006122660003

Oefening zetten en kanten van bakjes

Voorbereiding oefening Zetten met een gedeelde buigliniaal of kanten met gedeelde stempel.

Bij het maken van bakjes uit één stuk plaatmateriaal moet er naast een goede uitslag speciale aandacht besteed worden aan het zetten of kanten. Overleg met je praktijkbegeleider of praktijkopleider hoe de onderstaande vragen moeten worden beantwoord. 1. Ga in de werkplaats kijken of er een zetbank is die een buigliniaal heeft die in stukken verdeeld kan worden. 2. Maak een foto van de machine of vraag documentatie op van een machineleverancier. 3. Zoek op of er verschillende uitvoeringen zijn van dit type zetbanken. 4. Hoe worden de stukken genoemd waarin een buigliniaal is verdeeld? 5. Omschrijf en licht dit toe met tekeningen. Leg uit waarom het soms noodzakelijk is delen van de bovenbalk weg te halen. 6. Wat is een nadeel van een dergelijke machine ten opzichte van een zetbank met een buigliniaal uit één stuk? 7. Bij het instellen van een zetbank moet rekening gehouden worden met de plaatdikte van het te buigen materiaal. Laat in een tekening zien wat het gevolg is als je materiaal van 3 mm moet zetten en de zetbank is ingesteld voor een materiaaldikte van 1 mm. 8. Op welke manier wordt de buigradius op een zetbank ingesteld? 9. Zoek op hoe de instelling moet zijn als er geen buigradius op de tekening is aangegeven. Zet dit voor de verschillende plaatdiktes in een tabel. 10. Hoe moet je de uitgeslagen lengte bepalen als de inwendige buigradius kleiner is dan 3,8 x de plaatdikte? 11. Hoe ga je te werk wanneer er voor bijvoorbeeld de korte kant van een bakje geen passend stempel of buigblok aanwezig is? 12. Als je de uitslag van een bakje bekijkt zie je dat er hoeken uitgeknipt moeten worden. Met welke machine kun je dit het beste doen? Er zijn 2 oefeningen zwenkbuigen met gedeelde buigliniaal. Je vindt ze op de tekeningen CP6-2008-014 en CP6-2008-015. Bekijk de tekening van de oefeningen. Voer de onderstaande activiteiten uit voor elke oefening voordat je de oefening gaat maken. Je kunt ook aan de praktijkopleider een tekening vragen van werkstukken die jij

30

PLAATWERKER