheden, de stoornis, de handicap en/of beperking en

– indien van toepassing – het ziektebeeld, het sociale netwerk van de zorgvrager en de

verpleegkundige diagnose correct omschreven

 beschrijft hoe zij de zorgvrager en zijn naasten of vertegenwoordigers heeft betrokken bij het samenstellen van het verpleegplan en hoe op basis van deze gegevens het plan

is bijgesteld

 beschrijft hoe zij rekening heeft gehouden met de leefomstandigheden, wensen en zorgbehoeften van de zorgvrager en zijn naasten of vertegenwoordigers bij het

opstellen van het verpleegplan

 beschrijft hoe zij gehandeld heeft volgens de richtlijnen van de instelling  beschrijft vanuit de casus hoe de levensloop, de gezondheidstoestand, de mogelijkheden, de stoornis, de handicap en/of beperking en – indien van toepassing –

het ziektebeeld, het sociale netwerk van de zorgvrager en de verpleegkundige

diagnose betrokken zijn in het verpleegplan

 analyseert van de verzamelde gegevens  beschrijft hoe zij zelfstandig beslissingen heeft genomen om de juiste interventies in te zetten

7

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

Onderbouwing van de beoordeling van het werkproces met voorbeelden die in verband

staan met de beoordelingscriteria.

Naam examinator : (voluit schrijven in blokletters ) …………………………………………

Functie :

Instelling :

□ BPV □ Opleiding

Handtekening:

Naam examinator : (voluit schrijven in blokletters ) …………………………………………

Functie :

Instelling :

□ BPV □ Opleiding

Handtekening:

Totaal aantal punten WP 1.1

..

alleen optellen als er geen onvoldoende is

Cesuur

Alle beoordelingscriteria zijn met minimaal voldoende beoordeeld.

Normering

Goed:

≥ 19 punten

Voldoende:

Alle criteria zijn met minimaal voldoende beoordeeld

Onvoldoende:

Tenminste één van de criteria is met onvoldoende beoordeeld

Beoordeling werkproces 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt verpleegplan op

(s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)

 Dit werkproces is beoordeeld met goed

 Dit werkproces is beoordeeld met voldoende

 Dit werkproces is beoordeeld met onvoldoende

Naam examenkandidaat:

………………………………………..

(voluit schrijven in blokletters)

Handtekening (voor gezien):

…………………………………………

8

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

Werkproces 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit

Opdracht 1

Je voert de verpleegtechnische en voorbehouden verpleegtechnische handelingen (zie bijlage)

volgens protocol en bestaande wetgeving uit. Je begeleidt de zorgvrager hierbij.

Laat je bij iedere handeling beoordelen. Gebruik een aftekenlijst van de opleiding om bij te houden,

welke handelingen je beheerst en waarvoor je dus bekwaam bent.

Indien je kunt aantonen dat in de BPV (bepaalde) verpleegtechnische vaardigheden niet of zelden

worden uitgevoerd, voer deze dan uit in een simulatie.

Om te beoordelen of je het werkproces beheerst, laat je je door een steekproef beoordelen.

Voorwaarde hiervoor is dat je aantoont door de aftekenlijst dat je bekwaam bent. Maak hierover

afspraken met je beoordelaar.

Opdracht 2

Schrijf een verslag over de verpleegtechnische en voorbehouden handeling(en) die je hebt

uitgevoerd.

In dit verslag is uitgewerkt:

het ziektebeeld van de zorgvrager



 de noodzaak van de verpleegtechnische handeling(en) m.b.t. het ziektebeeld  de relevante wetgeving met betrekking tot de uitgevoerde verpleegtechnische en/of voorbehouden handeling(en)  op welke wijze je de handelingen op een verantwoorde en veilige wijze hebt uitgevoerd bij de zorgvrager.

Resultaat

Je hebt de verpleegtechnische handelingen op een bekwame en professionele manier uitgevoerd

volgens de geldende protocollen, wet- en regelgeving en richtlijnen van de organisatie.

