CZW20120201

Prestatie-indicatoren

voldoende goed

Competenties

Kwalificerend

onvoldoende

- componenten

Werkproces 3.2Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg

R Dit betekent dat: • je jezelf houdt aan voorgeschreven procedures rondom verbetering van de kwaliteit • je tijdig knelpunten signaleert en rapporteert • je volgens wettelijke richtlijnen werkt • je volgens de voorgeschreven procedures werkt

T Instructies en

procedures opvolgen

–– werken conform

veiligheidsvoorschriften

–– werken conform

zodat: • je een effectieve bijdrage kunt leveren aan het bevorderen en bewaken van de kwaliteitszorg.

voorgeschreven procedures

–– instructies opvolgen

Werkproces 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen

P Dit betekent dat: • je tijdens de activiteit en bij ondersteuning van persoonlijke zorg op tijd overlegt met alle betrokkenen • je bij de uitvoering van de opvang en begeleiding tijdig overlegt met anderen • je weet wat de consequenties zijn van jouw acties • je anderen om raad vraagt als dat nodig is • je je zo opstelt dat de samenwerkingmet de groepsleden en het team soepel verloopt • je relevante informatie doorgeeft aan het multidisciplinaire team zodat: • iedereen die betrokken is bij de activiteiten/de groepsleden goed kan samenwerken en de gezamenlijke dienstverlening soepel verloopt • de persoonlijke zorg voor de cliënt soepel en eenduidig verloopt. P Dit betekent dat: • je voor de groepsactiviteiten op het gebied van werk, scholing en vrije tijd duidelijke en haalbare doelen stelt • je duidelijke en haalbare doelen formuleert ten aanzien van jouwwerkzaamheden bij de persoonlijke zorg • je duidelijke en haalbare doelen formuleert bij het (overdragen) van je werkzaamheden ten behoeve van de individuele cliënt en groepsactiviteiten, en op het gebied van wonen en huishouden • je voorafgaand aan de werkzaamhedenmogelijke knelpunten aangeeft • je rekening houdt met beschikbare tijd • je zorg draagt voor de kwaliteit die binnen deze tijd geboden moet worden

E Samenwerken en overleggen

–– afstemmen –– anderen raadplegen en betrekken

Q Plannen en organiseren

–– doelen en prioriteiten stellen

zodat: • je collega’s weten wat je wanneer gaat doen • de cliënt weet wie er wanneer begeleiding geeft.

14

MEDEWERKERMAATSCHAPPELIJKE ZORG

Made with