CZW20120201

Prestatie-indicatoren

voldoende goed

Competenties

Kwalificerend

onvoldoende

- componenten

P Dit betekent dat: • je begrip toont voor demening en gevoelens die de cliënt heeft over hoe hij er uit ziet • je begrip toont voor demening en gevoelens die de cliënt heeft over demanier waarop hij voor zichzelf zorgt zodat: • persoonlijke en intieme vraagstukken van de cliënt besproken kunnen worden • er een vertrouwensband kan groeien tussen jou en de cliënt. • je tijdens de activiteiten overlegt over je aanpak • je op tijd hulp inschakelt als er knelpunten zijn of onverwachte dingen gebeuren zodat: • de cliënt kan verwachten dat er altijd goede begeleiding is tijdens de uitvoering van de activiteit. R Dit betekent dat:

D Aandacht en begrip tonen

–– inleven in andermans gevoelens –– begrip hebben voor de standpunten en houding van anderen

L Materialen en

middelen inzetten

–– geschiktematerialen en middelen kiezen –– goed zorgdragen voor materialen enmiddelen –– materialen enmiddelen doelmatig gebruiken

P Dit betekent dat: • je tijdens de activiteiten overlegt over je aanpak • je op tijd hulp inschakelt als er knelpunten zijn of onverwachte dingen gebeuren

Q Plannen en organiseren

–– activiteiten plannen –– tijd indelen –– voortgang bewaken

zodat: • de cliënt kan verwachten dat er altijd goede begeleiding is tijdens de uitvoering van de activiteit.

Werkproces 2.4 Begeleidt een groep cliënten op sociaal maatschappelijk gebied

P Dit betekent dat: • je tijdens de groepsactiviteit de cliënten kansen en mogelijkheden biedt om zich te ontwikkelen • je cliëntenmotiveert om hun eigen doel te bereiken door het deelnemen aan groepsactiviteiten • je cliëntenmotiveert hun uitdagingen te zoeken en aan te gaan • je cliënten feedback geeft op hun gedrag (onderling) tijdens de deelname aan de groepsactiviteit zodat: • de cliëntenmet een positieve houding de activiteiten uitvoeren • de cliënten in hun ontwikkeling worden gestimuleerd. P Dit betekent dat: • je tijdens de activiteiten overlegt over je aanpak • je op tijd hulp inschakelt als er knelpunten zijn of onverwachte dingen gebeuren zodat: • de cliënt kan verwachten dat er altijd goede begeleiding is tijdens de uitvoering van de activiteit.

C Begeleiden

–– motiveren –– anderen ontwikkelen

E Samenwerken en overleggen

–– anderen raadplegen en betrekken

12

MEDEWERKERMAATSCHAPPELIJKE ZORG

Made with