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan:

 Volledig ingevulde beoordelingslijst met onderbouwing door de examinator  Een verantwoordingsverslag van de uitgevoerde verpleegtechnische handeling(en) en de daarbij gebruikte materialen en middelen

Exameneenheid 3 Verpleegkundig handelen in complexe situaties (2014-vp-4-ee3)

Opleiding Verpleegkundige niveau 4

Beoordelingslijst werkproces 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit

Naam examenkandidaat:

Cohort:

Datum:

9

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

Goed (2)

Voldoende (1)

Onvoldoende (0)

Beoordelingscriteria

Gedragsbeoordeling

De examenkandidaat:

 informeert de zorgvrager over de verpleegtechnische handeling  begeleidt de zorgvrager tijdens de verpleegtechnische handeling  handelt naar de voorgeschreven protocollen en werkprocedures t.a.v. de uit te voeren handeling(en) binnen de instelling  kiest de juiste materialen en middelen voor de uit te voeren verpleegtechnische handeling(en)  gebruikt de benodigde materialen en middelen efficiënt voor het uitvoeren van de verpleegtechnische handeling(en)

rekent vlot en accuraat



 werkt hygiënisch volgens de richtlijnen van de instelling  werkt ergonomisch volgens de richtlijnen van de instelling  houdt rekening met het milieu volgens de richtlijnen van de instelling  werkt veilig volgens de richtlijnen van de instelling

Bewijsstuk: Een verantwoordingsverslag van de uitgevoerde verpleegtechnische handeling(en)

en de daarbij gebruikte materialen en middelen

De examenkandidaat:

 beschrijft aan de hand van het ziektebeeld de noodzaak van de uitgevoerde verpleegtechnische handelingen(en) bij deze zorgvrager  omschrijft de wettelijke richtlijnen (BIG, BOPZ, WGBO, Wet op de Privacy, Arbo en AWBZ), die van toepassing zijn bij de uitgevoerde handeling(en)  beschrijft hoe zij gewerkt heeft conform de voorgeschreven procedures binnen de eigen organisatie  beschrijft de wijze waarop zij de materialen en middelen efficiënt heeft ingezet bij de uitvoering van de handeling(en)  geeft aan welke specifieke observaties zij heeft verricht bij de uitgevoerde handeling(en)  geeft aan welke gegevens zij heeft gerapporteerd na het uitvoeren van de handeling(en)

Onderbouwing van de beoordeling van het werkproces met voorbeelden die in verband

staan met de beoordelingscriteria.

10

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

Naam examinator : (voluit schrijven in blokletters ) …………………………………………

Functie :

Instelling :

□ BPV □ Opleiding

Handtekening:

Naam examinator : (voluit schrijven in blokletters ) …………………………………………

Functie :

Instelling :

□ BPV □ Opleiding

Handtekening:

Totaal aantal punten WP 1.3

..

alleen optellen als er geen onvoldoende is

Cesuur

Alle beoordelingscriteria zijn met minimaal voldoende beoordeeld.

Normering

Goed:

≥ 25 punten

Voldoende:

Alle criteria zijn met minimaal voldoende beoordeeld

Onvoldoende:

Tenminste één van de criteria is met onvoldoende beoordeeld

Beoordeling werkproces 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit

(s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)

 Dit werkproces is beoordeeld met goed

 Dit werkproces is beoordeeld met voldoende

 Dit werkproces is beoordeeld met onvoldoende

Naam examenkandidaat:

………………………………………..

(voluit schrijven in blokletters)

Handtekening (voor gezien):

…………………………………………

11

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

Werkproces 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie

Opdracht 1

Je geeft binnen de uitvoering van je taken aan zorgvragers met hoogcomplexe problematiek,

naasten en/of mantelzorgers duidelijke en begrijpelijke voorlichting, advies en instructie.

Je geeft voorlichting en advies ten behoeve van het behouden of vergroten van de zelfstandigheid,

gericht op de mogelijkheden om met ziekte of beperkingen om te gaan. Richt je hierbij op de

mogelijkheden en beperkingen van de zorgvrager.

Maak een plan hoe je de voorlichting of het advies gaat geven.

Geef de voorlichting volgens het gemaakte plan.

Opdracht 2

Maak een instructieplan, voor een groep* zorgvragers, mantelzorgers en/of naasten. Kies een

onderwerp uit de bijlage waarover je instructie gaat geven:

 een instructie over het aanleren van een verpleegtechnische handeling  een instructie over het gebruik van een hulpmiddel  of een instructie over een onderwerp naar eigen keuze.

