14ZW3PWFB2

2.1 Biedt het kind/de jongere opvang

B Aansturen

C Begeleiden

D Aandacht en begrip tonen

E Samenwerken en overleggen

U Omgaan met verandering en aanpassen

2.4 Biedt het kind/de jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan

C Begeleiden

L Materialen en middelen inzetten

Q Plannen en organiseren

1

Oriënteren

Typering van deze beroepsprestatie In deze beroepsprestatie ligt het accent op het plannen, organiseren en doelgericht aanbieden van ontwikkelingsgerichte activiteiten. Bij jongere kinderen kun je denken aan spelactiviteiten, voorlezen, muziek en beweging, knutselen en spelletjes doen. Met oudere kinderen en jongeren werk je met sport en spel, muziek en drama, techniek, natuur, boeken, kunst en koken. Je begeleidt en stimuleert het individuele kind en een groep kinderen bij activiteiten. Je volgt en daagt uit, vermaakt en ontplooit. Jouw eigen waarden en normen spelen een rol in de begeleiding van kinderen in verschillende situaties. Je hebt respect voor de eigenheid van ieder kind en diens ouders. Het is een vakantiemiddag, de BSO heeft extra veel kinderen. Een groep meisjes is acrobatische spelletjes aan het oefenen op een mat. Je zet de verkleedkoffer in hun buurt en stimuleert ze zich mooi te maken. Andere kinderen komen kijken en voor je het weet is er een circusvoorstelling begonnen. Je twijfelt nog even of je meedoet, maar als clown heb je de jongste kinderen al snel rond je verzameld. Zij genieten en jij geniet. Tanja werkt als pedagogisch medewerker op een babygroep in kinderdagverblijf ‘Olleke Bolleke’. Zij schrijft iedere dag in het overdrachtschrift van de kinderen. Het schrift wordt gebruikt om ouders te informeren over hun kind. Ze schrijft daarin wat de kinderen hebben gedaan, waar ze mee hebben gespeeld, wat ze gegeten hebben, wat ze heel erg leuk of juist niet leuk vonden. Zo houdt ze ouders op de hoogte. Vandaag schrijft ze dat Tom zijn eerste stapjes alleen heeft gemaakt.

23

Fase 2

Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang

Made with