006121630011

TERUG NAAR INHOUD

Niveaubepaling schrijfvaardigheid

Bijlage 8

Niveaubepaling Schrijven Nederlands 1F-2F-3F Naam student:

Opleiding:

ROC

Crebo:

Naam beoordelaar:

Opdracht ❒ Kwalificerend ❒ Ontwikkelingsgericht

Vereist niveau:

STAP1 Bepaal het niveau van de opdracht en kruis in de betreffende kolom één van de (beroeps)producten aan. Bij een kwalificerende beoordeling dient het niveau van de opdracht te voldoen aan het vereiste niveau van de opleiding. Niveau 1F 2F 3F Omschrijving niveau opdracht Korte en eenvoudige tekst over alledaagse onderwerpen of de directe leefwereld. Tekst met simpele, lineaire opbouw over vertrouwde onderwerpen binnen (beroeps) opleiding en/of maatschappij.

Gedetailleerde tekst over onderwerpen uit (beroeps)opleiding en/of maatschappij met informatie en argumenten uit verschillende bronnen.

❒ verslag ❒ betogende tekst ❒ artikel ❒ samenvat- ting uit verschil- lende bronnen ❒ ……………

❒ notities,

❒ informele brief ❒ zakelijke brief ❒ email ❒ …………

❒ verslag ❒ werkstuk ❒ collage

❒ notities,

❒ verslag ❒ werkstuk ❒ ……………

❒ informele brief ❒ zakelijke brief ❒ email ❒ ……………

❒ kort bericht ❒ standaard- formulier ❒ overzichte- lijke aantekenin- gen ❒ ……………

❒ briefje ❒ kaart ❒ email ❒ ……………

(Beroeps) product n.a.v. opdracht

berichten

berichten ❒ instructies ❒ advertentie ❒ aantekenin- gen ❒ ……………

❒ langere

instructies ❒ advertentie ❒ aantekenin- gen ❒ ……………

❒ muurkrant ❒ ……………

❒ Goed / Voldoende

GO (ga verder met beoordeling)

STAP2 Stel vast of de student de opdracht inhoudelijk voldoende heeft uitgevoerd. Let daarbij op of DOEL/DOELEN bereikt zijn.

❒ Onvoldoende

NO GO (= cijfer 1)

GO? STAP3

Kruis (1x per rij) het getoonde gedrag aan.

Kenmerken taakuitvoering

Criteria 1F*

Criteria 2F*

Criteria 3F*

* De drie niveaus zijn cumulatief: een student op een hoger niveau beheerst alle vaardigheden die op een lager niveau genoemd worden.

❒ Je hanteert het verschil formeel- informeel.

❒ Je past je woordgebruik en toon aan.

❒ Je taalgebruik is consequent en past binnen de gegeven situatie qua toon, doel en genre. ❒ Je gedachtelijn is logisch en consequent en voor de lezer goed te volgen. ❒ Je verbindt de delen van de tekst tot een samenhangend geheel.

Afstemming op publiek Samenhang

❒ Je gedachtegang is niet altijd logisch, maar voor de lezer gemakkelijk te volgen. ❒ De structuur van je tekst is nog weinig herkenbaar. ❒ Je gebruikt weinig verwijswoorden of maakt daarin nog fouten. ❒ Je gebruikt de voegwoorden ‘en’, ‘maar’, ‘want’ en ‘omdat’ correct. ❒ Je gebruikt voornamelijk frequent voorko- mende woorden.

❒ Je gedachtegang is logisch en voor de lezer meestal te volgen. ❒ Je tekst is geordend in inleiding – kern – slot. Ook zijn er goede alinea’s met inhoudelijke verbanden. ❒ Je gebruikt meestal juiste verwijzingen. ❒ Je gebruikt veel voorkomende voeg- en verbindingswoorden (o.a. als, hoewel) correct. ❒ Je varieert het woordgebruik, maar je maakt nog fouten in minder frequent voorkomende woorden en uitdrukkingen. ❒ Je schrijft de meeste onveranderlijke woorden correct, maakt alleen nog fouten in aaneen-/ losschrijven van woorden. ❒ Je schrijft de werkwoordsvormen correct, behalve voltooide deelwoorden. ❒ Je gebruikt ook hoofdletters bij eigennamen en directe rede correct.

❒ Je gebruikt juiste verwijzingen.

❒ Je gebruikt juiste verbindingswoorden.

❒ Je varieert het woordgebruik en voorkomt herhaling van woorden. Je gebruikt eigenlijk altijd de juiste woorden. ❒ Je maakt incidenteel een vergissing in een onveranderlijk woord.

Woordgebruik en woorden- schat Spelling, interpunctie en grammatica

❒ Je maakt nog spelfouten in onveranderlijke woorden.

❒ Je maakt nog fouten in diverse werkwoords- vormen. ❒ Je gebruikt hoofdletters, punten, vraagtekens, uitroeptekens en aanhalingstekens correct.

❒ Je schrijft de werkwoordsvormen meestal correct.

❒ Je gebruikt leestekens correct.

❒ Je gebruikt eenvoudige zinsconstructies, waarin de woordvolgorde meestal correct is.

❒ Je schrijft korte zinnen correct, maar bij langere zinnen maak je incidenteel nog fouten.

❒ Je maakt incidenteel een vergissing in de zinsstructuur van samengestelde zinnen.

❒ Je past de conventies van het (beroeps)product correct toe en stemt lay-out af op doel en publiek.

❒ Je past de conventies van het (beroeps)product correct toe, o.a. - tussenkopjes - witregels

❒ Je past basisconventies van het (beroeps) product toe, o.a. - titel; titelpagina en paginanummering - datering, adressering, aanhef, ondertekening - opmaak

Leesbaarheid

Aangekruiste criteria per niveau

Aantal aangekruiste criteria 1F:

Aantal aangekruiste criteria 2F:

Aantal aangekruiste criteria 3F:

STAP4 Bepaal score en eindcijfer.

Score is totaal aantal aangekruiste criteria van het niveau van deze opdracht (zie stap 1) of criteria van een hoger niveau (maximaal 11). Eindcijfer wordt bepaald op basis van onderstaande tabel.

Cijfer 10 8 6 = niveau van deze opdracht behaald

Sco- re

EINDCIJFER:

SCORE:

= = = = = =

11 10

STAP5 Bepaal behaald niveau.

5 4 3

9 8 7 ≤ 6

Niveau van de opdracht (zie stap 1) is behaald als de student minimaal een 6 (= 80% van de vereiste criteria) heeft gescoord.

BEHAALD NIVEAU:

Onderbouwing van de beoordeling:

Handtekening beoordelaar:

Datum:

Handtekening student:

Datum:

167

Vernieuwbouw

Made with