(*Onder een groep kan ook verstaan worden: gezin of familie)

Instrueer een groep zorgvragers, mantelzorgers en/of naasten volgens het opgestelde

instructieplan.

Lever dit instructieplan in met een onderbouwing hoe je de instructie hebt gegeven.

Resultaat

Je hebt aan de cliënt of doelgroep duidelijke en begrijpelijke voorlichting, advies en instructie

gegeven, afgestemd op de cliënt of doelgroep.

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan:

 Volledig ingevulde beoordelingslijst met onderbouwing door de examinator  Een instructieplan met onderbouwing

12

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

Exameneenheid 3 Verpleegkundig handelen in complexe situaties (2014-vp-4-ee3)

Opleiding Verpleegkundige niveau 4

Beoordelingslijst werkproces 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie

Naam examenkandidaat:

Cohort:

Datum:

Goed (2)

Voldoende (1)

Onvoldoende (0)

Beoordelingscriteria

Gedragsbeoordeling (van het geven van voorlichting)

De examenkandidaat:

 geeft voorlichting aan de zorgvrager volgens de richtlijnen van de instelling ten behoeve van het behouden of vergroten van de zelfstandigheid van de zorgvrager  richt zich op de mogelijkheden of beperkingen van deze zorgvrager om met de ziekte om te gaan  gebruikt voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen of instructiematerialen die aansluiten bij de zorgvrager  gebruikt voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen of instructiematerialen die aansluiten bij het onderwerp van de te geven voorlichting  geeft de zorgvrager en/of naaste(n) deskundig advies  houdt in haar stijl van communiceren rekening met de betrokkenen  controleert of de informatie goed is overgekomen bij de zorgvrager en bespreekt vragen van de zorgvrager en/of naasten

Bewijsstuk: Een instructieplan met onderbouwing

De examenkandidaat:

 heeft het instructieplan uitgewerkt volgens de voorschriften van de instelling  heeft dit plan geschreven ten behoeve van het uitvoeren van een handeling of het gebruik van een hulpmiddel  onderbouwt hoe ze aansluit bij de levensstijl van de groep zorgvrager(s), mantelzorger(s) en/of diens naaste(n) met haar instructieplan  onderbouwt hoe ze aansluit bij de behoefte van de groep zorgvrager(s), mantelzorger(s) en/of diens naaste(n) met haar instructieplan  onderbouwt haar keuze voor de gebruikte voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen en/of instructiematerialen

13

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

 omschrijft de vragen van de groep zorgvrager(s), mantelzorgers en/of diens naasten en welke antwoorden ze heeft gegeven  omschrijft de evaluatie van de gegeven instructie met de zorgvrager(s), mantelzorgers en/of diens naasten

Onderbouwing van de beoordeling van het werkproces met voorbeelden die in

verband staan met de beoordelingscriteria.

Naam examinator : (voluit schrijven in blokletters ) …………………………………………

Functie :

Instelling :

□ BPV □ Opleiding

Handtekening:

Naam examinator : (voluit schrijven in blokletters ) …………………………………………

Functie :

Instelling :

□ BPV □ Opleiding

Handtekening:

Totaal aantal punten WP 1.6

..

alleen optellen als er geen onvoldoende is

Cesuur

Alle beoordelingscriteria zijn met minimaal voldoende beoordeeld.

Normering

Goed:

≥ 22 punten

Voldoende:

Alle criteria zijn met minimaal voldoende beoordeeld

Onvoldoende:

Tenminste één van de criteria is met onvoldoende beoordeeld

Beoordeling werkproces 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie

(s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)

 Dit werkproces is beoordeeld met goed

 Dit werkproces is beoordeeld met voldoende

 Dit werkproces is beoordeeld met onvoldoende

Naam examenkandidaat:

………………………………………..

