00670470003

7

Projectwijzer 2 - Vormgeving op het Resort

Van de notulist wordt verwacht: • dat hij belangrijke opmerkingen en

4. Evalueren • Rapporteer in de groep hoe je tot de resul- taten gekomen bent. • Geef een toelichting/uitleg bij het resultaat of presenteer je product. • Stel vast of de leerdoelen gerealiseerd zijn. • Presenteer de resultaten en lever het fasedocument in. • De projectbegeleider bepaalt of alles goed is en of je verder kan. Je krijgt per fase een GO of NO-GO. 2.4 Persoonlijke ontwikkeling In deze projectwijzer staat bij elke fase een kopje ‘Persoonlijke ontwikkeling’. Hierin staan aanwijzingen die vooral zijn bedoeld om jezelf op andere, meer persoonlijke punten te ontwikkelen. Hierbij kun je denken aan je communicatieve vaardigheden zoals luisteren, spreken en schrijven. Ook komen hier onder- werpen aan de orde zoals de manier van leren, mogelijkheden van loopbaanontwikkeling, ontwikkelen tot goed werknemer en tot goed functionerend burger van de samenleving. In de definitiefase maak je een Persoonlijk Activiteiten Plan (PAP). Daarin kun jij zelf opschrijven wat je tijdens dit project wilt leren en hoe je dat gaat doen. Veel meer over persoonlijke ontwikkeling, structuur van de opleiding en manieren van studeren staat in projectwijzer 0, het Basis­ document voor deze opleiding.

gemaakte afspraken verwerkt in de notulen • dat hij samen met de voorzitter de agenda voor de volgende bijeenkomst opstelt Van alle deelnemers aan het overleg wordt verwacht: • dat ze actief meedoen • dat ze luisteren als anderen spreken • dat ze respect hebben voor elkaar en voor de voorzitter. Leercirkel Elke projectfase kan met behulp van een vast stappenplan worden doorlopen. Deze ‘leercirkel’ is een hulpmiddel bij het succesvol doorlopen van de fasen. De stappen zijn: 1. Opstarten • Lees de tekst en stel vast of je de tekst en de woorden begrijpt. • Stel vast of de opdracht helder is en stel vast welke voorkennis aanwezig is. • Wat moet er gedaan of bestudeerd worden? • Wat zijn je leerdoelen? • Welke bronnen ga je benaderen en bestuderen? 2. Plannen • Hoe wordt de uitwerking? • Wie doet wat, wie werken samen en wie onderzoekt welke bron? • Stel vast wanneer de opdracht gereed moet zijn. • Op welke momenten en waar ga je er aan werken?

3. Uitvoeren • Er wordt aan de opdracht gewerkt. • De evaluatie wordt voorbereid.

Made with