Marilene Gathier - Schrijf Vaardig 1

woordvolgorde

1.1

Onderwerp en persoonsvorm

Onderwerp en persoonsvorm, enkelvoud en meervoud

Elke zin heeft een onderwerp (subject). Een onderwerp is een persoon of ding.  Het boek ligt daar.  In de vakantie gaan we verhuizen.

Naast het onderwerp staat de persoonsvorm (finiete verbum). Dat is het eerste werkwoord (verbum) in de zin.  Het boek ligt daar.  In de vakantie gaan we verhuizen. De zin staat in het enkelvoud (singularis) of meervoud (pluralis). Het enkelvoud is voor één persoon of ding.  Het boek ligt daar. Het meervoud is voor meer personen of dingen.  De boeken liggen daar.

Als het onderwerp in het enkelvoud staat, staat de persoonsvorm ook in het enkel voud. Als het onderwerp in het meervoud staat, staat de persoonsvorm ook in het meervoud. onderwerp enkelvoud → persoonsvorm enkelvoud onderwerp meervoud → persoonsvorm meervoud

23

Made with FlippingBook Online newsletter