(voluit schrijven in blokletters)

Handtekening (voor gezien):

…………………………………………

14

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

Werkproces 1.8 Coördineert de zorgverlening

Opdracht

Coördineer de werkzaamheden op de afdeling, unit, woonhuis of wijk. Zorg dat de continuïteit van

de zorg gegarandeerd is en de zorgvrager de zorg als samenhangend geheel ontvangt . Dit doe je door alle betrokkenen relevante informatie te geven en duidelijke instructie. Je maakt een planning van de werkzaamheden en zorgt ervoor dat er voldoende materialen en mensen aanwezig zijn om de werkzaamheden binnen de beschikbare tijd uit te voeren.

Resultaat

Je hebt de zorgverlening gecoördineerd en tevens besproken en afgestemd met de

betrokkenen, je hebt collega's geconsulteerd en deelgenomen aan overlegsituaties. Je zorgt er zo

voor dat de continuïteit van de zorgverlening gewaarborgd is.

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan:

 Volledig ingevulde beoordelingslijst met onderbouwing door de examinator

15

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

Exameneenheid 3 Verpleegkundig handelen in complexe situaties (2014-vp-4-ee3)

Opleiding Verpleegkundige niveau 4

Beoordelingslijst werkproces 1.8 Coördineert de zorgverlening

Naam examenkandidaat:

Cohort:

Datum:

Goed (2)

Voldoende (1)

Onvoldoende (0)

Beoordelingscriteria

Bewijsstuk: Gedragsbeoordeling

De examenkandidaat:

 zorgt ervoor dat collega’s en andere betrokkenen weten wat de doelen en prioriteiten van de zorgverlening zijn  geeft relevante informatie aan betrokkenen  geeft duidelijke instructie aan betrokkenen  overlegt tijdig en regelmatig met andere deskundigen  plant de werkzaamheden voor de zorgverlening in een logische volgorde  zorgt ervoor dat er voldoende mensen, materialen en middelen aanwezig zijn om de zorgverlening uit te voeren  zorgt ervoor dat alle werkzaamheden binnen de beschikbare tijd en mogelijkheden uitgevoerd kunnen worden

Onderbouwing van de beoordeling van het werkproces met voorbeelden die in verband

staan met de beoordelingscriteria.

Naam examinator : (voluit schrijven in blokletters ) …………………………………………

Functie :

Instelling :

□ BPV □ Opleiding

Handtekening:

Naam examinator : (voluit schrijven in blokletters ) …………………………………………

Functie :

16

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

Instelling :

□ BPV □ Opleiding

Handtekening:

Totaal aantal punten WP 1.8

..

alleen optellen als er geen onvoldoende is

Cesuur

Alle beoordelingscriteria zijn met minimaal voldoende beoordeeld.

Normering

Goed:

≥ 12 punten

Voldoende:

Alle criteria zijn met minimaal voldoende beoordeeld

Onvoldoende:

Tenminste één van de criteria is met onvoldoende beoordeeld

Beoordeling werkproces 1.8 Coördineert de zorgverlening

(s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)

 Dit werkproces is beoordeeld met goed

 Dit werkproces is beoordeeld met voldoende

 Dit werkproces is beoordeeld met onvoldoende

Naam examenkandidaat:

………………………………………..

(voluit schrijven in blokletters)

Handtekening (voor gezien):

…………………………………………

17

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

Werkproces 1.9 Evalueert de zorgverlening

Opdracht 1

Evalueer de totale verpleegkundige zorg van zorgvragers. Evalueer met alle betrokkenen. Deze

evaluatie kan een periodieke evaluatie zijn, bijvoorbeeld ter voorbereiding op het MDO of een

eindevaluatie omdat de zorg beëindigd is of de zorgvrager overgeplaatst wordt.

Opdracht 2

Lever een verantwoordingsverslag in waarin jij de keuzes verantwoordt die je gemaakt hebt met

betrekking tot de evaluatie. Ter ondersteuning van je verslag lever je een beroepsproduct in, dat

ondertekend is door je begeleider. Je kiest uit de volgende mogelijkheden:

 een evaluatieverslag ten behoeve van het MDO, met daarin de voorstellen om het verpleegplan aan te passen  een aangepast verpleegplan waarin je duidelijk hebt gemaakt welke aanpassingen gemaakt zijn

 een overdracht met daarin voorstellen voor verdere verpleging.

