Roeipraet 4-2016

R O E I

P R A E T

S E P T E M B E R

2 0 1 6

Samen Goed Roeien

In de afgelopen maanden is er een werkgroep “Samen Goed Roeien” gevormd om nieuwe manieren te vinden voor het werven en opvangen van nieuwe leden. Al een aantal jaren probeert onze roeivereniging te groeien en een duidelijke plaats binnen de Eindhovense sportgemeenschap te verkrijgen. De praktijk is dat het ledenaantal redelijk constant blijft. Het goed opvangen van nieuwe leden, met een snelle integratie binnen de vereniging, is een belangrijk aspect van groeien. Het gaat daarbij niet alleen om de aspirantencursus en de vervolginstructie, maar ook om wat er in de vereniging te beleven is en om de sociale structuur. De werkgroep is spontaan ontstaan, op initiatief van een paar enthousiaste nieuwe leden die graag willen dat andere nieuwe leden zich net zo snel thuis voelen als zijzelf gedaan hebben. De groep is aangevuld met mensen die al jaren ervaring op de vereniging hebben. Op dit moment zijn de leden Hans de Graaff, Hans Rademaker, Frank Vandewal, Sybold Berks, Aart-Jan Hoeven en Wanda Kruijt. Samen met het bestuur en de betrokken commissies heeft de werkgroep een nieuw plan voor de opzet van de aspirantencursus en de basisinstructie uitgewerkt. Voor wie Dit is gedaan in eerste instantie voor de nieuwe instromers: de groep mensen die nieuw binnenkomen en minder dan vijf jaar lid zijn van de vereniging (Skull 2/3 niveau). De reden is dat de werkgroep de indruk heeft, gedeeltelijk door persoonlijke ervaring, dat juist deze groep minder snel in de vereniging integreert. Na het behalen van skull 2 is het een grote stap om aansluiting bij een team te vinden. Als mensen verder gaan met het team waar ze vanaf het begin mee roeien, ontstaat er nauwelijks uitwisseling binnen de vereniging. Een mogelijk gevolg is dat het sociale karakter van de vereniging verwatert. De vereniging begint dan meer op een sportschool te lijken, waar je alleen heengaat voor de toestellen of de boten. Door de mogelijk lage betrokkenheid loopt de vereniging het risico dat er te weinig aanwas is van nieuwe instructeurs, coaches en andere vrijwilligers waardoor op termijn onvoldoende aan nieuwe leden kan worden geboden en de vereniging langzaam opdroogt. Het probleem van te weinig instructeurs is nu al gaande. Al heeft de werkgroep een focus op nieuwe leden, de mensen die al wat langer lid zijn worden zeker niet vergeten. Het is belangrijk dat zij zich betrokken voelen en de nieuwe leden open ontvangen. Ze kunnen een grote bijdrage daartoe leveren bij voorbeeld als instructeur of door deelname aan verenigingsactiviteiten.

8