Resultaat

Je hebt de zorgverlening regelmatig en zorgvuldig geëvalueerd en het verpleegplan zo nodig

bijgesteld. Je hebt een (eind)evaluatie opgesteld van het totale verpleegkundig proces.

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan:

 Volledig ingevulde beoordelingslijst met onderbouwing door de examinator  Verslag over de verantwoording van de keuzes die gemaakt zijn binnen het verpleegkundig proces

18

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

Exameneenheid 3 Verpleegkundig handelen in complexe situaties (2014-vp-4-ee3)

Opleiding Verpleegkundige niveau 4

Beoordelingslijst werkproces 1.9 Evalueert de zorgverlening

Naam examenkandidaat:

Cohort:

Datum:

Goed (2)

Voldoende (1)

Onvoldoende (0)

Beoordelingscriteria

Gedragsbeoordeling

De examenkandidaat:

 vraagt de zorgvrager naar ervaringen, ideeën en gevoelens met betrekking tot de zorg  vraagt andere disciplines en/of collega’s naar ervaringen, ideeën en gevoelens over de zorgverlening  vraagt mantelzorger en/of naasten naar ervaringen, ideeën en gevoelens over de zorgverlening  bespreekt het proces en het product van de gegeven verpleegkundige zorg met alle betrokkenen  stelt aanpassingen in het verpleegplan voor aan alle betrokkenen  checkt of de evaluatie voor alle betrokkenen inzichtelijk en begrijpelijk is

Bewijsstuk: Verslag over de verantwoording van de keuzes die gemaakt zijn binnen het

verpleegkundig proces

De examenkandidaat:

 beschrijft welke informatie zij verzameld heeft om de verpleegkundige zorg af te stemmen  beschrijft de relevantie van deze informatie voor de evaluatie  beschrijft haar conclusies uit de verzamelde gegevens  beschrijft hoe zij het totale verpleegkundig proces (methodisch werken) volgens de richtlijnen van de instelling heeft geëvalueerd

Onderbouwing van de beoordeling van het werkproces met voorbeelden die in

verband staan met de beoordelingscriteria.

Naam examinator : (voluit schrijven in blokletters ) …………………………………………

Functie :

Instelling :

□ BPV □ Opleiding

Handtekening:

19

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

Naam examinator : (voluit schrijven in blokletters ) …………………………………………

Functie :

Instelling :

□ BPV □ Opleiding

Handtekening:

Totaal aantal punten WP 1.9

..

alleen optellen als er geen onvoldoende is

Cesuur

Alle beoordelingscriteria zijn met minimaal voldoende beoordeeld

Normering

Goed:

≥ 16 punten

Voldoende:

Alle criteria zijn met minimaal voldoende beoordeeld

Onvoldoende:

Tenminste één van de criteria is met onvoldoende beoordeeld

Beoordeling werkproces 1.9 Evalueert de zorgverlening

(s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)

 Dit werkproces is beoordeeld met goed

 Dit werkproces is beoordeeld met voldoende

 Dit werkproces is beoordeeld met onvoldoende

Naam examenkandidaat:

………………………………………..

(voluit schrijven in blokletters)

Handtekening (voor gezien):

…………………………………………

20

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

BIJLAGE

Verpleegtechnische handelingen

Goed (2)

Voldoende (1)

Onvoldoende (0)

1.

medicijnen checken, registreren,

distribueren, zo nodig controle op inname

(volgens verpleegplan)

2.

medicijnen toedienen: oraal, rectaal,

vaginaal, via de huid, via de luchtwegen, via

de slijmvliezen

3.

toedienen van zuurstof

4. vloeistoffen via perifeer infuus toedienen

5.

sondevoeding toedienen

6.

een voedingspomp bedienen

7.

stoma verzorgen

8. een suprapubische katheter verzorgen

9. een suprapubische katheter verwisselen

10. een infuuspomp en een spuitpomp

bedienen

11. geneesmiddelen in opgeloste vorm

toedienen via een

infuussysteem/toedieningssysteem (pomp,

kolf of zakje)

12. verzorgen van wonden: rode, gele, zwarte

wonden en wonden met hechtingen

13. maagsonde en blaaskatheter verzorgen

14. zwachteltechnieken toepassen

15. hechtingen en tampons verwijderen

16. blaasspoeling uitvoeren

21

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

17. mond- en keelholte uitzuigen

18. verzamelen van monsters ten behoeve van

diagnostiek (steriel en niet-steriel materiaal)

19. lichaamstemperatuur regelen door middel

van koude- of warmtebehandeling

20. eerste hulp (somatisch) verlenen bij:

verwondingen, vergiftigingen, verstikking,

verslikken, en bij ademstilstand en

circulatiestilstand

Voorbehouden handelingen

(functionele zelfstandigheid)

Goed (2)

Voldoende (1)

Onvoldoende (0)

1. subcutaan en intramusculair injecteren

2.

intraveneus injecteren

3.

een perifeer infuus inbrengen

4.

een maagsonde inbrengen

5. katheteriseren van de blaas bij vrouwen

6. katheteriseren van de blaas bij mannen

Overige verpleegtechnische

handelingen

(Branchespecifiek ZH)

Goed (2)

Voldoende (1)

Onvoldoende (0)

1.

wonden met drains verzorgen

2.

wonddrain verwijderen

22

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

3. vloeistoffen toedienen via centraal infuus

4.

een centraal infuus controleren

5.

transfusie

6.

PEG-sondevoeding toedienen

7.

maagspoeling uitvoeren

8.

darmspoeling uitvoeren

9.

stoma irrigeren

10. tracheacanule en tracheastoma verzorgen

11. thoraxdrainage

12. assisteren bij of verrichten van

diagnostische onderzoeken /

behandelingen in verband met chirurgische

behandelingen

13. assisteren bij of verrichten van

diagnostische onderzoeken /

behandelingen in verband met

intern/neurologisch onderzoek

14. assisteren bij of verrichten van

diagnostische onderzoeken /

behandelingen in verband met bevalling of

geboorte

Om het werkproces af te sluiten met een eindoordeel goed of voldoende, dient de volgende

berekening toegepast te worden:

Voor ZH:

Er zijn 40 handelingen. De helft van 40 is 20. Om minimaal een goed te kunnen scoren moet

minimaal de helft + 1 goed zijn. Dit betekent dat 21 handelingen met een goed moeten zijn

beoordeeld.

Dit is 21 x 2 = 42 punten. Van de 21 handelingen blijven er 19 over die met voldoende moeten

worden beoordeeld. Dit is 19 x 1 = 19 punten. In totaal betekent dit bij 42 + 19 = 61 punten (of

hoger) dat het werkproces met een goed wordt beoordeeld en met 60 punten (of lager) het oordeel

voldoende is.

23

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

Overige verpleegtechnische

handelingen

(Branchespecifiek VVT)

Goed (2)

Voldoende (1)

Onvoldoende (0)

1.

wonden met drains verzorgen

2.

wonddrain verwijderen

3. vloeistoffen toedienen via centraal infuus

4.

een centraal infuus controleren

5.

PEG-sondevoeding toedienen

6.

maagspoeling uitvoeren

7.

darmspoeling uitvoeren

8.

stoma irrigeren

9. tracheacanule en tracheastoma verzorgen

10. assisteren bij of verrichten van

diagnostische onderzoeken /

behandelingen in verband met

intern/neurologisch onderzoek

11. assisteren bij of verrichten van

diagnostische onderzoeken /

behandelingen in verband met bevalling of

geboorte

Om het werkproces af te sluiten met een eindoordeel goed of voldoende, dient de volgende

berekening toegepast te worden:

Voor de VVT:

Er zijn 37 handelingen. De helft van 37 is 18,5. Afgerond naar boven is dit 19. Om minimaal een

goed te kunnen scoren moet minimaal de helft + 1 goed zijn. Dit betekent dat 19 handelingen met

een goed moeten zijn beoordeeld.

Dit is 19 x 2 = 38 punten. Van de 37 handelingen blijven er 18 over die met voldoende moeten

worden beoordeeld. Dit is 18 x 1 = 18 punten. In totaal betekent dit bij 38 + 18 = 56 punten (of

hoger) dat het werkproces met een goed wordt beoordeeld en met 55 punten (of lager) het oordeel

voldoende is.

24

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

Overige verpleegtechnische

handelingen

(Branchespecifiek GGZ)

Goed (2)

Voldoende (1)

Onvoldoende (0)

1.

maagspoeling uitvoeren

2.

darmspoeling uitvoeren

3.

stoma irrigeren

4.

assisteren bij of verrichten van

diagnostische onderzoeken /

behandelingen in verband met

intern/neurologisch onderzoek

Om het werkproces af te sluiten met een eindoordeel goed of voldoende, dient de volgende

berekening toegepast te worden:

Voor de GGZ:

Er zijn 30 handelingen. De helft van 30 is 15. Om minimaal een goed te kunnen scoren moet

minimaal de helft + 1 goed zijn. Dit betekent dat 16 handelingen met een goed moeten zijn

beoordeeld.

Dit is 16 x 2 = 32 punten. Van de 30 handelingen blijven er 14 over die met voldoende moeten

worden beoordeeld. Dit is 14 x 1 = 14 punten. In totaal betekent dit bij 32 + 14 = 46 punten (of

hoger) dat het werkproces met een goed wordt beoordeeld en met 45 punten (of lager) het oordeel

voldoende is.

Overige verpleegtechnische

handelingen

(Branchespecifiek GHZ)

Goed (2)

Voldoende (1)

Onvoldoende (0)

1. tracheacanule en tracheastoma verzorgen

2.

assisteren bij of verrichten van

diagnostische onderzoeken /

behandelingen in verband met

intern/neurologisch onderzoek

25

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

Om het werkproces af te sluiten met een eindoordeel goed of voldoende, dient de volgende

berekening toegepast te worden:

Voor de GHZ:

Er zijn 28 handelingen. De helft van 28 is 14. Om minimaal een goed te kunnen scoren moet

minimaal de helft + 1 goed zijn. Dit betekent dat 15 handelingen met een goed moeten zijn

beoordeeld.

Dit is 15 x 2 = 30 punten. Van de 28 handelingen blijven er 13 over die met voldoende moeten

worden beoordeeld. Dit is 13 x 1 = 13 punten. In totaal betekent dit bij 30 + 13 = 43 punten (of

hoger) dat het werkproces met een goed wordt beoordeeld en met 42 punten (of lager) het oordeel

voldoende is.

26

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3

Beoordelingslijst per handeling

De examenkandidaat:

Goed (2)

Voldoende (1)

Onvoldoende (0)

1. informeert de zorgvrager over de verpleegtechnische handeling

2. begeleidt de zorgvrager tijdens de verpleegtechnische handeling

3. informeert naar de voorgeschreven protocollen en werkprocedures t.a.v. de uit

te voeren handeling(en) binnen de instelling

4. kiest de juiste materialen en middelen voor de uit te voeren

verpleegtechnische handeling(en)

5. gebruikt de benodigde materialen en middelen efficiënt voor het uitvoeren van

de verpleegtechnische handeling(en)

6. rekent vlot en accuraat (indien van toepassing)

7. werkt hygiënisch volgens de richtlijnen van de instelling

8. werkt ergonomisch volgens de richtlijnen van de instelling

9. houdt rekening met het milieu volgens de richtlijnen van de instelling

10. werkt veilig volgens de richtlijnen van de instelling

Wanneer is de handeling voldoende of goed?

De berekening wanneer rekenen van toepassing is:

10 criteria. Het is goed, wanneer de deelnemer de helft + 1 criterium met een goed heeft gescoord. Dit

zijn 6 criteria, die 12 punten opleveren. Van de 10 criteria zijn er 4 over die 1 punt scoren. (Er mag

geen onvoldoende zijn.) 12 punten + 4 punten = 16 punten. De handeling is goed bij 16 punten en

hoger.

De berekening wanneer rekenen niet van toepassing is:

9 criteria. Het is goed, wanneer de deelnemer de helft + 1 criterium met een goed heeft gescoord. Dit

zijn 4,5 + 1 = 5,5 criteria, afgerond naar boven zijn dit er 6, die 12 punten opleveren. Van de 10 criteria

zijn er 3 over die 1 punt scoren. (Er mag geen onvoldoende zijn.) 12 punten + 3 punten = 15 punten.

De handeling is goed bij 15 punten en hoger.

27

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3